De PvdA-Kamerleden Timmer en Dijksma dienden al op 7 februari jl. een serie schriftelijke vragen in bij minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De antwoorden daarop vonden zij echter onbevredigend en daarom hebben zij op 13 september jl. aanvullende schriftelijke vragen gesteld.
Timmer en Dijksma willen met hun aanvullende vragen (zie hieronder) duidelijk maken dat (bijzondere) ambtenaren van de burgerlijke stand (babs) met hun weigering een indirecte onderscheid maken tussen homo- en heterokoppels en dat dit onacceptabel is.
1.
Kunt u uw antwoorden herinneren op onze vragen van 7 februari 2005 over (Buitengewone) Ambtenaren van de Burgerlijke Stand die weigeren huwelijken te sluiten tussen partners van gelijk geslacht?
2.
Kunt u op dit moment garanderen dat een paar van gelijk geslacht in iedere gemeente in Nederland kan trouwen? Zo nee, hoe treedt u hiertegen op?
3.
Bent u met ons van mening dat het weigeren van het sluiten van huwelijken door (Buitengewone) Ambtenaren van de Burgerlijke Stand in strijd is met de eed die zin moeten afleggen, waarin zij zweren of beloven zich aan de wet te houden? Zo nee, waarom niet?
4.
Hoe verhoudt de eed die (Buitengewone) Ambtenaren van de Burgerlijke Stand moeten afleggen zich tot de uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling die stelt dat weigering tot het aanstellen van trouwambtenaren met religieuze bezwaren tegen het sluiten van een huwelijk tussen personen van gelijk geslacht een indirect onderscheid in de zin van de wet inhoudt?
5.
Bent u nog steeds van mening dat een wettelijke regeling over het voltrekken van huwelijken tussen personen van gelijk geslacht door (Buitengewone) Ambtenaren van de Burgerlijke Stand niet nodig is om te zorgen voor meer duidelijkheid en zekerheid bij gemeenten en burgers? Zo ja, op welke wijze gaat u hier dan voor zorgen? Zo nee, op welke termijn en op welke manier gaat u een dergerlijke regeling vormgeven?
Het is nu wachten op de antwoorden van minister Remkes. Zodra die bekend zijn, zal daarover bericht worden.
De bekendste gewetensbezwaarde weigeraar is
Nienke Eringa-Boomgaardt
, babs bij de gemeente Leeuwarden.
Haar arbeidsovereenkomst werd vanwege haar weigering vanwege religieuze gewetensbezwaren niet verlengd. Dat vocht zij succesvol aan bij de CGB, die oordeelde dat het ontslag op procedurele gronden onjuist was. De CGB oordeelde echter wel dat het weigeren van ambtenaren met gewetensbezwaren het maken van een indirect onderscheid op grond van religie is en derhalve strijdig met de anti-discriminatiewetgeving.
Inmiddels heeft het College van Leeuwarden besloten de kwestie rond Eringa niet op de spits te drijven. Haar arbeidsovereenkomst is eenmalig voor vijf jaar verlengd, maar wel met de afspraak dat dit contract daarna niet weer verlengd zal worden. Een meerderheid van de gemeenteraad heeft zich daartegen nog onlangs verzet, maar burgemeester Dales heeft laten weten dat de kwestie niet weer opgerakeld zal worden.
Uitgangspunt van dit kabinet, en van voorgaande kabinetten, is dat ieder homo/lesbopaar in elke gemeente moet kunnen trouwen en dat elke gemeente dus minstens één (bijzonder) ambtenaar van de burgerlijke stand moet hebben die daar aan wil meewerken. Daarmee wordt het recht om op grond van (religieuze) gewetensbezwaren te weigeren een huwelijk te sluiten van een paar van gelijk geslacht dus impliciet erkend.
In het regeeerakkoord van het kabinet-Balkenend 2 is afgesproken dat er een regeling voor gewetensbezwaarde babsen zal komen in het geval een rechterlijke uitspraak gewetensbezwaren van babsen niet erkend.