Er is een scherpe tegenstelling tussen de afwijzende opvattingen in de Bijbel over homoseksualiteit en de geleefde werkelijkheid van vandaag. Wetenschappelijke inzichten in het menszijn en veranderende interpretaties van godsdienstige opvattingen in de Bijbel zelf dienen de discussies over homoseksualiteit in de kerk te begeleiden.
Dat betoogde
prof. Peter Tomson
van de Brusselse Faculteit voor Protestantse Godgeleerdheid op een bezinningsdag van de Verenigde Protestantse Kerk in België over homoseksualiteit in de (protestantse) kerk, afgelopen zaterdag in Brussel.
Prof. Tomson liet aan de hand van voorbeelden zien, waarin ook in de tijd van Jezus godsdienstige opvattingen in de loop der tijd veranderden of hun betekenis verloren. Het ‘verschijnsel van de homofiele geaardheid’ kende men in de tijd van het Nieuwe Testament eigenlijk niet, terwijl ‘homoseksueel gedrag tot de kenmerkende zonden van het heidendom behoorden, die bij joden en christenen absoluut geen plaats hadden’.
Tomson pleitte in zijn uiteenzetting ook voor respect voor zusters en broeders die zich als homofiel ervaren, voor hen die vanuit hun geloof aanvaard hebben dat zij zich alleen in een gelijkgeslachtelijke relatie als mens kunnen ontplooien en voor hen die vanuit hun geloof aanvaard hebben dat hun gelijkgeslachtelijke neiging hun ontplooiing als mens in de weg staat.
De bezinningsdag in Brussel maakt deel uit van het gesprek binnen het Belgisch protestantisme over homoseksualiteit en het kerkelijk inzegenen van homoseksuele relaties.
Tijdens de bezinningsdag werden onder meer getuigenissen gegeven door een homoseksuele man die vanuit zijn geloof de weg vond naar een vrouw en vader werd, en een eveneens homoseksuele man die een mannelijke partner vond en vanuit gelijke geloofsovertuiging actief werd in de kerk.