Terug naar overzicht

D66-Kamervragen over toekomst internationale LHBT-beleid

Directe aanleiding voor de Kamervragen is de succesvolle LHBT-lobby rond de stemming deze week in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN) over het weer opnemen van ‘seksuele gerichtheid’ in een resolutie over het uitbannen van executies. Maar de aanleiding is ook het feit dat de financiering van het internationale LHBT-beleid van het COC op 1 januari 2011 afloopt. Vandaar dat D66 wil weten of dit beleid prioriteit blijft houden.
D66-Kamervragen over toekomst internationale LHBT-beleid

KAMERVRAGEN

van D66-Kamerleden Alexander Pechtold en Pia Dijkstra aan minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken en minister Marja van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over internationale beleidsbeïnvloeding op het gebied van LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten.

1.

Wat is uw reactie op het bericht VN-stemming overwinning voor homo-organisaties?

2.

Deelt u de mening dat de verwijzing naar ‘seksuele gerichtheid’ in de resolutie mede tot stand is gekomen door werkzaamheden van organisaties die zich specifiek richten op lesbiennes, homo’s, bi’s en transgenders (LHBT)?

4.

Is het correct dat LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten momenteel een prioriteit vormen binnen het Nederlandse mensenrechtenbeleid? Zo ja, zal dit zo blijven? Zo neen, waarom niet?

5.

Is het correct dat de ondersteuning die Nederland momenteel biedt aan COC Nederland voor beleidsbeïnvloeding en beleidsinformatie op het gebied van LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten bij de Verenigde Naties, de OVSE, de Raad van Europa en bij het buitenlands beleid van de Europese Unie op 1 januari 2011 afloopt?

6.

Bent u voornemens voornoemde ondersteuning voort te zetten of te intensiveren? Wanneer neemt u daarover een definitief besluit?

7.

Wanneer u voor 1 januari 2011 geen besluit neemt over voornoemde ondersteuning, of besluit de ondersteuning niet voort te zetten, hoe wordt dan voorkomen dat de opgebouwde expertise verloren gaat en/of dat beleidsbeïnvloeding op het gebied van LHBT-emancipatie en LHBT-mensenrechten bij de VN, de OVSE, de Raad van Europa en de Europese Unie – en de informatie uitwisseling daarover met het ministerie van Buitenlandse Zaken- stil komt te liggen?

8.

Bent u bereid om een overbruggingsregeling te treffen om dit te voorkomen? Bent u bereid met LHBT-veldorganisaties, waaronder het COC, in gesprek te gaan om te zoeken naar een oplossing voor deze kwestie?