Na de goedbezochte sabbatsviering van vrijdagavond stroomt ook zaterdag, naarmate de ochtend vordert, de Uilenburger Synagoge steeds voller.
Rabbijn
Elisa Klapheck
uit Berlijn, eerder dit jaar als eerste vrouwelijke rabbijn in Nederland binnengehaald door de vernieuwingsgezinde gemeente Beit Ha’Chidush (Huis van Vernieuwing) leidt de sabbatsdienst met schwung. Er wordt veel gezongen, geklapt en bij het ronddragen van de Tora zelfs voorzichtig het begin van een dansje gemaakt.
Het vrolijke en onconventionele van de dienst is voor sommigen merkbaar nog een beetje wennen, maar de stemming komt er steeds beter in. Na kaddiesj, het gebed voor de overledenen, volgt kiddoesj, het wijdingsgebed van sabbat en feestdagen. In kleine bekertjes wordt de zoete kiddoesj-wijn rondgedeeld, symbool van vreugde. Bob Newmark, een Amerikaan die al 35 jaar in Nederland woont, brengt een meterlange galle binnen, het (gevlochten) brood dat staat voor het leven. Rabbijn Klapheck moedigt aan: ’Raak het brood aan of raak iemand aan die de galle aanraakt’. Newmark kraait het uit: ’Oh yes, touch me, raak me aan!’
Iedereen krijgt een stukje van de galle en na een korte lunch gaat het programma verder met een workshop van de Amerikaan Jay Michaelson, over de (on)verenigbaarheid van homoseksualiteit en joodse theologie. Geconfronteerd met dezelfde – vermeend – homovijandige bijbelteksten (Leviticus) worstelen religieuze joodse homo’s in feite met dezelfde vragen als gelovige christelijke homo’s: kun je wel tegelijk homo zijn en religieus, en kun je de Bijbel ook zo lezen, dat je als homo of lesbienne niet wordt uitgesloten en gediskwalificeerd?
‘Ik dacht’, vertelt Michaelson, ‘als ik als homo uitkom, betekent dat het einde van mijn religie.’ Er wordt herkennend geknikt en instemmend gemompeld. Zoekend naar een andere, onbevangen benadering van Bijbel en geloof is hij inmiddels tot bevrijdende inzichten gekomen. ‘Geloof heeft ten diepste met liefde te maken, en God is één, zonder einde: God heeft geen einde, dus ik ben ook God’.
De consequenties van zo’n ’eindeloze’ God kunnen niet iedereen behagen. ‘Moet ik Adolf Hitler dan ook als God zien soms, en de rabiate homohater Fred Phelps, en de religieuze leiders die in Jeruzalem de Gay Pride verbieden?’ Voor Bob Newmark gaat dat te ver. Maar hij kan dan ook niet echt wakker liggen van wat er in de Tora staat. ‘Sommigen zeggen dat de Tora vaststaat. Maar ik zie de Tora als een product van de cultuur en de tijd waarin die teksten werd doorgegeven, en dat onderworpen is aan relatieve verandering. Zonder verandering versteent de tekst.’ Hem geeft het samenzijn dit weekeinde vooral het gevoel in een gemeenschap te zijn waar je echt bij hoort: ‘Dit hier is een mirakel’.
Om dezelfde reden is Aäron Weinberg vanochtend in alle vroegte vanuit Antwerpen naar Amsterdam gereden. Hij worstelt in het geheel niet met godsdienstige vragen in verband met zijn homoseksualiteit, en heeft een niet-Joodse vriend. Die moest vandaag werken, anders was hij zeker meegekomen. ‘Het interesseert hem, hij weet inmiddels meer van het jodendom dan ik.’ Weinberg is niet in eerste instantie op het programma van de Shabbaton afgekomen. ‘Als ik naar een dienst wil, kan ik bij mij in de buurt wel tussen 44 sjoels kiezen, en wil ik homo’s ontmoeten, dan zijn er ook genoeg gelegenheden. Het is juist de combinatie van beide, het samenzijn met homo’s die net als ik Joods zijn, wat mij een speciaal, fijn gevoel geeft. Soort zoekt toch soort. Als ik in Israël ben, voel ik : dit is het land van de Joden, hier hoor ik. Zoiets ervaar ik nu ook: ik voel me hier thuis.’Het verhaal van Jay Michaelson vond hij erg zweverig en gedateerd. ‘Hoe kun je homo en Jood zijn? Dat is voor mij geen vraag. Allez, dat ben je.’ Rabbijn Klapheck vindt hij een ’zeer indrukwekkend persoon’. ‘Eerlijk gezegd moet ik wel wennen aan een vrouwelijke rabbijn. Een rabbijn was voor mij altijd een oude man die alles beter weet en naar pies stinkt. Ik geloof dat man en vrouw in wezen gelijk zijn, en dat vrouwen volwaardig moeten kunnen meedoen in de dienst. Toch vind ik een vrouwelijke rabbijn nog heel bijzonder. Ze is ook erg modern; dat dansen en springen ben ik eerlijk gezegd niet zo gewoon.’
De Israëlische Gili Zidkiyahu is voor de Queer Shabbaton overgekomen uit Londen, waar zij – uitgezonden door een Israëlisch bureau – als groepswerker en leraar werkt voor de joodse gemeenschap. Voor haar is de vrouwelijke rabbijn een rolmodel. ‘Ik studeer in Israël voor rabbijn. Misschien word ik in de toekomst daar wel de eerste vrouwelijke rabbijn’, zegt ze verwachtingsvol. Volgens haar is het op zich niet moeilijk om in Israël gay te zijn. ‘Naast veel ’gesloten geesten’ en relatief extremisme is er toch ook een grote openheid.’ Aangezien Israël voor een groot deel een seculiere samenleving is, verkeert Zidkiyahu deze dagen voor het eerst in een gezelschap van Joodse homo’s, voor wie ook de religie een rol speelt. Ze vindt de atmosfeer ’verrukkelijk’ en ’opwindend’. ‘De Tora is voor mij heel belangrijk en speciaal, al kan ik als feministe en lesbienne veel teksten niet letterlijk lezen.’ Workshops als die van Michaelson zijn aan haar wel besteed.
Behalve de vele lezingen, workshops en vieringen, of het loutere genoegen om als Joodse homo’s onder elkaar te zijn, kan ook de hoop er een partner te vinden een goede motivatie zijn om de Queer Shabbaton te bezoeken. Dat overkwam Patrick van Herpen vorig jaar, tijdens de ’Queer Seider’-viering, die Beit Ha’Chidush toen voor het eerst voor de Joodse homo’s en lesbiennes organiseerde.
Sinds 1998 hield de progressieve gemeente al speciale sabbatsdiensten tijdens de Gay Pride. Op initiatief van Gideon Querido van Frank, die ook dit jaar voor Beit Ha’Chidush de homo-activiteiten coördineert, werd daaraan vorig jaar een bijzondere seider-viering toegevoegd. Seideravond is de vooravond van het Joodse Pesach (Paasfeest), waarop de uittocht van de Joden uit de slavernij in Egypte wordt herdacht. Analoog aan deze bevrijding wordt tijdens de ’Queer Seider’ – een idee dat Querido uit New York meenam naar Nederland – de homobevrijding en -emancipatie gevierd.
Van Herpen (29), al zeven jaar op zoek naar een partner, werd precies een jaar geleden op slag verliefd op Natan Meir, historicus in Londen, die door Querido was gevraagd om de seiderdienst te leiden. ‘De enige optie voor mij om een vriendje te vinden, was in deze homo-vriendelijke sjoel’, zegt Van Herpen, die lid is van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam. ‘Er wonen veel Israëliërs in Amsterdam, maar die hebben een heel andere cultuur en zijn vaak seculier. Ik heb wel een sefardisch-joods vriendje gehad, met een Perzisch-Marokkaans-Israëlische moeder. Maar dat was me weer te veel hocus-pocus.’ Toen Van Herpen Natan Meir vorig jaar zag, was het ’liefde op het eerste gezicht’, Meir moest er wat langer over doen. ‘Onze eerste joodse ’date’ was in de bibliotheek van de Portugese synagoge. Heel netjes.’
Waarom is het, anders dan bijvoorbeeld voor Weinberg en Querido, die geen bezwaar hebben tegen een niet-Joods vriendje, voor Van Herpen essentieel dat zijn partner Joods is? ‘Door de gezinsachtergrond, die ik heb meegekregen. Een Joodse partner geeft een gevoel van veiligheid, vind ik. En ook de geloofskwesties: koosjer eten, de sabbat, de feestdagen. Een Joodse partner hoef je niets uit te leggen.’ Sinds vorige week wonen Van Herpen en Meir samen, in Utrecht waar Meir een beurs heeft gekregen aan de universiteit, bij de afdeling vrouwenstudies. Hij gaat er de positie bestuderen van Joodse prostituees in de 19de en 20ste eeuw.
Als de Gay Parade door de Amsterdamse grachten trekt, waaiert een deel van het Queer Shabbaton-gezelschap uit over de stad om een glimp van de boten op te vangen. Of er nog nieuwe liefdes zijn opgebloeid, wie zal het zeggen?
Zie voor meer informatie: www.queershabbaton.org
(Bron: Trouw – 8 augustus 2005)