Het beroep op seksuele gerichtheid als asielgrond lijkt in de praktijk zelden te slagen en homoseksuele asielzoekers lopen gevaar in de opvang. Naar aanleiding daarvan heeft het COC een brief gestuurd naar de woordvoerders in de Tweede Kamer voor justitie, asielbeleid en homo-emancipatiebeleid waarin voor deze twee dringende kwesties aandacht wordt gevraagd.
Problemen in de opvang
Frank van Dalen
, voorzitter COC Nederland:
‘Uit recent onderzoek blijkt dat opnieuw dat homoseksuele asielzoekers in de opvang tegen grote problemen oplopen: ze worden getreiterd, bespuugd, geslagen en seksueel geïntimideerd en zelfs met de dood bedreigd. COC Nederland pleit er daarom voor dat homoseksuele asielzoekers gehuisvest worden op een centrale veilige plaats buiten het opvangcentrum. Seksuele gerichtheid zou één van de indicaties moeten zijn om dat mogelijk te maken’.
Projectplan
COC Nederland, Kenniscentrum Homo- en Lesbisch Emancipatiebeleid en Schorerstichting hebben daarvoor een projectplan ontwikkelt, dat kon rekenen op financiering van het VSB Fonds, maar helaas niet uitgevoert kon worden door gebrek aan steun van het ministerie van Justitie. In de brief dringt het COC er bij de Kamerleden op aan dit project alsnog steun te geven, zodat het de gesignaleerde knelpunten aangepakt kunnen worden.
Homoseksualiteit als asielgrond
Veel asielverzoeken van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders worden afgewezen. Ondermeer omdat de informatie in de ambtsberichten van Buitenlandse Zaken de feitelijke situatie in het land van herkomst niet goed weergeeft.
Maar ook omdat de asielzoeker uit schaamte, vanwege traumatische ervaringen met autoriteiten uit het eigen land of uit wantrouwen tegenover de tolk niet onmiddellijk zijn of haar seksuele gerichtheid noemt als vluchtreden, terwijl dat nu wettelijk wel verplicht is.
Frank van Dalen
, voorzitter COC Nederland:
‘Die ambtsberichten moeten voortaan structureel en volledig over de juridische en feitelijke situatie en de mate van vervolging rapporteren. Het moet ook toegestaan worden om in een later stadium alsnog seksuele gerichtheid als asielgrond mee te nemen in de procedure. Als het nodig is, zou de asielwetgeving daarop aangepast moeten worden. En om duidelijkheid te krijgen of mensen terecht uitgewezen worden, zou het raadzaam zijn op proef een aantal uitgezette homoseksuele asielzoekers te monitoren. Minister Verdonk zou het aantal geslaagde of mislukte asielaanvragen vanwege seksuele gerichtheid ook beter moeten gaan registeren en de informatie over het Nederlandse asielrecht zou op internationale sites van homo- en mensenrechtenorganisaties moeten staan, zodat vluchtelingen weten wat hen te wachten staat.