Kemphanen zijn al 50 jaar wereldberoemd omdat destijds aan de Rijksuniversiteit Groningen werd ontdekt dat er twee typen mannen bestonden: een type (de honkman) dat op gemeenschappelijke baltsplaatsen een klein territorium verdedigt tegen andere honkmannen, en een type (de satelliet) dat geen honk verdedigt, maar op en rond de baltsplaats rondscharrelt en door de honkmannen wordt getolereerd.
Satellieten zijn heel goed te herkennen aan hun witte kuif en witte kraag. Honkmannen hebben allerlei kleuren, en combinaties van kleuren, maar zijn nooit helemaal wit. Vrouwtjes komen naar de baltsplaats om één of meerdere mannen te kiezen om mee te paren. Ze kiezen verhoudingsgewijs even vaak voor een honkman als voor een hagelwitte satelliet.
De Friese aardappelteler en vogelkenner Joop Jukema heeft nu ontdekt dat er zelfs nog een derde soort mannetjes kemphanen is. Hij schreef er een wetenschappelijk artikel over samen met Theunis Piersma, hoogleraar dierecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat verscheen in Biology Letters.
_Copulerende honkman met faar_
De nieuwe soort mannetjes zijn een slag groter dan vrouwtjes en hebben, ook net als de vrouwtjes, een onopvallend bruin verendek en missen een kuif. Ze hebben wel grotere testikels dan de andere mannetjes. Dat ze hun ‘vermomming’ in orde hebben, blijkt wel uit feit dat geleerden altijd hebben gedacht dat het uit de kluiten gewassen vrouwtjes waren.
Behalve dat de kemphanen zich als vrouwtjes tooien, paren ze ook met andere mannetjes. Slechts één keer zijn ze parend met een vrouwtje gesignaleerd. Alle andere keren ‘deden’ ze het met mannetjes. Volgens de onderzoekers gaat het echter niet daarom meteen om homoseksuele kemphanen.
Ze zijn zeldzaam; want vormen maar 1-2% van de populatie. Tot nu toe waren ze aangezien voor uit de kluiten gewassen vrouwtjes. De ontdekkers hebben ze ‘faren’ genoemd – faar is een oud-Fries woord voor aartsvader – omdat ze vermoeden dat deze vogels, in ieder geval wat betreft hun uiterlijk, het oorspronkelijke type man bij kemphanen belichamen.
Hun theorie is dat faren overvloedig sperma produceren, vandaar de grote testikels. Door met de mannetjes te paren kunnen ze het sperma in de cloaca (geslachtsorgaan van een vogel) van dat mannetje verdrijven en vervangen door hun eigen sperma. Als dat mannetje dan met een vrouwtje paart, brengt hij het zaad van het travomannetje over.
De kemphaan is een weidevogel die in Nederland uitgestorven is. Wel vliegen ze in groten getale over Nederland, van Siberië en Scandinavië naar West-Afrika. De mannetjes zien er in de broeitijd flitsend uit, met een bontgekleurde kraag van showveren en een al even bonte kuif. Het broeden en grootbrengen van de kuikens laten ze geheel aan de vrouwtjes over.