Er is de afgelopen jaren wat veranderd in Nederland. sinds 9/11, de moord op politicus Pim Fortuyn en op cineast Theo van Gogh, is het voorbij met het ideaal beeld van de multiculturele samenleving en met de gedachte van wederzijdse acceptatie en integratie. De angst voor wat afwijkt, de angst voor diversiteit, voor vreemdelingen is toegenomen. Deze angst trekt een zware wissel op de samenleving. Maar in homohuis Villa Lila te Nijmegen verdwijnt de angst, door samen te werken en samen te amuseren.
Die angst is er ruim 60 jaar na de Tweede Wereldoorlog niet meer voor Duitsers, daarvan wonen, werken en studeren er vele duizenden in Nijmegen, iets wat in de jaren vijftig nog onvoorstelbaar was. Die angst is er niet meer voor burgers uit EU-landen. Zij zijn immers christelijk of niet gelovig, zoals de autochtone bevolking dat ook is. Dat de gemiddelde Duitser, Brit of Amerikaan in Nederland slechter Nederlands spreekt en schrijft dan de gemiddelde jonge Nederlandse Marokkaan of Marokkaanse Nederlander beschouwen we als niet relevant. We hebben dezelfde wortels, de talen klinken bekend, _soit_, dan is er niks aan de hand.
Het verschil zit in taal, cultuur en religie. Homoseksualiteit in de Westerse wereld is nu geaccepteerd. Zeggen we. En al hoewel in steeds meer landen homoseksuelen juridisch gelijkgesteld zijn aan heteroseksuelen, is er onder de autochtone bevolking geen sprake van een brede sociale acceptatie en sociale veiligheid. De homoseksuele man in de eigen omgeving, die waar je gezellig mee kunt shoppen of die zo kunstzinnig en welbespraakt is, die je collega of je baas is, die accepteren we. Maar ook onder de autochtone Nederlanders is dat ijs maar dun. Stomme grapjes worden nog steeds gemaakt, ‘homo’ is een scheldwoord geworden. In diverse streng protestantse geloofsgemeenschappen is homoseksualiteit niet geaccepteerd, worden dominees uit hun ambt gezet en worden mensen verguisd. Wat is het verschil met de islamitisch opgevoede Nederlander? Is dat er?
Zij die beweren dat dit er niet is plaatsen zich buiten deze tijd. Maar het verschil zit niet in het Heilige boek, Bijbel of Koran, want in beide boeken zijn milde teksten te vinden, even zozeer als expliciete afwijzingen van homoseksualiteit. Het verschil zit in de uitingsvormen. Autochtone Nederlanders zijn grootgebracht met de waarden ‘bemoei je met je eigen zaken’ en met het polderen. Het temperament als cultuursegment is naarmate we zuidelijker komen expressiever van aard. Directer en opener. Dat heeft met het weer te maken: het leven speelt zich meer buiten af in landen met meer zonuren, en vice versa. Het is daarom niet uitgesloten dat het broeikaseffect in de verre toekomst implicaties zal hebben voor de acceptatie van homoseksualiteit, maar dat terzijde…
De homobeweging zoekt al twintig jaar naar mogelijkheden om in contact te komen met de van oorsprong niet westerse allochtonen in Nederland. Dat lukt nauwelijks. Twintig jaar later is de angst voor allochtonen bij homoseksuelen alleen maar toegenomen. Dat is een breed maatschappelijk probleem. Er lopen boeiende zij het wat intellectuele projecten, zoals de Dialoog: debat en gesprek tussen homo’s en allochtonen. Dit project is nog niet vertaald naar de basis. Sebastiaan en Mo zijn er geen vrienden door geworden. Er is maar één weg naar Casablanca. De weg van het contact.
Homohuis Villa Lila
is, terugkijkend geheel per ongeluk, de weg van het contact gaan bewandelen. Dat gebeurt op drie manieren. Werk, stage en amusement.
Er werkt in het kleine team van betaalde medewerkers een Iraanse heteroseksuele man. Hij programmeert. De kracht van de programmering zit in een breed aanbod: multiculturele activiteiten, tangosalons, gayfeesten, jamsessies, exposities et cetera. Het bijzondere is dat er zowel specifieke homoactiviteiten georganiseerd worden, als dat er een niet homospecifieke aanbod neergezet wordt. Dat werkt drempel verlagend. Er komen als gast ieder jaar meer hetero’s, er komen ieder jaar meer allochtonen. De heterokoppels zien ook homoparen dansen. De macho-heterotangodanser komt na een wissel te dansen met een homoman. De islamitische gast krijgt zijn drankje uitgeserveerd van een flamboyante nicht. In het kielzog melden zich nu steeds meer allochtonen voor vrijwilligerswerk in Villa Lila. De organisatie wordt zwarter, zonder de roze identiteit te verliezen. De prikkelende woorden die Nijmeegs burgemeester Guusje ter Horst hierover drie jaar geleden naar ons uitsprak, hebben wij ter harte genomen.
Daarnaast is Villa Lila nu voor meerdere opleidingen een erkend stage- of leerwerkbedrijf. Het eerste jaar kwamen er vooral lesbische meiden, en een enkele heteromeid. Op zich al bijzonder dat er zovel jonge lesbische meiden zichtbaar werden. Het tweede jaar begon het aanbod te verschuiven. Villa Lila kreeg door de goede begeleiding maar vooral door de ruimte die stagiaires krijgen om zelf ook grootschalige projecten te initiëren, een goede naam als stage-instelling. Het tweede jaar kwamen er ook jongens stage lopen. Meer hetero’s dan homo’s, en meerdere stagiair(e)s van allochtone afkomst. Met de projecten waar zij aan deelnamen, ik noem een jamsession, komen veel jonge mensen naar Homohuis Villa Lila, waaronder veel allochtone hetero’s. Die met openlijk homoseksuele leeftijdsgenoten in contact komen. De homoseksuele jongeren beschouwen de Villa als hun huis, en voelen zich vrij, en kunnen dus openlijk zijn.
De Villa is aantrekkelijk voor werknemers en stagiairs van allerlei pluimage: oud, jong, hetero, homo, transgender. Dat begint bij het werkaanbod. Villa Lila is een facilitair bedrijf. Een aardse organisatie waar iedereen de wc’s poetst, de boekhouding bijgehouden moet worden, het kopieerapparaat moet werken, de muren geverfd worden en waar al dan niet in opdracht van andere organisaties bijeenkomsten, voorstellingen, exposities en wat dies meer zij georganiseerd of gefaciliteerd worden. De inhoud, belangenbehartiging, politiek en beleid: daar houdt de Villa zich maar beperkt mee bezig, het primaat daarvoor ligt bij onze huurders COC Nijmegen en homojongerenorganisatie DITO!. En dat doen zij goed.
Juist het feit dat de Villa zo’n aardse onderneming is, verlaagt de drempel om er stage te lopen en te werken. Juist omdat er hetero’s en allochtonen zijn gaan werken en stage lopen, is het aanbod veranderd. Precies daardoor komen er meer allochtonen en hetero’s in de Villa. En dat zorgt er nou voor dat er sprake is van integratie avant la lettre. In de Villa worden contacten gelegd die op en andere plek in de stad onmogelijk tot stand zouden kunnen komen. En dat verandert de samenleving heel geleidelijk. Meer van deze initiatieven zijn noodzakelijk. Iedereen heeft tenslotte recht op minstens één homovriend(in) en minstens één allochtone of autochtone vriend(in). Bij Villa Lila kun jij de jouwe vinden.
Het is voor de homobeweging van belang om vast te houden van wat de afgelopen jaren bereikt is. Voor iedereen in Nederland is het belangrijk om een eerlijke kans op werk en inkomen te hebben en zich thuis te kunnen voelen. Praten over integratie van homo’s en allochtonen is belangrijk, maar de werkelijkheid veranderd door te d o e n. Als het de homobeweging en allochtone organisaties lukt de handen in een te slaan vanuit de optiek dat er gelijke kansen voor ieder moeten zijn, maar vooral ook dat er in de samenleving ruimte voor diversiteit moeten bestaan en dat we daar allen garen bij spinnen, dan komt het best goed hier. Een paar andersdenkenden met een grote mond: die kapselen we wel in.
Pascal van der Maas
Nijmegen, 14 april 2006
Villa Lila is gevestigd aan de In de Betouwstraat 9 te Nijmegen.
Pascal van der Maas (1966) is publicist en voorzitter van Homohuis Villa Lila, mede-eigenaar van homodiscotheek De Mythe en voorzitter-directeur van het Holbein Instituut, een tweede-lijnsorganisatie die o.a. homo-organisaties ondersteunt.