Begin juni heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in een opzienbarend vonnis de Oostenrijkse regering veroordeeld vanwege de jarenlange vervolging van homoseksuelen op basis van artikel 209 in het Wetboek van Strafrecht en tegelijkertijd twee slachtoffers hiervan een record schadevergoeding toegekend, namelijk ruim 106.000 euro.
De mannen die deze zaak aanbrachten werden op grond van de strafwet tot gevangenisstraffen veroordeeld, de een, G.B., in 2000 door het Landesgericht Wels tot drie maanden voorwaardelijk en de ander, H.G., een jaar later door het Landesgericht Innsbruck tot anderhalf jaar onvoorwaardelijk, waarvan hij ook daadwerkelijk een jaar heeft uitgezeten.
G.B. had hoger beroep ingesteld, maar ook het Oberlandesgericht Linz achtte artikel 209 niet in strijd met de mensenrechten. H.G. was in Oostenrijk niet in hoger beroep gegaan, maar had zich meteen tot het Europese Hof gewend.
In haar oordeel wees het Europese Hof erop dat de Oostenrijkse regering niet erkend dat de beruchte strafwetparagraaf in strijd met de mensenrechten is en ook geen schadevergoeding wil betalen. Daarom werd de regering veroordeeld tot de gerechtskosten en een schadevergoeding.
De afgelopen tijd zijn er negen bezwaarschriften tegen veroordelingen op grond van § 209 door het Europese Hof toegewezen en de Oostenrijkse regering heeft in totaal al 300.000 euro schadevergoeding moeten betalen. Momenteel zijn er nog twee andere zaken bij het Hof in behandeling.
De mannen kunnen met het oordeel uit Straatsburg in Oostenrijk hun vonnis nietig laten verklaren. Een dergelijke rehabilitering kunnen echter alleen slachtoffers van § 209 verlangen, die zich tot het Europese Hof hebben gewend. Iedereen die dat niet heeft gedaan blijft nog jarenlang een strafblad houden wegens een seksueel delict en krijgt ook geen enkele schadevergoeding, noch voor emotioneel leed noch voor hun gerechtskosten of de vernietiging van hun maatschappelijke carrière, die vaak van een veroordeling het gevolg is.
Het oordeel van het Hof is een zware slag voor de Oostenrijkse regering, die pertinent weigert mensen te rehabiliteren die vanwege homoseksualiteit zijn veroordeeld en vaak in inrichtingen voor geesteszieken een gevangenisstraf hebben uitgezeten. De veroordelingen maken nog steeds onderdeel uit van het Oostenrijkse strafregister en de processen verbaal zijn nog steeds voorhanden.
De Oostenrijkse regering weigert hardnekkig de veroordelingen op grond van § 209 door een wet op te heffen, en de Minister van Justitie, Karin Miklautsch, blokkeert zelfs (evenals haar voorgangers) alle genadeverzoeken van slachtoffers van dit wetsartikel aan de president.
‘Nu moet toch ook de starre bondsregering eindelijk de boodschap begrepen hebben,’ meent dr.
Helmut Graupner
, voorzitter van het Plattform gegen § 209 en advocaat van beide mannen: ‘Hoe lang nog wil ze de mensenrechten van gelijkgeslachtelijk levende en liefhebbende mensen met voeten treden en de belastingbetaler daarvoor laten opdraaien?’