Ganzevoort meldde gisteren desgevraagd dat hij formeel beroep zal aantekenen bij de landelijke vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken. De deadline voor het indienen van een bezwaar loopt vandaag af. Voor de inhoudelijke formulering van het bezwaar heeft Ganzevoort meer tijd nodig. De volgende landelijke vergadering (de Nederlands-gereformeerde ‘synode’) is in 2007.
Het grootste bezwaar van Ganzevoort tegen zijn ontslag is dat het inhoudelijke gesprek volgens hem nog niet is afgerond. Ook vindt Ganzevoort dat de kerkenraad in Doorn ‘niet helemaal zegt wat ze vinden’. Volgens hem vindt de kerkenraad over homoseksualiteit, dat je ‘het wel mag zijn, maar niet mag doen’. Alleen zeggen ze dat niet.’ Ganzevoort is ontslagen omdat zijn handelwijze zorgde voor ‘verscheurdheid in de gemeente’.
De kerkenraad van Doorn had gehoopt met het besluit het proces rond Ganzevoort te beëindigen, zegt voorzitter P.J. Rietkerk. Maar Ganzevoort heeft de mogelijkheid in beroep te gaan, ‘dus dat respecteren wij’.
Ganzevoort is lid van de Nederlands Gereformeerde Kerk in Utrecht. Hij zal de komende tijd ook afwegen of hij binnen de Nederlands Gereformeerde Kerken zijn ‘plek nog heeft’. Als hij bedankt als lid, hoeft dat volgens hem zijn beroep bij de landelijke vergadering niet in de weg te staan.
Ganzevoort heeft momenteel geen preekbeurten van Nederlands Gereformeerde Kerken meer staan. Maar als zij hem uitnodigen, zal hij daarop ingaan. Hij blijft wel actief als docent en hoogleraar aan de protestantse Theologische Universiteit in Kampen en de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Gistermiddag hield
prof. dr. Ruard Ganzevoort
aan de Vrije Universiteit zijn inaugurale rede als hoogleraar praktische theologie. In zijn oratie liet Ganzevoort verschillende verhalen aan bod komen, waaronder dat van hem zelf.
Hij vertelde onder meer dat hij predikant in de Nederlands Gereformeerde Kerken was geworden als uiting van zijn ‘verlangen naar spiritualiteit en gekend zijn’. ‘Ik ben blij met wat ik daar geleerd heb, ook met het oog op pogingen om de christelijke traditie door te geven. Dat de wegen soms tegen mijn wil weer scheidden, doet niets af aan het goede dat er geweest is’, zo merkte hij op, verwijzend naar het feit dat hij recent is ontslagen als predikant met een bijzondere opdracht van de Nederlands gereformeerde kerk van Doorn, omdat hij samenwoont met een andere man.
‘Langzamerhand is voor mij de gerechtigheid -de orthopraxie- zwaarder gaan wegen dan de orthodoxie, maar het verlangen naar God en de betrokkenheid op Jezus zijn niet verdwenen. Ik probeer mijn werk vanuit dat geloofsengagement te doen, ook als het in mijn werk soms op de achtergrond staat. Zo worstel ik zelf ook met de vraag in hoeverre en op welke manier mijn persoonlijk geloof een rol mag spelen in mijn werk als theoloog’.
De grote maatschappelijke taak van theologen in deze tijd is ‘het verhelderen van conflicten en het bijdragen aan het onderlinge verstaan vanuit een fundamenteel respect voor het onoplosbare verschil.’
Theologen zijn nodig om de steeds moeilijker wordende communicatie te bevorderen, betoogde dr. Ganzevoort. Dat is van belang omdat mensen, zo zei hij, zelf betekenis geven aan het leven in wisselwerking met het aanbod van de georganiseerde religie. Religie is voor dr. Ganzevoort namelijk de ‘geleefde religie’ van mensen en niet ‘een georganiseerde traditie of organisatie – bijvoorbeeld de kerk’.
Van een overkoepelend verhaal voor de hele samenleving is geen sprake meer, zei hij. Iedereen heeft zijn eigen verhaal over zijn ervaring met het transcendente.
‘Omdat er zo veel verhalen zijn, komen we niet veel verder met een praktische theologie die zich beperkt tot binnenkerkelijke of binnenchristelijke zaken. Het is een geweldige uitdaging om moslims, pinkstergelovigen, orthodoxe en vrijzinnige protestanten, antroposofen en onkerkelijke religieus geïnteresseerden met elkaar in gesprek te brengen.
Voor dat gesprek is tenminste nodig dat de partners bereid zijn om het perspectief van de ander als legitiem te zien’.
De kritisch-theologische vraag ontkent niet, aldus dr. Ganzevoort, dat Gods handelen de basis van ons verhaal vormt, maar benadrukt dat dit handelen van God principieel transcendent is en zich dus onttrekt aan elk sluitend bewijs.
Om toch verder te kunnen komen in het gesprek noemde hij als normatieve ijkpunten waarheid, juistheid, schoonheid en liefde. ‘Maar ook in de normatieve evaluatie moet de radicale transcendentie worden gerespecteerd’.
De kerkenraad van Doorn heeft geen afvaardiging naar de inauguratie van Ganzevoort gestuurd.