Die taalachterstand kunnen jongeren hebben opgelopen doordat ze doof zijn of een andere taal als moedertaal hebben en komt in het boek tot uitdrukking doordat korte regels en korte zinnen worden gebruikt.
De doorgewinterde lezer zal zich er even aan ergeren, maar al snel is de cadans van de korte zinnen onder de knie en staat het verhaal centraal.
Het is een mooi verhaal. Wouter zit op de middelbare school en leert tijdens de toneellessen Thijs kennen. Bij het zien van Thijs krijgt Wouter warme gevoelens. ‘Wouter let niet zo goed op. Hij is een beetje in de war. Hij kijkt een paar keer naar Thijs. Hij vindt het leuk dat Thijs ook in het lokaal is. Maar hij begrijpt niet goed waarom hij dat leuk vindt. (…) Thijs heeft hele donkere ogen, denkt Wouter. Bijna zwart… (…) Wat een onzin om aan de ogen van Thijs te denken!’
Wouter wil niet anders zijn dan andere jongens, hij wil ook verliefd worden op een meisje. Hij ziet al helemaal voor zich dat ‘ie gepest zal worden als hij homo is. En dat gebeurt dan ook, als een klasgenoot een gedicht vindt dat Wouter voor Thijs heeft geschreven. ‘Als Wouter langs het groepje loopt, steekt Onno zijn tong uit naar Wouter. Onno beweegt zijn tong snel heen en weer. ‘Vind je dat lekker,’ roept hij met een gemene lach. ‘Zoenen met een jongen. Bah! Vieze homo!’ Wouters benen trillen. Er springen tranen in zijn ogen.’
Natuurlijk komt alles goed. Wouter biecht eerst aan zijn broer op dat hij homo is. ‘Caspar krabt zich op het hoofd en zegt: ‘Tja… als je homo ben, ben je homo. (…) Bij mij op school zitten een paar jongens die homo zijn’, zegt Caspar. ‘En dat zijn prima jongens’. Daarna volgen zijn ouders. Wat maakt het ook uit, de hele school weet inmiddels dat hij homo is, dus de hobbel om het zijn ouders te vertellen is niet zo hoog meer. Ook zijn schoolkameraadje Janna accepteert hem gewoon, ondanks het feit dat Wouter haar nogal lullig behandelde omdat hij juist hetero wilde zijn. In het laatste hoofdstuk krijgt Wouter een vriendje, niet Thijs maar een andere jongen van de toneelclub.
‘Gewoon Wouter’ is een dun boek, je leest het in een uurtje uit. Het verhaal is ingedikt tot hoofdlijnen, allerlei gevoeligheden die bij de coming-out komen kijken worden weggelaten. Desondanks is Gewoon Wouter to the point en wordt in niets verhullende taal gezegd waar het om gaat. Voor jongeren met een taalachterstand is het een prachtig boek om met homoseksualiteit kennis te maken. Eigenlijk zou dit boek verplichte kost moeten zijn voor alle jongeren. Het kan de discussie in de klas in elk geval aanwakkeren en de acceptatie van holebi’s bevorderen.
Remco van Schellen
Roze Golf