Staatssecretaris Ross-van Dorp (CDA) vindt het na acht jaar in Den Haag tijd geworden is om iets anders te gaan doen. Ze hoopt op een leidinggevende functie in de zorg of de sport – in het verlengde dus van haar huidige portefeuille.
‘Na acht jaar Den Haag is het tijd om de bakens te verzetten. Want anders loop ik het risico te verhaagsen, terwijl ik juist iemand ben die heel dicht bij de mensen wil staan’, zegt Ross-van Dorp.
Clémence Ross-van Dorp was onder meer doktersassistente, lerares Engels en verkoopster in een boetiek. Haar politieke carrière begint als zij in 1990 beleidsmedewerker van CDA-europarlementariër Arie Oostlander wordt. Ross-van Dorp werd in 1998 lid van de Tweede Kamer. In 2002 werd ze in het kabinet-Balkenende I staatssecretaris van Volksgezondheid en Sport en is dat in de daarop volgende kabinetten-Balkenende gebleven.
Gebrek aan daadkracht en visie
Haar functie was niet altijd gemakkelijk. Ross-van Dorp moest onder meer de uit de pan rijzende kosten beteugelen van verpleeg-. gehandicapten- en bejaardenzorg. Veel Kamerleden, ook van de coalitiepartijen VVD en D66, verweten staatssecretaris Ross-van Dorp gebrek aan daadkracht.
Dat gold ook voor haar homo-emancipatiebeleid. Haar nota Roze in alle kleuren zou te veel een pas op de plaats zijn, te weinig visie en nieuwe initiatieven bevatten om de uitvoering van het beleid werkelijk op gang te brengen. En dat was ook de kritiek van het COC. Uiteindelijk is het beleid versterkt, niet door staatssecretaris Ross-van Dorp zelf, maar door moties van de Kamer, mede ingestoken door een intensieve lobby van het COC.
Nooit tijd
Hoewel Ross-van Dorp het homo-emancipatiebeleid de afgelopen vier jaar dus in haar portefeuille heeft gehad, heeft ze nooit tijd weten vrij te maken voor contacten met het ‘roze veld’. Ross-van Dorp schitterde door afwezigheid op holebi-evenementen.
Tijdens de
Canal Parade
heeft het COC dit op de korrel genomen, omdat deze afwezigheid op veelzeggende wijze ook een gebrek aan actieve betrokkenheid onthult.
Leegloop
Deze week kondigden meer bewindslieden hun vertrek uit de politiek aan: van het CDA de ministers Aart-Jan de Geus (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Karla Peijs (Verkeer en Waterstaat) en van de VVD de ministers Sybilla Dekker (Volkshuisvesting) en Hans Hoogervorst (Volksgezondheid) en de staatssecretarissen Melanie Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat) en Hans van Hoof (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en van D66 de al afgetreden staatssecretaris Medy van der Laan (Cultuur).
Eerder hebben de ministers Cees Veerman (Landbouwa) van het CDA en VVD-er Gerrit Zalm (Financiën) al laten weten dat zij ‘Den Haag’ de rug toekeren. En ook de net afgetreden D66-er Laurens-Jan Brinkhorst (Economische Zaken) verlaat de politiek.