Het symposium vond plaats omdat het 1 juli a.s. 10 jaar geleden is dat combinatietherapie (de zogenaamde HAART) voor mensen met hiv versneld beschikbaar kwam in Nederland. Met deze combinatietherapie kon hiv voor het eerst succesvol behandeld worden.
Resistentievorming is bij de behandeling van hiv de zwakke plek, maar door een combinatie van minimaal drie medicijnen blijkt resistentievorming langdurig te kunnen worden uitgesteld. Momenteel zijn circa 11.500 mensen met hiv in behandeling bij de 24 hiv-behandelcentra in Nederland.
Discriminatie en stigmatisering
Ondanks het feit dat hiv-infectie een chronische ziekte is geworden die in het algemeen goed behandeld kan worden, is het nog geen ‘normale’ ziekte, zoals de Hiv-vereniging Nederland (HVN) en het Aids Fonds graag zouden willen.
Volgens deze organisaties moet er nog veel veranderen. Er heerst nog steeds een taboe op hiv. Discriminatie en stigmatisering moeten worden bestreden. Hiv-positieven moeten hun werk kunnen behouden, of moeten weer aan het werk kunnen als dat fysiek mogelijk is. Ze moeten zich vrij voelen op school en niet gediscrimineerd worden. Bovendien moet toegang tot verzekeringen verbeterd worden. Door vooroordelen over hiv blijkt dit alles nog niet altijd te lukken.
Levensreddende lobby
Het grote nieuwsfeit van de effectieve combinatietherapie werd begin 1996 op een conferentie bekend gemaakt en was voor de HVN, het Aids Fonds, NATEC en Act Up! de reden om een expertmeeting te houden.
De toenmalige voorzitter van het Aids Fonds, Dick Dees, pleitte aldaar voor een subsidieregeling waarmee de hiv-remmers al vóór registratie vergoed konden worden. De HVN (toenmalig voorzitter Martijn Verbrugge), het NATEC (Joep Lange) en het Aids Fonds (toenmalig directeur Peter van Rooijen) startten direct een politieke lobby. Minister Els Borst van Volksgezondheid nam het idee over en daardoor kwam deze levensreddende combinatietherapie minimaal een half jaar eerder beschikbaar in Nederland dan bij een gebruikelijke registratieprocedure. Dat heeft levens gered.
Minder pillen per dag
De behandeling is na 1996 verder verbeterd. In 1996 was het niet ongewoon dat hiv-positieven meer dan 20 pillen per dag slikten, verspreid over meerdere slikmomenten met vaak lastige voedingsregels. Tegenwoordig bestaat combinatietherapie uit veel minder pillen en worden deze één of twee keer per dag ingenomen. De ontwikkelingen gaan door. Naar verwachting komt eind dit jaar een combinatiepreparaat beschikbaar wat bestaat uit één pil per dag.
Controle over bijwerkingen
Ook de langetermijn bijwerkingen zijn afgenomen. Eén van de meest verminkende bijwerkingen is lipoatrofie: het verdwijnen van vet in het gezicht, armen, benen en/of billen. Men weet nu meer over welke medicijnen de kans op deze bijwerking vergroten én er zijn hiv-remmers beschikbaar gekomen die deze bijwerking niet geven.
Resistentie
Omdat resistentievorming de zwakke plek van de combinatietherapie is, is een extreem hoge mate van therapietrouw, levenslang, noodzakelijk.
Met een combinatie van meer dan 20 pillen per dag met meerdere slikmomenten en verschillende voedingsregels is dat veel moeilijker dan met een combinatie van een klein aantal pillen eenmaal daags zonder voedingsregels. Ook hier is dus vooruitgang geboekt.
Mensen met hiv anno 2006
De komst van combinatietherapie heeft het leven met hiv enorm veranderd. Was een hiv-infectie vroeger een onvermijdelijke dodelijke aandoening, nu is het voor de meeste mensen met hiv een chronische aandoening geworden.
Ook is in de afgelopen tien jaar de groep van mensen met hiv veel diverser geworden. Het aandeel vrouwen en etnische minderheden is toegenomen. Daarnaast zijn er homomannen, jongeren en lang-levenden met hiv.
Deze laatste groep, die lang met een hiv-infectie leeft, heeft vaak veel vrienden zien overlijden. Een heel kleine groep kampt met resistent virus dat niet of nauwelijks meer te behandelen is met het huidige arsenaal van hiv-remmers. Zij zitten in dezelfde situatie als mensen met hiv van voor 1996. De problematiek van mensen met hiv is zowel maatschappelijk als medisch dus heel divers.
Hiv-medicatie als preventie?
De verbeterde medicatie, het gebruiksgemak en de verminderde bijwerkingen leiden ook tot het toenemend belang van het inzetten van deze hiv-medicatie ter voorkoming van een hiv-infectie na een seks- of prikaccident, ook wel PEP genaamd (Post Exposure Prophylaxe). Helaas is er met name voor PEP na seksaccidenten nog onvoldoende aandacht en mogelijkheden bij GGD-en.
Ook is nu een proces zichtbaar waarbij met name homomannen op eigen gelegenheid experimenteren met hiv-medicatie als PREP (PRe Exposure Prophylaxe), waarbij men hiv-medicatie inneemt alvorens mogelijk risico op hiv-overdacht plaatsvindt.
Omdat er nog vrijwel geen onderzoek is gedaan naar de effectiviteit hiervan, is dit momenteel enkel een theoretische optie om tegen hiv te beschermen. Condoomgebruik en andere veiligere strategieën worden aanbevolen, echter het tekent de sterk verbeterde kwaliteit van leven die mogelijk is met hiv-medicatie.