Terug naar overzicht

VK – Politie Noord-Ierland homofoob

De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd tijdens de half februari jl. door het politiekorps van Noord-Ierland (PSNI) gehouden conferentie Real People, Real Crime over hate crimes. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Institute for Conflict Research (ICR) in opdracht van het beleidsbureau van de Politie-Ombudsman in Noord-Ierland.

Uit het onderzoek blijkt dat forse stijging van het aantal meldingen van hate crimes: racistische incidenten zijn in 2005 in Noord-Ierland met 80% gestegen en homofobe incidenten zelfs met 175%. Volgens de onderzoekers duidt dat niet op een feitelijke toename van het aantal incidenten, maar op een groeiende bereidheid onder vooral homoseksuele mannen en lesbische vrouwen om dit soort incidenten te melden.

De Report Hate Crime-campagnes van de PSNI – nadrukkelijk ook gericht op homoseksuelen – hebben dus succes. Des te meer reden voor de politie om zowel intern als extern een open houding tegenover homoseksualiteit aan te nemen, zo concluderen de onderzoekers.

Brian Dougherty, werkzaam voor de Politie-Ombudsman, laat weten dat het van groot belang is dat de PSNI de uitkomsten van het onderzoek gebruikt om meer inzicht te krijgen in het eigen intern functioneren en om beter in te spelen op de behoefte van de zwarte en holebi-gemeenschap als het gaat om gepast politieoptreden.

Er is echter voor de politie in Noord-Ierland nog een hoop werk te doen om die positieve draai aan de uitkomsten van het ICR-onderzoek te geven.

Het onderzoek onthult namelijk dat er in de PSNI zelf nog veel fout zit. Ondanks een intensieve campagne om homofobie in het politiekorps tegen te gaan, laten lesbische en homoseksuele agenten hun seksuele voorkeur zelden of nooit weten aan hun collega’s of meerderen. En dat is begrijpelijk, want het onderzoek toont aan dat homoseksuele en lesbische agenten, of ze nu open zijn over hun seksuele voorkeur of niet, allemaal te maken krijgen met aanhoudende pesterijen, grove beledigingen en erger. Duidelijk is echter wel dat openlijk homoseksuele of lesbische agenten het zwaarder te verduren hebben – en dat stimuleert agenten die nog in de kast zitten niet t om hun stap te volgen.

Volgens Katy Radford van het ICR tonen de ervaringen van homoseksuele en lesbische agenten aan dat er nog altijd veel homofobie is in de PSNI. Homofoob gedrag lijkt ook gedoogd te worden door het voornamelijk mannelijk hoger kader. Superieuren zijn namelijk onvoldoende bereid om homofoob gedrag van hun ondergeschikten aan te pakken en bescherming te geven aan homoseksuele en lesbische agenten om daarmee een cultuurverandering in het politiekorps in gang te zetten. ‘De machocultuur binnen de politie wordt daarmee in stand gehouden’, zo stelt Radford.

En dat heeft ook gevolgen op de relatie met de homo- en lesbogemeenschap, zo blijkt uit de cijfers in het onderzoek. Hoewel een meerderheid van homo’s en lesbo’s tevreden is met het werk van de politie, geeft een kwart van de ondervraagden aan vanwege hun seksuele voorkeur door politiemensen discriminerend bejegend te zijn. En dat baart de onderzoekers zorgen, omdat een derde van de ondervraagde homoseksuele mannen en lesbische vrouwen laat weten in 2005 slachtoffer te zijn geworden van een geweldsincident, waarbij de helft denkt dat dit misdrijf te maken had met homofobie.

Het ICR-rapport sluit af met een serie van aanbevelingen om het politiekorps van Noord-Ierland zowel intern als extern homovriendelijker te maken. Tijdens de conferentie maakte de PSNI-leiding duidelijk de resultaten van het onderzoek ter harte te nemen. En de aanbevelingen zullen gebruikt worden voor beleid gericht op zowel intern als extern homovriendelijker maken van het politiekorps van Noord-Ierland.

Zie voor meer informatie over de Hate Crime-conferentie en de Report Hate Crime-campagne op de PSNI-website.