Terug naar overzicht

Ambassadeur weg vanwege homofobie en racisme

Ambassadeur Hans Glaubitz gaat nu voor twee jaar naar het consulaat-generaal in Montréal, in de Canadese provincie Québec.

De moeilijkheden van

Hans Glaubitz en Raul Garcia Lao

begonnen een jaar geleden, toen een weekblad in de Estse hoofdstad Tallinn schreef dat de benoeming van een homoseksuele ambassadeur met een zwarte partner als een Nederlandse provocatie moest worden opgevat. Onmiddellijk na de komst van Glaubitz september vorig jaar kreeg zijn partner te maken met verbale pesterijen op straat en bedreigingen door skinheads.

Eerder was het paar gestationeerd in Brazilië en Zuid-Afrika. In dat laatste land zorgde het diplomatieke paar wel voor opzien. Een blanke man met een zwarte man uit een communistisch land was voor de witte bovenlaag van de bevolking eind jaren negentig wel even wennen. Maar dat leiden nooit tot het soort problemen als nu in Estland. Na minder dan een jaar in functie te zijn ziet Glaubitz zich nu genoopt overplaatsing aan te vragen en wordt hij gestationeerd in een land dat net als Nederland het huwelijk heeft opengesteld voor paren van gelijk geslacht.

Hoewel door de personeelsdienst van het ministerie van Buitenlandse Zaken problemen waren voorzien, was tot plaatsing in Tallinn overgegaan in de hoop dat het overwegend Lutherse Estland, lid van de Europese Unie, zich zou conformeren aan de normen van het naburige Finland.

Maar volgens een rapport van de Amerikaanse ambassade in Tallinn zijn er sinds september 2005 negenmaal bedreigingen geuit tegen niet-blank ambassadepersoneel, meestal door neonazi’s of skinheads.

Minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken laat weten dat hij contact zal opnemen met zijn Estlandse collega om over de kwestie te praten. En D66 heeft over deze kwestie inmiddels Kamervragen gesteld aan de minister.

In een persoonlijke verklaring benadrukt Glaubitz dat de Estse overheid niets te verwijten valt, want op officieel niveau is zijn partner goed behandeld. ‘De maatschappij is nog lang niet toe aan twee heren, vooral niet als er eentje zwart is’, aldus Glaubitz.

Ehtel Halliste, woordvoerder van het Estse ministerie van Buitenlandse Zaken, zegt: ‘Als er iets op straat is gebeurd, dan is dat zeer ongelukkig en zeer slecht. Helaas kunnen we niets doen aan slechte manieren op straat. Ik ben er overigens van overtuigd dat de meeste Esten heel beleefd en aardig zijn’.

Dat zal zo zijn, maar net als elders in Oost-Europa nemen ook in Estland de uitingen van homofobie toe en ook in dit land mede door uitspraken van politici. Officieel is homoseksualiteit in Estland niet verboden, hoewel er nog wel een discriminerende leeftijdsgrens is in de zedelijkheidswetgeving van het land.

Martin Helme, leider van de conservatieve partij, heeft echter eind vorig jaar laten weten dat ‘anale seks tussen mannen en het publiekelijk uiten van homoseksualiteit, zoals hand in hand over straat lopen en elkaar kussen, verboden moeten worden’. Helme is van oordeel dat ‘homoseksuelen een campagne zijn gestart tegen normale gezinnen en de grondbeginselen en waarden van een ordentelijke samenleving’. Naar zijn mening zijn homoseksuelen er op uit om ‘mensen iets te laten accepteren dat simpelweg onaceptabel is’.

Sinds 2004 wordt de Tallinn Pride gehouden en daartegen neemt het protest ook toe, vooral van de conservatieven, de Christelijke Volkspartij en de Unie van het Vaderland. Ook voor dit jaar worden dit soort protesten verwacht.