Terug naar overzicht

'Bogotá actiever met homobeleid dan Amsterdam'

Op uitnodiging van de Colombiaanse staatssecretaris van Onderwijs en de gemeente Bogotá heeft

Peter Dankmeijer

een presentatie voor vijftig schoolhoofden uit Bogotá gehouden.

‘Een dergelijke happening is in Nederland ondenkbaar. Zelfs in een stad als Amsterdam is het niet mogelijk om de directies voor dit onderwerp om te tafel te krijgen. Het ontbreken van enthousiasme voor burgerrechten en de marginalisering van homorechten daarbinnen is schrikbarend in Nederland. Lamlendigheid is troef’, moet Dankmeijer vaststellen.

Overzicht van knelpunten en mogelijkheden

De workshop van Dankmeijer op de studiedag van de AOb bestond uit een bewerking van de presentatie die hij deed in de Colombiaanse hoofdstad Bogotá.

De inleiding gaf een overzicht over de knelpunten die spelen op scholen, een afweging van mogelijkheden om de problemen effectief aan te pakken en aanwijzingen voor de rol die leerlingen, leraren, directies, gemeenten en regering zouden moeten spelen. Aan het eind van de inleiding gaf hij een specifiek Nederlandse toevoeging door een overzicht van in Nederland beschikbare instrumenten en methoden.

Diversiteitsteam van 15 mensen

Over de vergelijking met Colombia zegt Dankmeijer het volgende: ‘Ik weet dat Colombia een ontwikkelingsland is. Het is verscheurd door een burgeroorlog en de homovijandigheid neemt vormen aan die we hier niet kennen, zoals willekeurige moorden op homoseksuelen’.

‘Maar’, zo vervolgt Dankmeijer: ‘de keerzijde is dat de progressieve bevolking en de vredesbeweging alles in het werk stellen om de burgerrechten te herstellen. De gemeente Bogotá heeft een diversiteitsteam van maar liefst 15 mensen voor de ondersteuning van scholen ingesteld. Schooldirecteuren vinden informatie daarover razend interessant en hebben honderd vragen. Het ministerie van Onderwijs denkt systematisch na over hoe de omgangsvormen in het land verbeterd kunnen worden en hoe empowerment van de burgers daarin een centrale rol speelt’.

‘Maar in Nederland merk ik een lamlendigheid waar ik soms doodmoe van wordt’, verzucht Dankmeijer.

Hollandse lamlendigheid

‘Zo hebben wij in de persoon van Maria van der Hoeven (CDA) een minister van Onderwijs die onder het mom van bescherming van de autonomie van scholen geen enkele regie biedt aan het omgangsvormenbeleid’, stelt Dankmeijer.

‘Op klachten van het parlement over het lespakket Helemaal Anders_, dat leerlingen leert de weg van God te kiezen en homoseksuele gevoelens te negeren, reageert de minister met de onverschillige mening dat het iedereen vrij staat om lespakketten van welke aard dan ook te maken en aan te bieden’, illustreert Dankmeijer.

‘In de Gay Capital Amsterdam wordt de gemeente al jaren door de raad gevraagd om actie te ondernemen tegen de homovijandigheid op scholen. Toch heeft de gemeente nog steeds geen meerjarig of samenhangend beleid. Af en toe wordt een klein budgetje uitgegeven als _token dat de gemeente wel wat doet. Daarbij wordt wel de neoliberale eis gesteld dat er een ‘markt’ moet zijn; er moeten vragen van scholen zijn of komen’, vervolgt Dankmeijer.

‘Maar er is slechts een kleine handvol scholen in Amsterdam die enige belangstelling toont. De gemeente wendt haar invloed niet aan om scholen aan te spreken op hun rol in de onveiligheid in Amsterdam: het is conflictvermijding en lamlendigheid alom. Een gebrek aan leiderschap en geen visie op burgerschap’, zegt Dankmeijer.

Werkbezoek

‘Misschien moet de gemeente maar eens op werkbezoek in Bogotá. Ik kan nog wel een paar andere steden in het Zuiden noemen waar Hollanders van kunnen leren’, zo rond Dankmeijer af.

Op deze site kan ook de powerpoint-presentatie en de volledige tekst van de inleiding gedownload worden.