Terug naar overzicht

Dominee Loonstra trekt boek homorelaties terug

De classis Zwolle van de Christelijke Gereformeerde Kerken, die zich donderdag over de kwestie boog, heeft dat gisteren meegedeeld in een persbericht. Scriba ds. A. van Heteren wilde verder geen toelichting geven.

Alles is geoorloofd

Homoseksualiteit is in de Christelijk Gereformeerde Gemeente een beladen onderwerp. Wanneer in zo’n klimaat de veelbetekenende opmerking ‘Hij heeft een vriend…’, wordt gemaakt, wordt de verlegenheid veelal nog groter. Dat maakt het moeilijk om de personen in kwestie open te benaderen, waardoor de pastorale aandacht gauw tekortschiet.

Dr. Bert Loonstra

wil in zijn boek ‘Hij heeft een vriend. Homorelaties in de christelijke gemeente’ een aanzet geven om die beklemming te doorbreken.

Zorgvuldig worden de theologisch-ethische en de psychologische aspecten van homoseksualiteit en homorelaties verkend. De auteur pleit ervoor homorelaties niet onder alle voorwaarden te veroordelen. Met zijn argumentatie wil hij een bijdrage leveren aan een inhoudelijk gesprek over homorelaties in de christelijke gemeente.

Loonstra pleit in het boek ervoor in de kerk duurzame relaties tussen homoseksuelen te accepteren. De afwijzende uitspraken van Paulus over homoseksualiteit zijn volgens hem niet rechtstreeks toe te passen op homo’s die ‘op een verantwoorde wijze hun gerichtheid in banen leiden’. Vanuit Paulus’ uitspraak ‘Alles is geoorloofd’ komt hij tot het standpunt dat duurzame homorelaties die doortrokken zijn van dienende liefde, zijn toegestaan.

Bezinning

Volgens de classis heeft de Emmeloordse predikant zijn boek ingetrokken ‘om de weg vrij te maken voor een instructie, in de hoop dat er bezinning zal kunnen komen die gekenmerkt wordt door een zorgvuldig luisteren naar de Schrift en elkaar, in gebondenheid aan de gereformeerde belijdenis’. Een instructie is een verzoek aan de generale synode om een bepaalde kwestie te behandelen.

Loonstra wilde geen verdere uitleg geven. Op de vraag of hij onder druk is gezet de publicatie terug te nemen, antwoordde hij: ‘Ik heb er zelf toe besloten, maar hier laat ik het bij. Dat hebben we afgesproken. Omdat uitspraken het proces van bezinning op het onderwerp verstoren. Maar eigenlijk zeg ik al te veel’.

Onrust

De publicatie zorgde voor onrust binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Diverse predikanten spraken hun afkeuring uit over de inhoud, maar ook over Loonstra’s werkwijze.

De Emmeloordse predikant, die al eerder stof deed opwaaien met zijn boek ‘De geloofwaardigheid van de bijbel’, had zijn afwijkende standpunt eerst moeten voorleggen aan de kerkelijke vergaderingen. De kerkenraad van Elburg diende een bezwaarschrift in. Die van Urk schreef een weerlegging van Loonstra’s visie.

Omdat er nu een nieuwe situatie is ontstaan zullen de ingediende bezwaren ‘niet behandeld kunnen worden’, zegt de classis. Ze is dankbaar dat dr. Loonstra het boek heeft teruggenomen en ‘zich zal onthouden van publiek spreken en schrijven over homorelaties’. Maar zij betreurt het dat de publicatie verschenen is en ‘in onze kerken en daarbuiten tot veel verwarring en onrust heeft geleid’.

Generale Synode

De classis heeft een commissie ingesteld die de Generale Synode van 2007 gaat vragen ‘te komen tot een schriftuurlijk gefundeerde visie op homofilie’. Daarbij houdt de classis vast aan een besluit van 28 februari 2004 waarin staat dat de Bijbel ‘geen enkele ruimte laat voor de homoseksuele praxis, maar deze als zonde typeert’.

Deze Generale Synode classis zal zich ook uitspreken over de zogenaamde kwestie-Zwolle: de kerkenraad van de Christelijk-Gereformeerde Kerk in deze plaats besloot om samenwonende homofielen, die leven in een relatie van trouw, toe te laten tot het avondmaal. Op verzoek van de classis besloot Zwolle het besluit terug te draaien in afwachting van de Generale Synode-uitspraak.

Loonstra hoopt op een ‘bezinning’ die ‘gekenmerkt wordt door een zorgvuldig luisteren naar de Schrift’, staat in het persbericht van de classis-Zwolle.

De commissie die de Generale Synode om een uitspraak zal verzoeken, moet echter uitgaan van een al bestaand classisbesluit dat geen enkele ruimte laat voor de homoseksuele praxis. ‘Dat hoeft niet te bekenen dat de uitkomst van de Generale Synode al vast staat’, zegt de christelijk-gereformeerde hoogleraar kerkgeschiedenis H.J. Selderhuis. ‘Er is ruimte om te praten en van standpunt te veranderen – al is de bijbel volgens mij duidelijk over homofilie – maar dat betekent niet dat er in het verleden nooit iets over deze zaak is gezegd’.

Selderhuis gelooft Loonstra’s eerdere uitspraken dat hij de onrust niet had verwacht. ‘Maar dat vind ik knap naïef’. Hij bevestigt dat de terugname van een omstreden boek, op appel van een kerkelijke vergadering, uniek is in de geschiedenis van zijn kerkgenootschap. Hij wil de indruk wegnemen dat de beslissing van Loonstra nadelig is voor homoseksuelen. ‘Er zijn er veel die ervoor kiezen de weg van onthouding te gaan. Zij hebben Loonstra’s boek niet ervaren als steun in de rug’.

Instemming

Diverse christelijk-gereformeerden hebben met instemming gereageerd op het besluit van Loonstra. ‘Ik ben er blij mee’, zegt ds. D. Quant uit Eindhoven, lid van het deputaatschap kerkorde en -recht van de Christelijke Gereformeerde Kerken. ‘Het is duidelijk dat dit boek moeilijk in onze kerken en breder is ontvangen’. Volgens hem is een gedachtewisseling via de kerkelijke weg veel beter, ook voor homo’s. ‘Een gesprek over homofilie door de classis verloopt minder moeizaam. Als een predikant een boek publiceert, gaat het al gauw over de vraag of hij wel zuiver genoeg is en of hij nog wel in zijn ambt kan blijven. Dat geeft rumoer en is belastend voor de discussie. De kerkelijke weg is zuiverder. Ik geloof dat dit uiteindelijk ook beter is voor homofielen’.

Ds. P. den Butter uit Middelharnis haalde in het behoudende blad ‘Bewaar het pand’ scherp uit naar zijn Emmeloordse collega. Kan die zich nog wel herder noemen, vroeg hij zich af. Hij suggereerde zelfs dat Loonstra een ander beroep zou moeten kiezen. Nu zegt hij niet te willen oordelen. Geconfronteerd met de inhoud van het classisbesluit stelt hij verrast te zijn door de intrekking van het boek. ‘Ik vraag me af wat Loonstra’s motieven zijn geweest. Wat veroorzaakt hij hiermee? De homofielen die zich onthouden zijn er niet mee gebaat. Maar de groep die wel een relatie wil, staat nu ook in de kou. Dit besluit is misschien goed voor de kerken, maar niet voor Loonstra’s imago en voor degenen die hij in bescherming wil nemen’.

Dr. D. Visser uit Broeksterwoude, lid van de meeleescommissie die het manuscript van Loonstra beoordeelde, zegt zelf verrast te zijn geweest toen de publicatie verscheen. Hij had de proef gelezen en van kritische kanttekeningen voorzien. ‘Ik had verwacht dat Loonstra op grond van de commentaren dieper in de materie zou duiken en een gerijpter boek zou leveren. Ik was daarom ook verrast over het tijdstip van verschijnen’.

De Visser: ‘Als er iemand ergens geen strategie op nahoudt, dan is het Bert Loonstra wel. Hij heeft zich onvoldoende gerealiseerd dat het bij gevoelige kwesties in de kerk anders toegaat dan hij voor ogen had’.