Terug naar overzicht
Dominee Ophoff
werd drie maanden geleden al door de kerkenraad geschorst, nadat hij zelf in een brief vanwege het aangaan van zo’n relatie om ontheffing uit het ambt had gevraagd.
De kerkenraad gaf toen aan na te willen gaan welke weg verder gevolgd zou moeten worden. Na advies van de classis Hilversum en deputaten van de particuliere synode Utrecht heeft de kerkenraad besloten niet aan het verzoek van Ophoff te voldoen, maar hem af te zetten. Vorige week is de gemeente hierover geïnformeerd.
In een reactie laat ds. J.J. Schreuder, voorzitter van de classis die aan de kerkenraad advies heeft uitgebracht, weten dat ontheffing uit het ambt naar artikel 15 van de kerkorde niet mogelijk was.
‘Het gaat in artikel 15 om ontheffing uit het ambt om gewichtige gronden. Dat zijn gronden die gebillijkt moeten kunnen worden. Maar in de situatie van ds. Ophoff gaat het over een ambtsdrager die in zonde leeft. Daarop zijn artikel 79 en 80 van de kerkorde van toepassing. Zeker als na schorsing in verband met een tuchtwaardige zonde geen berouw en bekering volgt, moet afzetting volgen’, verklaart Schreuder het genomen besluit.
Dit besluit moet gezien worden als een bemoediging voor homofiele broeders en zusters die de weg van onthouding hebben gekozen en daartoe een zware strijd voeren, stelt Schreuder.
‘Als predikant wordt zo’n stap die je zet er eentje met een publiek karakter. Deze stap is verwarrend en teleurstellend voor hen die een zware strijd voeren om de weg van onthouding te gaan. Aan hen willen we met dit besluit ook voorhouden dat dit niet de weg is die de Schrift ons wijst’, zegt Schreuder.
De classis heeft volgens Schreuder in haar advies oog gehad voor de emotionele problemen waarin ds. Ophoff is geraakt en waardeert het dat hij door het aanvragen van ontheffing zelf zijn verantwoordelijkheid heeft genomen.
In een reactie laat ds. Ophoff weten zich door de handelwijze van met name de classis gekwetst te voelen. ‘Er is wel gesignaleerd dat ik mijn verantwoordelijkheid heb genomen, maar tegelijk veroordeelt de classis de manier waarop ik dat gedaan heb, omdat ze heeft uitgesproken dat van mij verwacht had mogen worden dat ik me eerder tot de eigen kerkenraad had gewend. Maar de classis heeft er niet met mij over gesproken. Ik vind de opstelling van de classis onredelijk’.
Dat de predikant afgezet is in plaats van uit zijn functie ontheven, ervaart Ophoff als pijnlijk. ‘Ik heb zelf aangegeven dat ik mijn ambt afgeef. Dat accepteren ze niet, om vervolgens het mij wel af te nemen. Ik heb gevraagd of ik het woord op de classis mocht voeren, ook dat is afgewezen. Daarom voel ik mij genegeerd en gekwetst. Ze hadden moeten willen dat ik op de classis zou komen’.
Ophoff vindt niet dat hij in zonde leeft. ‘Maar met mijn verzoek tot ontheffing heb ik die discussie eigenlijk niet willen aangaan. Ik begrijp dat het binnen de kerken op dit moment geen optie is hier als ambtsdrager ruimte voor te vragen’.
De classis heeft in haar advies vanuit de Bijbel onderbouwd waarom ze het aangaan van een homoseksuele relatie als zonde afwijst. Ophoff zegt die onderbouwing ‘beperkt en hard’ te vinden. ‘Het aspect van de liefde tussen twee homoseksuelen blijft helemaal buiten beeld’.
De afgezette predikant geeft aan geen lid te blijven van de gemeente in Bunschoten-West of van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). ‘Ik vind het nog te vroeg om me bij een andere kerk aan te sluiten. Verder gebruik ik deze periode om me te oriënteren op mijn toekomst’.
Nu zelfs predikanten ‘uit de kast komen’, kunnen de orthodox-protestantse kerken niet meer om homoseksualiteit heen. Ze moeten gaan inzien dat er verschillende visies op homofiele geaardheid en relaties zijn. Dat zegt voorzitter Erik Bolks van ContrariO, een vereniging van homo’s en lesbiënnes in behoudende gereformeerde kring, naar aanleiding van deze kwestie en het ontslag onlangs van dominee Ganzevoort.
Zie voor meer informatie over deze kwestie: