
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en andere VN-organisaties hebben een verklaring uitgebracht waarin zij oproepen ‘gedwongen en onvrijwillige sterilisaties’ wereldwijd te stoppen.
In de verklaring wordt er o.a. op gewezen dat in meer dan dertig landen voor transgenders de verplichting tot geslachtsverandering geldt als voorwaarde om hun geslachtsaanduiding op officiële documenten te kunnen laten wijzigen. Daarnaast wordt ook gewezen op mensen die met een intersekse-conditie geboren worden en die dikwijls op jonge leeftijd – onvrijwillig of in elk geval zonder hun instemming – operaties ondergaan om het hen door medici toegewezen geslacht te krijgen, met onvruchtbaarheid als mogelijk gevolg.
Volgens de verklaring van de VN-organisaties is het dwingend opleggen van sterilisatie een aantasting van fundamentele mensenrechten als het gaat om recht op gezondheid, informatie, privacy, kinderen, gezin en vrijwaring van discriminatie. Dit soort medisch ingrijpen is ook in strijd met het respect voor de lichamelijke integriteit en de menselijke waardigheid en het recht op zelfbeschikking en kan leiden tot discriminatie van transgenders en mensen met een intersekse-conditie.
“Discriminatie op grond van genderidentiteit is een mensenrechtenschending”, wordt in het rapport gesteld. Vandaar dat er gepleit wordt voor ‘wetten die verplichte sterilisatie van transgenders verbieden’.
De WHO classificeert transseksualiteit nog altijd als een geestesziekte – dit op grond van richtlijnen die in 2010 zijn opgesteld. Die richtlijnen worden volgend jaar vernieuwd en de WHO is door mensenrechten- en LHBTI-organisaties opgeroepen om het beleid van de Amerikaanse vakvereniging van psychiaters (APA) te volgend die in 2010 ‘gender identity disorder’ schrapte uit de DSM – het diagnostisch handboek voor psychiaters, psychologen en psychotherapeuten.
[Bron: WHO – Illustratie WHO: CC-USMG]
Het COC vecht voor LHBT-rechten. Vecht mee!