Pvda-conferentie
Dit zei Onderwijswethouder Aboutaleb aan het eind van een conferentie over homoseksualiteit in het onderwijs, die door de Amsterdamse raadsfractie van de PvdA op 29 september jl. was georganiseerd. De PvdA wilde door de conferentie laten merken dat zij het thema belangrijk vindt en ze wilde van de scholen horen welke wensen en ideeën zij hadden. Dat doel werd gedeeltelijk gerealiseerd.
Er waren circa 70 aanwezigen, waarvan naar schatting tweederde van scholen. Toch waren er slechts een stuk of 6 van de 60 (VO/MBO/ROC) scholen vertegenwoordigd. Er waren workshops voor leerlingen, docenten en schoolleiders die elk een serie tips en suggesties opleverden voor beleid of voor praktische aanpak in scholen. Het goede voorbeeld van het Marcanti College werd centraal gepresenteerd en leverde veel vragen, maar ook bewondering op.
Leerlingen: verplicht lesgeven over artikel 1
De workshop over leerlingen werd begeleid door Margreet Riphagen, voorheen redactielid van Expreszo en actief als projectmedewerker van de scholierenwedstrijd PinkQuest. Zij deed met circa 20 leerlingen en met enkele docenten enkele spelletjes om te ervaren hoe het voelt om uitgesloten te worden.
Daarna brak een discussie los over wat er in een school aan discriminatie en homodiscriminatie zou moeten gebeuren. Sommige scholieren zagen dat niet zitten en vonden dat homoseksualiteit van hun (Islamitische) geloof niet mag. Andere jongeren kwamen met suggesties. De belangrijkste was dat er verplicht en structureel voorlichting zou moeten komen. Bijvoorbeeld over burgerschap en over artikel 1 van de Grondwet, maar zeker ook specifiek over homoseksualiteit.
Zulke voorlichting zou niet facultatief moeten zijn, want dan onttrekken de leerlingen die het thema niet zien zitten zich er toch aan en heeft het geen zin. Een leerling zei dat zij drie maanden lang seksuele voorlichting kregen, maar dat homoseksualiteit er aan het eind als één losse les een beetje bij hing. Hij vond dat homoseksualiteit in dit project vanaf de eerste les zou moeten worden geïntegreerd. Andere tips waren dat schoolleiders het initiatief moeten nemen om een bespreekbaar klimaat te creëren, dat zij homoseksuele en lesbische docenten zouden moeten uitnodigen om ervoor uit te komen en dat schoolregels goed moeten worden gehandhaafd – ook rond uitschelden en pesten rond homoseksualiteit.
Docenten: geen compromissen sluiten
De workshop voor docenten werd door Peter van Maaren, schrijver van het boek ‘Mijn meester is homo’ en voorlichter van COC Amsterdam, geleid. Ook deze workshop startte met enkele spelletjes – dit maal over hoe docenten homoseksualiteit bespreekbaar zouden kunnen maken in de klas. In de daarop volgende discussie kwam men tot de conclusie dat het belangrijk was dat (homo)docenten zichzelf zijn en blijven, geen compromissen sluiten in het uiten van hun gevoel en identiteit en daar duidelijk in zijn. In de plenaire discussie werd daar later wel bij aangetekend dat het wel cruciaal is dat de schoolleiding hen daar dan bij ondersteunt en voorbereid is op incidenten die zich daarover zouden kunnen voordoen.
Schoolleiders: krachtig leiderschap en gemeentelijke regisseur
De workshop voor schoolleiders en bestuurders werd begeleid door raadslid Herman Marres. Als deskundigen waren Marchel Verhulst (adjunt-directeur van het Marcanti College) en Peter Dankmeijer (Empowerment Lifestyle Services) uitgenodigd. Aan de workshop nam een zeer gemengd gezelschap deel, variërend van fractieleden van deelraden, via ambtenaren tot homoactivisten en docenten. Er waren helaas – buiten Marchel – geen schoolleiders.
In deze workshop werd een uitgebreide reeks van suggesties geïnventariseerd. De belangrijkste discussie was men hoe schoolleiders kan motiveren om echt aan de slag te gaan met homobeleid. En hoe vervolgens hun docententeams kunnen worden (en leerlingen, en ouders) betrokken. Iedereen was het erover eens dat bewustwording en integratie binnen reguliere activiteiten en structuren van belang was. Maar vervolgens liepen de suggesties uiteen, al naar gelang de achtergrond, ervaring en deskundigheid van de deelnemers.
Aan het eind van de workshop kregen de deskundigen de gelegenheid hun gewenste boodschappen aan de gemeente te formuleren en te reageren op de inbreng van de deelnemers. Marchel Verhulst raadde aan om incidenten te inventariseren, een heldere en concrete visie te formuleren, en een in de dagelijkse normale werkzaamheden geïntegreerd plan van aanpak te maken. Zijn laatste tip was om bij al deze stappen steeds de hele school te betrekken, van schoolleiders tot docenten, conciërge en leerlingen.
Peter Dankmeijer vond het voorbeeld van het Marcanti College een echte ‘good practice’ en gaf aan dat scholen hun eigen recept op maat moeten maken. Er zijn nog veel andere goede voorbeelden. Hij concentreerde zich in zijn suggesties op het niveau van gemeentelijk beleid. Zijn belangrijkste boodschap aan de gemeente was om een gemeentelijke onderwijsregisseur aan te stellen, die scholen kan helpen en stimuleren. Daarnaast zou de regisseur moeten komen met een concreet en aantrekkelijk aanbod, bijvoorbeeld in de vorm van interactief theater.
Het kan verkeren
Onderwijswethouder
Ahmed Aboutaleb
sloot de dag af met een persoonlijk verhaal en de voornemens van de gemeente. Hij zei: “het kan verkeren