_Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog
het eeuwige leven in de Hemel. Je vraagt je weleens af:
‘Waar hebben wij het aan verdiend?’_
De laatste weken waren er allerlei signalen dat Reve ‘op weg naar het einde’ was. Hij leed de laatste jaren aan epileptische aanvallen, de ziekte van Alzheimer en was verzwakt door ouderdom. Onze condoleances gaan uit naar zijn partner Joop Schafthuizen (‘Matroos Vos’) die in de laatste jaren liefdevol voor Reve gezorgd heeft.
_Reve (rechts) met Matroos Vos_
Gerard (Kornelis van het) Reve, geboren in 1923 in Amsterdam, brak kort na de Tweede Wereldoorlog door met zijn meesterwerk, de roman _De Avonden_ waarvoor hij de Reina Prinsen Geerlingsprijs kreeg. In de jaren tachtig werd deze klassieker verfilmd en recent zelfs in stripvorm uitgegeven.
Gerard Reve werd onderscheiden met de hoogste literaire prijzen in ons taalgebied. In 1969 ontving hij de P.C. Hooft-prijs en in 2001 werd hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend.
Het is maar kunst
_Kunstbroeder Carmiggelt zag mij eens, jaren geleden,
vrolijk op straat met vrienden
schertsend en lachend, vlak bij een cinema, en dacht:
‘Het lijkt waarachtig wel of hij gelukkig is.
Wat fijn, wat heerlijk voor die jongen,
maar wat rampzalig voor de literatuur.’_
Zijn geheel eigen stijl van schrijven (het ‘revisme’) kwam tot wasdom vanaf het begin van de jaren zestig. Eerst in de brievenromans _Nader tot U_ en _ Op weg naar het einde_. Daarna volgde een stoet bestsellers zoals _Lieve Jongens_, _De Taal der Liefde_, _Een Circusjongen_, _Moeder En Zoon_, _Oud En Eenzaam_, _De Vierde Man_ en _Bezorgde Ouders_.
Eind jaren negentig verschenen kort na elkaar zijn twee laatste romans. Eerst in 1996 het lang verwachtte _Het Boek Van Violet En Dood_ en daarna in 1998 zijn zwanenzang _Het hijgend hert_.
Daarnaast verschenen van zijn hand gedichten en een groot aantal brievenboeken, waarvan de laatste in september 2005 met een briefwisseling die hij onderhield met zijn eerste uitgever Geert van Oorschot.
Geheime opening
In zijn werk vanaf de jaren zestig schrijft Reve over zijn toetreden tot de Rooms-katholieke Kerk, zijn drankzucht, het benauwde communistische gezin waarin hij opgroeide met zijn ‘geleerde broer’ (prof. dr. Karel van het Reve), maar vooral ook over zijn homoseksualiteit en zijn relaties met Teigetje, Woelrat, Jakhals en Matroos Vos.
Onverbloemd en daarmee provocatief – want al zo beschreven in een tijd dat homoseksualiteit nog zwaar beladen was. Daarmee was Reve, met schrijfster Anna Blaman, in de jaren zestig een belangrijke wegbereider naar een Nederlandse samenleving waarin dit taboe doorbroken is.
Het zelfbewuste publieke optreden van Reve en het literaire en commerciële succes van zijn werk hebben ontegenzeggelijk bijgedragen aan een maatschappelijk klimaat waarin begin jaren zeventig het voor homoseksuelen discriminerende artikel 248-bis uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt kon worden.
De wijze waarop Reve schrijft over homoseksualiteit (en katholicisme) leidde overigens zelf begin jaren tachtig nog tot rumoer door de weigering van de CPNB (de organisator van de Boekenweek) om het door Reve als Boekenweekgeschenk geschreven _De Vierde Man_ te accepteren. Reve’s wraak was echter zoet, want zijn uitgeverij heeft het boek daarna zelf op de markt gebracht en het bleek een van Reve’s grootste bestellers en werd de meest succesvolle verfilming naar zijn werk.
God was een ezel
_Ik was een heel erg grote beer die toch heel lief was.
God was een Ezel en hield veel van mij.
En iedereen was erg gelukkig._
Persoon en werk van Reve hebben regelmatig aanleiding gegeven tot grotere en kleinere rellen – vaak ook wel bewust door Reve gezocht, want behalve ‘volksschrijver’, was Reve ook ‘broodschrijver’, eerder en meer dan veel andere Nederlandse schrijvers zich bewust dat een schrijver ook door publiek optreden zijn werk aan de man moet brengen om de kachel te laten branden.
Beroemd/berucht is het zogenaamde ‘Ezel-proces’. Reve moest in 1966 (het jaar van zijn toetreding tot de rooms-katholieke kerk) voor de rechtbank in Amsterdam verschijnen na een aanklacht wegens godslastering. Deze had betrekking op een passage uit de _Brief aan mijn Bank_ waarin Reve beschrijft hoe hij gemeenschap heeft met een als ezel geïncarneerde God. Die brief was in 1966 verschenen in _Nader tot U_, maar daarvoor in 1965 ook al gepubliceerd en becommentarieerd in _Dialoog – tijdschrift over homofilie en maatschappij_ van het COC.
Na een slepend proces – tot in detail na te lezen in _De God van je Tante_ van Jan Fekkes – waarin de auteur zelf zijn verdediging voerde, sprak de Hoge Raad hem in 1968 van alle aanklachten vrij.
Vooral met dit proces heeft Reve een belangrijke rol gespeeld in het doorbreken van de benauwdheid van de jaren veertig en vijftig en bijgedragen aan het ontstaan van het moderne Nederland. Een land met een grote vrijheid van meningsuiting, niet langer gemuilkorfd door de banvloeken van de dominee en de pastoor, en het openlijk bespreken van (homo)seksualiteit.
En een land waarin autoriteiten niet langer ongenaakbare regenten zijn. Zijn kus voor minister van Cultuur Marga Klompé in 1969 bij de uitreiking van de P.C. Hooft-prijs is daarvoor een symbool geworden.
Het is gezien
_Al mijn werk wordt oud papier_
Maar dit schrijft de jury bij de toekenning van de Prijs der Nederlandse Letteren:
Het is weinig Nederlandse auteurs gegeven zinsneden uit hun werk in het dagelijks taalgebruik opgenomen te zien. ‘Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven’ is er een van. ‘Het is maar kunst, moet u maar denken’, ‘Er komt weer geen normaal mens in voor’, ‘Penetratie van een zinloos feit’, en ‘Geheime opening’ zijn andere.
Reve is leven – hij is deel van de Nederlandse taal geworden.
Uitvaart
Ongeveer duizend mensen hebben in het belgische plaatsje Machelen-aan-de-Leie de uitvaartdienst voor de overleden volksschrijver Gerard Reve bijgewoond. De dienst werd gehouden in de plaatselijke dorpskerk.
Huis van mijn Vader
Voorganger in de gebedsdienst was dorpspastoor Gabriël Desmaele. Hij ging in de overweging in op Johannes 14, vers 2 (In het huis van mijn Vader zijn vele kamers). Verder hielden Reves vroegere uitgever Bert de Groot, de Vlaamse schrijver Erwin Mortier en Reves vriend Wim Bergmans een toespraak. Namens de regering was staatssecretaris Medy van der Laan van Cultuur aanwezig.
Begraafplaats
De dienst begon om 14.00, en eindigde om 16.00 uur, toen de kist onder het zingen van het In paradisum uit de kerk werd gedragen. De schrijver wordt ter aarde besteld op de nieuwe begraafplaats van Machelen waar hij zich in 1993 met zijn partner Joop Schafthuizen vestigde.
Zie voor meer informatie: Gerard Reve.