In dit boek, dat onder meer verkrijgbaar is bij de El Tawheed-moskee in Amsterdam-West, wordt opgeroepen homoseksuelen met hun gezicht voorover van een hoog gebouw te duwen en ze vervolgens te stenigen tot de dood erop volgt. Enkele demonstranten droegen protestborden met zich mee met teksten als ‘Geen homohaat bij mij in de straat’, ‘Moslims zijn niet beter dan homo’s’ en ‘Wie dit tolereert in Nederland is van de verkeerde kant’.
Namens COC Nederland voerde voorzitter Henk Beerten het woord: ‘Homo’s hebben tientallen jaren strijd gevoerd voor gelijkberechtiging en acceptatie. Oproepen tot het doden van homoseksuelen kan niet getolereerd worden. Dan wordt er een grens overschreden en is het aanzetten tot haat.’ In — riep hij op ‘tot verzet tegen onverdraagzaamheid’. Op het Homomonument, ‘het symbool voor de homostrijd’, zei hij dat dit geen demonstratie tegen de Islam is of tegen moslims. ‘Dit is een demonstratie tegen iedereen die vindt, op grond van welk geloof of welke opvatting dan ook, tot haat tegen homoseksuelen te moeten oproepen. Of dat nu een pastoor, een dominee of een humanist is, een imam of de paus. In alle gevallen zullen we ons tegen die onverdraagzaamheid verzetten.’ Geëist wordt dat de verspreiding van geschriften zoals ‘De weg van de moslim’ stopt en verboden wordt en dat instellingen, gebedshuizen van welke religie of overtuiging dan ook, die dit soort informatie verspreiden tijdelijk of bij herhaling, definitief gesloten worden. De ‘sleutel om uiteindelijk een einde te maken aan de intolerantie’ zijn volgens de COC-voorzitter ‘moslims die dat durven te uiten’, die hun nek durven uit steken en onomwonden homohaat afwijzen. Hij riep homoseksuelen op ‘niet zelf het pad van de intolerantie op te gaan’. ‘Blijf het gesprek zoeken en trap niet in de valkuil van de xenofobie of moslimhaat. Dat brengt ons geen stap dichter bij acceptatie van homoseksualiteit ook niet in moslimkringen. Discriminatie op grond van homoseksualiteit is in de Nederlandse wet- en regelgeving verboden. Dat hoort bij de fundamentele waarden in de Nederlandse samenleving. Die moeten we allemaal koesteren, autochtone en allochtone Nederlanders.’
Andere sprekers tijdens de protestbijeenkomst waren Henk Krol, hoofdredacteur van De Gaykrant, Kamerleden Boris Dittrich (D66) en Marijke Vos (GroenLinks), de Amsterdamse wethouder Frits Huffnagel (VVD), Clem Bongers namens Stichting Yoesuf en Haci Karacaer, directeur van Milli Görüs.
Karacaer maakte in — duidelijk, het aanbieden van boeken die aanzetten tot haat ‘laakbaar, dom en zelfs strijdig’ met zijn geloof te vinden. Maar hij betwijfeld of het boek daarom ook verboden moet worden. ‘Met een beetje kwade wil kun je zelfs Die Zauberflöte van Mozart in de ban doen als puur racistisch.’ Hij verwees daarbij ook naar de censuur in de Arabische wereld en de gevolgen daarvan voor het lage niveau van wetenschap, het publieke debat en het openbare bestuur in die landen. Maar gedragingen die ingaan tegen de basisbeginselen van de democratische rechtstaat moeten wel hard aangepakt worden en dat kan zelfs leiden tot het ontbinden van organisaties. ‘Maar daar gaat de rechter over, niet de politiek’. Wat nodig is, aldus Karacaer, is debat. ‘Debat tussen burgers en hun organisaties. Over alles wat wij als burger op de agenda willen hebben. Laten we elkaar niet gek maken. Dat debat vindt allang plaats’, waarmee Karacaer verwees naar het Dialoogproject van COC, Humanistisch Verbond, Stichting Islam en Burgerschap en Stichting Yoesuf. ‘Een dergelijk debat moet kunnen gaan over het potenrammen van jongens met een moslim-achtergrond, over het schaamteloze misbruik dat sommige homo’s maken van de kwetsbare positie van jongeren met een moslim-achtergrond, over de angst verworven rechten te verliezen en over de seksualisering van de openbare ruimte, waardoor die voor sommige vrouwen feitelijke ontoegankelijk wordt.’ Karacaer sloot zijn toespraak af met de woorden:’Ik ben niet bang om zogenaamde zekerheden in nieuwe ontwikkelingen weer eens tegen het licht te houden. Van eerlijke conflicten word je beter.’
Marijke Vos liet de demonstranten weten dat het tijd wordt dat mensen die haat tegen homo’s prediken worden aangepakt. Boris Dittrich noemde ‘De weg van de moslim’ een doodlopende weg. Haatzaaiende teksten dienen volgens hem verboden te worden. En dat geldt zeker voor teksten waarin bevolkingsgroepen met de dood bedreigd worden. Moskeeën die geen huizen van bezinning zijn, maar huizen van haat, moeten worden gesloten. Tot slot riep het Kamerlid de moslimorganisaties op tot dialoog. Frits Huffnagel sloot daarop aan. In een vlammend betoog riep hij homo’s en moslims op samen op te trekken. Een dialoog waarin ook jonge homo’s waakzaam dienen te zijn om de door een vorige generatie verworven homo-rechten te behouden. Een tolerante samenleving als Nederland, kan volgens Huffnagel, enkel in stand blijven als we intolerant zijn tegen intolerantie. Henk Krol pleitte in zijn toespraak niet voor een verbod van ‘De weg van de moslim’, maar vooral aandacht te hebben voor de gevolgen die zulke boeken kunnen hebben. Dat vraagt ook van de homogemeenschap dat we de laksheid van ons af moeten werpen en actief moeten bijdragen aan het behoud van een tolerante pluriforme samenleving.
De protestbijeenkomst georganiseerd door COC Nederland werd mede-ondersteund door de De Gaykrant en Stichting Vrienden van De Gaykrant, de Schorerstichting en Stichting Enschede Roze 2004.
Naast Milli Görüs heeft ook het CMO (Contactorgaan Moslims en Overheid) publiekelijk afstand genomen van de verspreiding van ‘De weg van de moslim’. Zie daarvoor de reacties in de media elders op deze website.
Het tumult rond ‘De weg van de moslim’ is inmiddels een internationale zaak geworden, want Vlaamse homo-organsaties hebben klachten ingediend tegen de verspreiding van deze boeken in België.