Onder de 3.000 non-gouvernementele organisaties die een adviserende status hebben bij de VN, zit geen enkele homo-organisatie.
Hierdoor zijn homo- en lesbische organisaties geen officiële gesprekspartner voor de
ECOSOC
(Economic and Social Council) van de Verenigde Naties. Dit is een van de redenen waarom lobby’s voor homorechten op wereldniveau keer op keer vastlopen.
De laatste jaren zijn homo- en lesbische organisaties herhaaldelijk geweigerd. Landen als Iran, Soedan en het Vaticaan speelden hier een belangrijke rol in. Zij stellen dat gelijke rechten van homoseksuelen geen onderdeel is van de Universele Rechten van de Mens.
Frank van Dalen
, voorzitter COC Nederland:
‘Een van de grondbeginselen van de VN is non-discriminatie, maar seksuele oriëntatie als discriminatiegrond valt daar blijkbaar niet onder. Het is toch vreemd dat onder de drieduizend organisaties geen enkele homo-organisatie een adviserende status heeft? Het COC is de oudste homo-organisatie ter wereld en we komen op voor de rechten van homoseksuelen en lesbische vrouwen wereldwijd. We hopen dus dat we toegelaten worden.
Via de VN kunnen we op wereldniveau aandacht vragen voor de gelijke rechten van homoseksuelen en lesbische vrouwen. We gaan ervan uit dat de Nederlandse regering, als voortrekker van de homo- en lesbische emancipatie en als lid van de nieuwe Raad voor de Mensenrechten, zich achter de schermen er voor inzet dat onze aanvraag wordt gehonoreerd’.
Via de VN kan het COC aandacht vragen voor de rechten van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen in landen waar homoseksualiteit nog steeds verboden is. In meer dan tachtig landen is homoseksualiteit nog steeds strafbaar.
Het COC zal zich sterk maken voor een VN-verdrag waarin het verboden wordt om homoseksualiteit strafbaar te stellen. Ook zal het COC zich inzetten voor de erkenning van de rechten van homoseksuelen, lesbische vrouwen, biseksuelen en transgenders, voor de erkenning van de Internationale Dag tegen de Homofobie en voor het aannemen van de Braziliaanse resolutie gericht op de erkenning van seksuele oriëntatie als discriminatiegrond.