Nader onderzoek
De PGLO (Persian Gay & Lesbian Organisation)en de IFIR (International Federation of Iranian Refugees) brachten als eerste het bericht dat er deze maand in Iran opnieuw twee mannen, Farbod Mosta’ar en Ahmad Choka, vanwege homoseksuele handelingen terechtgesteld zouden worden.
Omdat deze berichten erg summier waren en het op basis daarvan ook niet met zekerheid te zeggen is dat de doodstraffen louter vanwege homoseksuele handelingen opgelegd zijn, heeft het COC contact opgenomen met deze organsaties en met
Peter Tatchell
(OutRage!) en Scott Lang (Human Rights Watch – LGBT Rights Project).
Misverstand
Het eerdere bericht op deze website dat al één van de twee mannen op 16 augustus terechtgesteld is, blijkt bij nader onderzoek op een misverstand te berusten. In het voetbalstadion van Araq zijn diverse mannen terechtgesteld waaronder volgens The Observer ook een homoseksuele man, maar niet Farbod Mosta’ar of Ahmad Choka. Hun terechtstelling staat nog gepland voor 27 of 28 augustus a.s. Uit dit voorval mag blijken hoe moeilijk het is om uit Iran goede informatie te krijgen. Ook voor organisaties die ter plaatse over contactpersonen beschikken.
Resultaat
De executie van Farbod Mosta’ar en Ahmad Choka, beiden 27 jaar, is een gevolg van een aanklacht door ene Ali, een 22-jarige student aan de plaatselijke universiteit. Hij zou ruzie hebben met zijn familie over zijn kleding- en haarstijl. Die zou niet overeenkomen met de gebruikelijke religieuze stijl. Ali zou zijn vader, kolonel in het Iraanse leger, hebben ingelicht over de verkrachting. Zijn vader nam hem daarop mee naar een arts om bewijsmateriaal te verzamelen en om aangifte te doen bij de politie. Daarna werden Mosta’ar en Choka aangehouden en veroordeeld.
Volgens de bronnen van PGLO, leden van de ondergrondse Iraanse groep MAHA, is deze student biseksueel en staan Mosta’ar en Choka bekend als homoseksueel. Als zakenpartners runnen ze gezamenlijk een platenzaak. PGLO benadrukt ook dat de beide mannen niet genoeg geld hadden voor een goede advocaat om zich tegen de beschuldigingen te kunnen verweren. Vluchtelingenorganisatie IFIR heeft daarom de Iraanse topadvocaat Khoram Shati ingeschakeld om een beroepsprocedure bij het Iraanse Hooggerechtshof voor beide mannen te bewerkstelligen. Het is nog onduidelijk of daar rechtsgronden voor bestaan, maar in het geval van de twee jongemannen die eerder in Mashad opgehangen werden, is gebleken dat een hoger beroep weinig kans van slagen heeft.
Volgens Scott Long gaat het op het eerste gezicht dus niet om een duidelijke zaak vanwege homoseksualiteit op zich. Peter Tatchell benadrukt dat er wel berichten op het internet rondgaan dat het hier om een zaak rond homoseksueel contact gaat, maar dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat dit ook zo is. Die berichten zijn wel begrijpelijk, omdat het Iraanse regime een reputatie hoog te houden heeft als het gaat om het ‘fabriceren’ van aanklachten en dat wordt ook benadrukt door de vertegenwoordigers van PGLO en IFIR. Maar zonder aanvullende informatie is er op dit moment geen reden om aan te nemen dat de beschuldigingen van ontvoering en verkrachting onjuist zouden zijn. Hoewel het wel waar is dat de 22-jarige student Ali zelf aan de doodstraf kan ontkomen door de beschuldigingen van ontvoering en verkrachting. Daarmee is hij immers het slachtoffer in plaats van iemand die vrijwillig meegedaan heeft aan het plegen van strafbare seksuele handelingen. En daarmee redt hij ook de eer van zijn hooggeplaatste vader…
Daarnaast benadrukken Long en Tatchell dat in Iran op homoseksuele handelingen de doodstraf staat, dat martelingen een integraal onderdeel vormen van het ‘rechtssysteem’ en dat de doodstraf, zelfs voor dit soort vergrijpen, een grove aantasting van fundamentele mensenrechten is. Om die reden heeft Human Rights Watch deze zaak ook aangemeld bij de organisatie van Louise Arbour, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (UNHCHR).
Volgens kenners van de situatie in Iran zijn de executies die nu plaasvinden een onderdeel van het beleid van Mahmoud Ahmadinejad, de nieuwe Iraanse president. Onderdeel van zijn presidentscampagne was ook een oproep tot het uitbannen van immoreel gedrag, waaronder vormen van Westerse decadentie zoals homoseksualiteit. Bronnen uit Iran bevestigen dit beeld. Zij laten weten dat sinds het ophangen van de twee jongemannen in Moshad eind vorige maand de autoriteiten verscherpt toezicht houden op homoseksuelen en hun ontmoetingsplaatsen. De angst onder homoseksuelen, zowel in als buiten Iran, is daarom groot.
Het COC heeft de afspraak gemaakt met IFIR, PGLO, OutRage! en HRW informatie te blijven uitwisselen. Het verzamelen van die informatie is niet eenvoudig, omdat Araq, een stad op zo’n 250 km ten zuidwesten van Teheran, onder strikt religieus en politiek bestuur staat en streng militair bewaakt wordt, omdat hier de installaties staan die het zwaar water produceren die Iran de mogelijkheid kunnen geven tot het maken van een atoombom.
Verdere actie
COC Nederland heeft over de zaak brieven gestuurd naar minister Verdonk voor Vreemdelingenbeleid en minister Bot van Buitenlandse Zaken.
Bij minister Bot is er op aangedrongen dat de ambassade in Iran de executies ter plaatste nader onderzoekt en deze zaak ook onderdeel maakt van het onderzoek dat nu plaatsvindt om het ambtsbericht over Iran inzake homoseksualiteit te verbeteren. Dat ambtsbericht is belangrijk omdat het de basis vormt van de beslissingen van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) voor het verlenen van asiel aan een vluchteling.
Bij minister Verdonk is er op aangedrongen dat zij gebruik maakt van haar bevoegdheid mede vanwege deze nieuwe feiten op humanitaire gronden asiel te verlenen aan
Korosh P.
, de Iraanse asielzoeker die onlangs bijna het land werd uitgezet. Aan zijn martelgang dient zo spoedig mogelijk een einde te komen, zodat hij in rust aan zijn psychisch en lichamelijk herstel en zijn toekomst kan gaan werken.
Kamervragen
Lousewies van de Laan en Ursie Lambrechts (D66) hebben inmiddels schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van Buitenlandse Zaken en Vreemdelingenzaken en Integratie. Ze willen weten welke acties tegenover de Iraanse regering worden ondernomen en of de ambassadeur al is ontboden. Ook willen ze weten welke consequenties dit heeft voor homoseksuele asielzoekers uit Iran.
Lees ook eerder nieuws:
Opnieuw executies in Iran (16 augustus 2005)
‘Verdonk moet zich persoonlijk met Iraanse homo bemoeien’ (10 augustus 2005)
COC: ’18.136 handtekeningen voorkomen uitzetting’ (8 augustus 2005)
COC biedt petitie aan op Amnesty-podium (4 augustus 2005)
EU en Iran (30 juli 2005)
IND stopt uitzetting homoseksuele asielzoekers naar Iran (27 juli 2005)
Executies in Iran barbaars en onaanvaardbaar (23 juli 2005)