De Intergroup Gay & Lesbian Rights in het Europarlement zal daarvoor het initiatief nemen. Daarnaast zullen Europarlementariërs en belangenorganisaties proberen de rechten van holebi-jongeren op de agenda van de Europese Unie te krijgen.
Onderzoek
Het onderzoeksrapport, van de hand van Judit Takács, is een gezamenlijke publicatie van IGLYO en ILGA-Europe (=de Europese tak van de International Lesbian and Gay Organisation). Het bestaat uit een literatuuronderzoek, een verslag van een enquête onder jongeren en een aantal good practices.
_van links naar rechts: Raul Rovema, MEP; Michael Cashman, MEP; Sophie in ’t Veld, MEP; Björn van Roozendaal (IGLYO); Proinsias de Rossa, MEP; Piia-Noora Kaupii, MEP; Jean Lambert, MEP; Evelyne Paradis, ILGA-Europe en Judit Takács (onderzoeker en schrijver van het rapport)_
Meer dan 700 holebi-jongeren uit 37 Europese landen namen aan het onderzoek deel. Uit het onderzoek blijkt dat holebi-jongeren op veel terreinen van het dagelijks leven te maken krijgen met onrechtvaardig onderscheid. 61,2% van de respondenten meldt onderscheid op school, 51,2% in de familie en 29,8% in hun eigen vriendenkring. Het rapport toont duidelijk aan dat onderscheid op grond van seksuele oriëntatie en geslachtsidentiteit (transgenderisme) holebi-jongeren belemmert om sociaal goed te functioneren en actieve burgers te zijn.
Burgerschap ondersteunen
Patricia Prendiville, directeur ILGA-Europa, zei: ‘Wij zijn blij dat de knelpunten uit het rapport door het Europees Parlement serieus worden opgenomen. Er zijn veel problemen in het onderwijs. Het onderwijs behoort strikt genomen niet tot de competentie van de Europese Unie, maar is de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Toch is er een duidelijke behoefte om jongeren ook juist in het onderwijs tegen onderscheid te beschermen. Wij zullen concrete maatregelen voorstellen die holebi-jongeren ondersteunen in het volledig kunnen invullen van hun burgerschap van hun land’.
Zelfrespect
IGLYO en ILGA-Europa vroegen meer steun voor holebi-jongeren. Volgens Björn van Roozendaal, bestuurslid van ILGYO, zet de Europese Unie vooral in op een goede toegang tot de arbeidsmarkt. ‘Net als andere jonge mensen zijn holebi-jongeren toekomstige arbeidskrachten van de Europese Unie. De Europese Unie moet voorkomen dat deze mensen door intimidatie en pesten uitvallen. Daarom moet de Europese Unie jonge mensen actief steunen. De eerste behoefte van holebi-jongeren is zelfvertrouwen, vooral op plaatsen waar zij niet worden geaccepteerd en hun rechten niet worden erkend. Alleen door het verbeteren van hun zelfrespect en door het wegnemen van barrières kunnen zij actieve burgers worden en hun rechten claimen’.