Alle Kamerleden vroegen de staatssecretaris vooral om meer actie als het gaat om onderwijs, veiligheid en zorg en de rol die Nederland speelt als internationaal voortrekker van homo-emancipatiebeleid. De vrijblijvendheid waarmee de invoering van beleid nu aan maatschappelijke organisaties in vooral het onderwijs en de zorg zelf wordt overgelaten dient doorbroken te worden, zo oordeelde een Kamermeerderheid van D66, GroenLinks, PvdA en VVD. Ross onderschrijft dat het homobeleid nieuwe impulsen behoeft, maar stelde dat het nu gevoerde beleid daar ook alle aanzetten voor biedt.
Onderwijs
Boris Dittrich (D66), Anja Timmer (PvdA), Naïma Azough (GroenLinks) en Ruud Luchtenveld (VVD) vroegen staatssecretaris Ross om in samenspraak met Onderwijsminister Maria van der Hoeven scholen meer te verplichten homobeleid op scholen ingevoerd te krijgen. Bijvoorbeeld door het daarvoor oogmerken van gelden uit het project De Veilige School of door de Inspectie van het Onderwijs meer instrumenten te geven om op scholen in te grijpen als die niets aan homobeleid doen. De Onderwijsinspectie heeft daar in het laatst verschenen jaarverslag uitdrukkelijk om gevraagd en het COC heeft dat verzoek nadrukkelijk onder de aandacht gvan de Kamerleden gebracht.
Staatssecretaris Ross vindt dat vooralsnog echter niet nodig omdat aandacht voor homoseksualiteit al onderdeel is van de ‘kerndoelen’ in het onderwijs. Waar dit op gespannen voet komt met de onderwijsvrijheid zoekt de staatssecretaris samen met haar collega Van der Hoeven de oplossing in ‘goed overleg’ met de scholen.
Ross pakte echter wel het ‘sympathieke’ voorstel van haar partijgenote Kathleen Ferrier (CDA) op om homoseksualiteit onderdeel te maken van het Jaarplan Onderwijsondersteuning. En ze kwam met het voorstel homoseksualiteit in de toekomst niet enkel een aandachtspunt te maken in de rapportages van de Inspectie voor het Onderwijs, maar te komen tot maar ook van andere inspecties, zoals die voor het Jeugdbeleid. Ze zegde toe binnen drie maanden te komen met een brief waarin ze de resultaten van dit nog op te starten overleg met deze inspecties zal melden aan de Kamer.
Ferrier was onmiddellijk enthousiast over dit ‘integraal inspectietoezicht’, maar Dittrich noemde dit plotselinge initiatief ‘hoogst verbazingwekkend’, omdat de staatssecretaris al sinds najaar 2004 weet dat de Kamer op dit punt op meer initiatieven van de staatssecreataris aandringt. In reactie daarop noemde Ross dat letterlijk ‘onzin’ en wees daarop omstandig op de reeks van projecten en initiatieven die al genomen of nog volop in ontwikkeling zijn om homoseksualiteit in het onderwijs bespreekbaar te krijgen.
Veiligheid
Alle Kamerleden spraken hun ongerustheid uit over het toenemende gevoel van onveiligheid onder homoseksuelen dat uit recent verschenen onderzoeken blijkt. Vooral het ontbreken van een goede politieregistratie van homofoob geweld en discriminatie dient te worden aangepakt. Dittrich verwees daarbij naar Frankrijk, waar die registratie wel goed geregeld is en kondigde aan eventueel met een motie te komen om dit ook in Nederland te regelen. Luchtenveld wees echter ook op de gevaren die daaraan kleven vanwege de privacy van mensen die aangifte doen. Niet enkel in Nederland, maar als het registeren en vooral uitwisselen van dit soort informatie in heel de Europese Unie gaat gebeuren wel in lidstaten die die niet zo homovriendelijk zijn.
Staatssecretaris Ross
zegde toe dit onderwerp te bespreken met minister Remkes van Binnenlandse Zaken. Verder wees ze op BlueView, een nieuw systeem om aangiften te scannen op trefwoorden – mogelijk kan dit systeem behulpzaam zijn om uit de politieregistratie zaken op te sporen waarin homofoob geweld en discriminatie een rol spelen. Ook dat zal ze gaan aankaarten bij Remkes en de Kamer daar op korte termijn over informeren.
GroenLinks-kamerlid Azough kwam met het voorstel jongeren die zich schuldig maken aan homofobie een specifieke taakstraf te geven waardoor ze homoseksuele mannen en vrouwen beter leren kennen. Zo kunnen ze hun vooroordelen bijstellen. De jongere moet met homo’s bijvoorbeeld meegaan naar een comingout-avond of een voorlichtingsles op school. Ze kunnen ook helpen op het COC of werken in ‘roze’ ouderenwoongroepen.
Zorg
Op dit punt zaten zowel Kamerleden als de staatssecretaris op dezelfde lijn. Voor kwetsbare groepen zoals ouderen en gehandicapten is een extra beleidsimpuls noodzakelijk. Ross liet weten voor projecten geld beschikbaar te hebben. Zodra ze daar de voorstellen voor ontvangt, kan het proces van beoordeling en toekenning van start gaan.
Verder wees Ross op de Wet Maatschappelijke Opvang (WMO). Gemeenten krijgen door de komst van deze wet de regierol in de verdeling van diensten en gelden als het gaat om zorg en hulpverlening. In haar overleg met de gemeenten zal Ross er voor zorgen dat de plaatselijke beleidsmakers ‘homoseksualiteit op het netvlies’ hebben, maar ze ging niet in op de suggestie van het COC om homoseksuelen een aandachtsgroep te maken, waardoor vertegenwoordigers van homobelangenorganisaties ook lid kunnen worden van de cliëntenraad die onderdeel moet worden van het plaatselijk besluitvormingsproces over de besteding van gelden voor zorg en opvang.
Babs
Timmer (PvdA) drong er nadrukkelijk bij de staatssecretaris op aan een einde te maken aan de mogelijkheid van, in elk geval nieuwe, bijzondere ambtenaren van de burgerlijke stand (babs) om vanwege religieus geïnspireerde gewetensbezwaren vrijgesteld te worden van het sluiten van een huwelijk tussen twee paren van gelijk geslacht. Staatssecretaris Ross maakte echter kortweg duidelijk dat het kabinet vasthoudt aan de lijn die ook al door het laatste paarse kabinet gevolgd werd. En dat betekent dat babsen die bezwaren kenbaar mogen maken en dat gemeenten daar rekening mee mogen houden op voorwaarde dat er altijd in elke gemeente paren van gelijk geslacht kunnen trouwen. Daarbij is trouwens in het regeerakkoord ook afgesproken dat dit kabinet met een regeling komt waarin gewetensbezwaren van babsen erkennen krijgen in het geval dat gemeenten besluiten dat (nieuwe) babsen alle huwelijken moeten sluiten.
Vervolg na de schorsing
Precies dit soort zaken zouden in de tweede ronde met reacties van de Kamerleden op het antwoord van de staatssecretaris aan de orde komen, maar daar ontbrak de tijd voor en dus is het overleg geschorts.
Het is nog onbekend waarneer het overleg wordt voortgezet, maar de schorsing geeft de holebibeweging – en dus ook het COC – de gelegenheid voor tussentijds overleg met de Kamerleden en met (de ambtenaren van) staatssecretaris Ross. Gelet op de eerste termijn is dat meer dan nodig om echte doorbraken in het beleid op speerpunten als veiligheid, zorg en onderwijs te kunnen bereiken.
Zie voor meer informatie het dossier Politieke Lobby.