Ook wil de Kamer dat ze in overleg met o.a. homo/lesbische organisaties een nieuwe nota homo-emancipatiebeleid schrijft. Daarnaast wil de Kamer uitleg over de affaire rond de schooleditie van Expreszo. Als er voor het beleid meer geld nodig is, dan is de Kamer bereid daarvoor de middelen beschikbaar te stellen. De amendementen daarvoor liggen al klaar.
Petitie
Dindsdag 12 oktober 2004 besprak de Kamercommissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de Tussenrapportage Homo-emancipatiebeleid van staatsecretaris Ross van VWS, de coördinerend bewindspersoon homo-emancipatiebeleid. Vooraf kreeg Stef Blok, de voorzitter van de Kamercommissie, een petitie aangeboden door Irene Koopman, secretaris van COC Nederland, namens het Platform Seksuele Diversiteit, een overleggroep van een groot aantal homo/lesbische organisaties. Het platform constateert dat de sociale acceptatie stokt en pleit daarom voor een doelgerichte en krachtige voortzetting van het gevoerde beleid.
Onderzoek acceptatie
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaat in opdracht van staatssecretaris Ross onderzoeken hoe het is gesteld met de acceptatie van homoseksualiteit in Nederland. Staatssecretaris Ross constateert in haar Voortgangsrapportage Homo-emancipatie, dat de emancipatie zo goed als voltooid is, maar dat de sociale acceptatie hapert. Een Kamermeerderheid is van oordeel dat dit beeld veel te rooskleurig is en dat er zelfs van een teruggang in de sociale acceptatie sprake is. Daarop zegde staatssecretaris Ross een onderzoek door het SCP toe om de feiten op tafel te krijgen.
Ross over Roze
Een Kamermeerderheid was ook van oordeel dat de staatssecretaris in haar notitie te veel terugkijkt en te weinig nieuw beleid en nieuwe ambities toont om de sociale acceptatie te bevorderen. D66-woordvoerder Van der Laan vroeg nadrukkelijk om een nieuwe nota waarin concrete projecten, te behalen resultaten, tijdspaden en benodigde middelen vermeld worden. PvdA-woordvoerder Verbeet wist ook al een naam voor die nota: ‘Ross over Roze’. Samen met D66, GroenLinks en VVD pleitte zij ook voor overleg met maatschappelijke organisaties, waaronder de homo/lesbische organisaties, en met de besturen van de grote steden. CDA-woorvoerder Ferrier stemt hier mee in. Ook zij wil een duidelijk inzicht in de taakverdeling tussen Rijk, plaatselijke overheid en de rol van het maatschappelijke middenveld. In haar visie is Nederland internationaal koploper en dient het ook voortrekker te zijn als het gaat om de bevordering van homo-emancipatie. Nu de acceptatie van homoseksualiteit lijkt te haperen, is het lastig om die positie te behouden en is een extra doelgerichte inspanning noodzakelijk.
Boter bij de vis
D66 maakte bekend een drietal amendementen in te zullen dienen om extra middelen vrij te maken om dit beleid te kunnen bekostigen. D66, GroenLinks en PvdA willen ook geld uit het budget voor integratiebeleid oormerken voor Dialoog-projecten en voor de projecten van bijvoorbeeld Stichting Yoesuf. GroenLinks-woordvoerder Tonkens en PvdA-woordvoerder Verbeet stelden ook voor gelden voor het project ‘De Veilige School’ uit de Onderwijsbegroting te oormerken voor projecten die de veiligheid van homoseksuele leerlingen en onderwijspersoneel bevorderen. De partijen vragen de staatssecretaris als coördinerend bewindspersoon homo-emancipatiebeleid op dit soort beleidsterreinen meer initiatief te tonen richting andere ministeries om de gelden voor het te voeren beleid veilig te stellen. VVD-woordvoerder Luchtenveld sloot daarop aan met de opmerking dat hij concrete voorstellen wil zien. ‘Het beleid moet een tandje hoger. Als daarvoor meer geld nodig is, moet de begroting van VWS bijgesteld worden. Boter bij de vis.’
Overleg en nieuwe nota
Staatssecretaris Ross maakte duidelijk dat haar Tussenrapportage wel de richting van haar ambities aangeeft en dat nu het moment gekomen is om daarover met maatschappelijke organisaties, waaronder ook de homo/lesbische organisaties, overleg te gaan voeren om het beleid voor de komende jaren concreet invulling te geven. Daarvoor heeft ze de inbreng van die organisaties nodig, zo stelde Ross, omdat deze organisaties op plaatselijk niveau in haar visie de voornaamste uitvoerders van dat beleid moeten zijn. Ross gaat daarover een nieuwe nota schrijven met een duidelijk overzicht van haar ambities, een tijdspad, instrumenten en financiële middelen. Of daarvoor ook extra geld en ambtelijke inzet nodig is, liet de staatssecretaris in het midden. Nog voor de behandeling van de begroting van VWS krijgt de Kamer een brief van de staatssecretaris met de procedure voor het te voeren overleg en de vertaling daarvan in een nieuwe Nota Homo-Emancipatie.
ExpresZó
De weigering van schooldirecties om de schooleditie van Expreszo te verspreiden onder hun leerlingen leidde tot een verhit debat in de Kamercommissie.
De woordvoerders van CDA, ChristenUnie en SGP vinden dat schooldirecties niet verplicht zijn om materiaal dat ze ongevraagd toegestuurd krijgen te verspreiden onder hun leerlingen. CDA en ChristenUnie hadden bovendien begrip voor de weigering van scholen, omdat ook zij de teksten en afbeeldingen in het Expreszo-blad ‘grof en onsmakelijk’ vinden. Vooral de satirisch bedoelde ‘tolerantietest’, met een grap over premier Balkenende, moest het bij CDA-woordvoerder Ferrier ontgelden. Met zulk materiaal bereik je de doelgroep niet en daarmee was de subsidie volgens haar ‘weggegooid geld’.
D66, GroenLinks, PvdA en VVD maakte duidelijk dat scholen het blad echter niet zomaar kunnen weigeren. Onderzocht moet worden op welke wijze deze scholen dan wel homoseksualiteit aan de orde stellen en invulling geven aan het uitgangspunt van het rijksbeleid dat ‘de bestrijding van homo-discriminatie een kernwaarde is van de Nederlandse samenleving’.
CDA, ChristenUnie en SGP zijn het eens met de andere partijen dat scholen een taak hebben in het bestrijden van homo-discriminatie en dus aandacht dienen te besteden aan homoseksualiteit. SGP-woordvoerder Van der Staaij beklemtoonde echter dat scholen daar, vanwege de grondwettelijke vrijheden van onderwijs en godsdienst, een eigen invulling aan mogen geven die strookt met de grondslagen van de school. Homo-discriminatie moet bestreden worden, zo stelde hij, maar dat kan bijvoorbeeld niet betekenen dat reformatorische scholen verplicht kunnen worden het ‘homohuwelijk’ te omhelzen, omdat dit immers indruist tegen de fundamentele godsdienstige opvattingen die de grondslag van deze scholen vormen. Huizinga, woorvoerder van de ChristenUnie, sloot daar op aan met haar opmerking dat reformatorische scholen daarom ‘expres zó’ met het blad omgegaan waren.
De VVD-woordvoerder Luchtenveld stelde de verantwoordelijkheid van het Onderwijsministerie ter discussie met de vraag op welke wijze het ministerie de scholen in het reguliere overleg vooraf had geïnformeerd over dit project.
Staatssecretaris Ross antwoordde dat de overgrote meerderheid van de scholen het blad wel verspreid hebben onder hun leerlingen en dat er al nabestellingen zijn van scholen. Zij zegde toe samen met haar collega, de minister van Onderwijs Van der Hoeven, te komen met een uitgebreide brief over deze kwestie. De subsidieverstrekking, het overleg met de scholen over de verzending, het toezicht van het ministerie van Onderwijs en de weigering van scholen zullen daarin aan de orde komen. Ross deelt de opvatting van de Kamermeerderheid dat scholen die het blad geweigerd hebben, wel moeten aangeven op welke wijze ze dan aandacht geven aan homoseksualiteit om daarmee bij te dragen aan tolerantie, sociale acceptatie en de bestrijding van homo-discriminatie.
Zie voor meer informatie over de ‘ExpresZó Affaire’: www.expreszo.nl. Op de headline-pagina’s is ook een pdf-bestand te vinden met een digitale versie van de schooleditie van Expreszo.