
Vandaag, zaterdag 23 juli, start de digitale tentoonstelling Vervolgd Verlangen over de situatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuelen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De officiële aftrap vindt plaats tijdens de opening van de COC’s Shakespeare Club op de binnenplaats van het Amsterdam Museum. Deze club is de komende weken ingericht als meeting point voor de EuroPride.
De tentoonstelling Vervolgd Verlangen is te zien op TweedeWereldoorlog.nl. Naast algemene informatie is op deze website aandacht voor specifieke onderbelichte doelgroepen in de Tweede Wereldoorlog zoals Nederlandse krijgsgevangenen, gijzelaars en Roma en Sinti. Ook de tentoonstelling Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen (2014) is op deze website terug te vinden.
Vervolgd Verlangen
Dit jaar is gekozen voor de onderbelichte situatie van lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuelen in de oorlog. De tentoonstelling laat zien dat het naziregime homoseksuelen beschouwde als staatsvijanden en hoe de vervolging in Nederland vorm kreeg. Daarnaast is er o.a. aandacht voor de rol van homoseksuelen in het verzet. De volgende mensen staan centraal in de tentoonstelling: Frieda Belinfante, Percy Gothein, Niek Engelschman, Benno Premsela, Willem Arondeus en Tiemon Hofman.
De verhalen laten zien dat homo zijn in de oorlog nog gevaarlijker was dan daarvoor en daarna. De nazi’s zetten zware straffen op homoseksualiteit. Het daadwerkelijk vervolgen van homoseksuelen liet de Duitse bezetter meestal over aan de Nederlandse politie, tenzij er een Duits belang was, dan werd men aan de Sicherheitsdienst (SD) overgedragen.
Zo bracht Tiemon Hofman als 16-jarige jongen in 1941 een nacht door in een hotel met een 32-jarige man. Na verraad door de hoteleigenaar werd Hofman veroordeeld tot gevangenisstraf en later in een Rijksopvoedingsgesticht geplaatst. Pas eind 1944 mocht hij weer naar huis. Ook na de oorlog hield Hofman zijn leven lang een strafblad waardoor hij nooit een gewone baan kon krijgen. In 1990 werd hij officieel door de staat erkend als oorlogsgetroffene op grond van zijn homoseksualiteit.
Niet allen konden hun verhaal na de oorlog navertellen. Zo is Percy Gothein in 1944 gearresteerd en afgevoerd naar Neuengamme waar hij overleed.
Oprichting Shakespeare Club
Het COC werd op 7 december 1946 in Amsterdam opgericht als de Shakespeare Club. De organisatie kwam voort uit de lezerskring van het tijdschrift Levensrecht. Dit blad voor homoseksuelen verscheen vanaf maart 1940 maar ging door het uitbreken van de oorlog al snel ondergronds. In 1949 werd de club omgedoopt tot het Cultuur- en Ontspannings Centrum, oftewel het COC. Niek Engelschman, een van de hoofdpersonen uit de online tentoonstelling, was de eerste voorzitter maar dan wel onder het pseudoniem Bob Angelo. In de jaren ’60 werd Benno Premsela de tweede voorzitter van het COC. Hij was de eerste voorzitter die openlijk uitkwam voor zijn homoseksualiteit.