Terug naar overzicht

Protestbrief aan minister Bot over Polen

De COC-verenigingen aangesloten bij de federatie COC Nederland, bijeen voor de Algemene Vergadering op zaterdag 26 november 2005 in Amsterdam, hebben een brief over de situatie in Polen gestuurd naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Aangedrongen wordt op publiek protest van Nederland en diplomatieke stappen van de minister. Ondermeer door de Poolse ambassadeur op het matje te roepen en vrijlating zonder rechtsvervolging te verlangen voor de gearresteerde demonstranten in Poznan.

Duidelijk wordt gemaakt dat het niet enkel gaat om de bescherming van de rechten van seksuele minderheden in Polen zelf, maar ook om het behoud van de Europese Unie als waardengemeenschap. Een EU waarbinnen gelijke behandeling en non-discriminatie van (seksuele) minderheden gewaarborgd zijn. Als een conservatief-katholiek EU-lid als Polen zich daaraan straffeloos blijkt te kunnen onttrekken, dan zal dat ook gevolgen hebben voor het debat en het besluit over de verdere uitbreiding van de EU, ondermeer met het islamitische Turkije.

Namens hen schrijft Frank van Dalen, voorzitter COC Nederland, het volgende aan de minister Bot.

Excellentie,

Dit weekend worden in een aantal Poolse steden, waaronder Warschau, Poznan, Krakow, Gdansk, Torun, Lodz en Elblag, demonstraties gehouden door homoseksuele mannen, lesbische vrouwen, biseksuelen, transgenders en hun sympathisanten. De concrete aanleiding voor deze demonstraties is het hardhandig uit elkaar slaan van een demonstratie voor gelijke rechten en tolerantie voor homo- en biseksuelen afgelopen weekend in Poznan. Maar feitelijk zijn de demonstraties op te vatten als een protest tegen de toenemende intolerantie van staatswege tegenover homo- en biseksualiteit in Polen.

Aan de vooravond van deze demonstraties in Polen willen COC-verenigingen, heden te Amsterdam bijeen voor de Algemene Vergadering van de federatie COC Nederland, u laten weten dat wij de ontwikkelingen in Polen met argusogen volgen en hopen dat de demonstraties niet tot taferelen zoals onlangs in Poznan zullen leiden.

De ontwikkelingen in Polen, en dus binnen de Europese Unie, verontrusten ons zeer.

Wij dringen er daarom bij u op aan daar namens de Nederlandse regering publiekelijk tegen te protesteren en stappen te zetten om de Poolse regering aan te zetten tot het eerbiedigen van de rechten van (seksuele) minderheden, ondermeer door het uitnodigen van de Poolse ambassadeur voor een gesprek op uw ministerie.

Wij vragen u met klem in dat gesprek naar informatie te vragen over de behandeling van de gearresteerde demonstranten in Poznan en aan te dringen op hun onmiddellijke vrijlating zonder verdere rechtsvervolging.

Zowel de nieuwe Poolse president Lech Kaczynski als de nieuwe premier Kazimierz Marcinkiewicz hebben publiekelijk meermaals uitspraken gedaan waaruit blijkt dat zij homo- en biseksualiteit ‘tegennatuurlijk’ vinden en als een gevaar voor de samenleving zien. Het optreden van de nieuwe Poolse regering en de gang van zaken afgelopen week in Poznan maken duidelijk dat het hierbij niet gaat om verkiezingsretoriek.

Het recht op gelijke behandeling van en de bestrijding van discriminatie tegen homoseksuele mannen, lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders, waartoe zij op basis van het Verdrag van Nice verplicht zijn, is bij deze nieuwe politieke leiders niet in veilige handen. De Europese Commissie heeft Polen er al op gewezen dat dit verdrag verplicht tot het beschermen van (ook seksuele) minderheden en dat bij het niet nakomen van deze verplichting Polen het stemrecht binnen de Europese Unie kan worden ontnomen.

Maar de nieuwe Poolse minderheidsregering onder leiding van Marcinkiewicz blijkt van dit drukmiddel niet erg onder de indruk. Er wordt inmiddels hard gewerkt aan het realiseren van de verkiezingsbeloften om het land terug te voeren naar traditionele gezinswaarden en het afbreken van voorzieningen en rechten voor de ‘tegennatuurlijke krachten’ die daar verondersteld een ‘gevaar’ tegen vormen. De vrijheid om vreedzaam te demonstreren is al in het geding, zoals mag blijken uit de doorzichtige argumenten van de burgemeester van Poznan in het verbieden van de demonstratie in zijn stad en de hardhandige wijze waarop de politie tegen de demonstranten is opgetreden.

En er is door de regering ook al besloten tot opheffing van het staatsbureau ter bevordering van gelijke rechten, dat in de afgelopen jaren een actief beleid ter bevordering van non-discriminatie van seksuele minderheden heeft gevoerd. De internationale protesten hiertegen zijn door de Poolse regering op cynische wijze gepareerd door het oprichten van een apart agentschap voor gelijke rechten ondergebracht bij het ministerie voor Familiezaken. Door de leiding daarover in handen te geven van iemand die meer dan eens heeft laten weten een tegenstandster te zijn van gelijke rechten voor homo-, biseksuelen en transgenders wordt duidelijk dat dit niet meer is dan lippendienst aan de uitgangspunten en doelstellingen van het Verdrag van Nice.

De nieuwe Poolse machthebbers dagen de Europese Unie bewust uit om te zien tot hoe ver men straffeloos kan gaan in het overtreden en negeren van gesloten verdragen die ooit een voorwaarde vormden voor het EU-lidmaatschap. Een testcase dus waarin duidelijk moet worden of de uitgangspunten en doelstellingen van non-discriminatie en gelijke rechten van (seksuele) minderheden binnen de Europese Unie meer zijn dan louter verdragsteksten. Maar het is daarmee ook een lakmoesproef om te beoordelen of dit soort verdragen voldoende garantie zijn voor het eerbiedigen van gelijke rechten om nieuwe staten het lidmaatschap toe te kennen. Als blijkt dat een EU-lidstaat zich zonder consequenties aan dit soort verdragen kan onttrekken, zal dat ook een rol gaan spelen in de discussie over het lidmaatschap van ondermeer Turkije.

Het optreden van de Europese Unie tegenover Polen speelt dus een cruciale rol, niet enkel als het gaat om de gelijkberechtiging van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders in Polen zelf, maar vooral ook voor de toekomst van de Europese Unie als waardegemeenschap.

Bij dit soort kwesties wordt er internationaal (op)gekeken naar een land als Nederland dat een voortrekkersrol vervuld als het gaat om de bescherming en bevordering van gelijke behandeling op basis van seksuele voorkeur.

Daarom vragen wij u met klem om publiekelijk namens de Nederlandse regering het beleid van de nieuwe Poolse regering aan de kaak te stellen, de Poolse ambassadeur te ontbieden op uw ministerie om informatie te geven over de ontwikkelingen in Polen in het algemeen en over de demonstranten in Poznan in het bijzonder en verder alles in het werk te stellen binnen de Europese Unie om Polen duidelijk te maken dat er consequenties verbonden zijn aan het overtreden en negeren van gesloten verdragen, zeker als het gaat om de bescherming van rechten van (seksuele) minderheden.

In afwachting op uw antwoord en vertrouwend op de stappen die u publiekelijk en diplomatiek zult ondernemen, sluiten wij af

Met de meeste hoogachting,
Frank van Dalen
Voorzitter COC Nederland

De brief wordt in afschrift ook gestuurd aan staatssecretaris Clémence Ross-van Dorp, belast met het homo/lesbisch emancipatiebeleid, mensenrechtenambassadeur Piet de Klerk, de leden van de Vaste Commissie Buitenlandse Zaken en de fractiewoordvoerders homo/lesbisch beleid in de Tweede Kamer.

Zie ook:

Polen – Homodemonstranten hardhandig opgepakt