Dat blijkt althans uit een antwoord van de minister van Gelijke Kansen
Christian Dupont
(PS) op een vraag van Hilde Vautmans (VLD) in de Kamer.
‘Het is niet de taak van de minister om zich te mengen in de interne zaken van de katholieke kerk. De wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie mag de vrijheid van eredienst immers niet schenden’, aldus minister Christian Dupont.
Dit antwoord van de minister wordt bevestigd door het
Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding
(CGKR).
Ook het CGKR is van mening dat de door de Rooms-Katholieke Kerk voorgeschreven uitsluiting van de homoseksuele seminaristen niet verboden is door deze wet ter bestrijding van discriminatie. In de anti-discriminatiewet staat een artikel waarin de vrijheid van erediensten (=godsdienstvrijheid) gegarandeerd wordt.
Deze vrijheid houdt volgens het CCKR enerzijds de mogelijkheid in om deze uit te oefenen in het openbaar en om zijn meningen te uiten op alle mogelijke manieren, maar houdt anderzijds ook in dat de Staat zich niet mengt in de opleiding, de benoeming en de aanstelling van de bedienaars van een of andere eredienst. Net als vrouwen die worden uitgesloten van een priesteropleiding kunnen homoseksuele seminaristen ook geweerd worden.
Het CGKR zal daarom vanwege de uitsluiting van homoseksuelen tot de priesteropleidingen geen stappen ondernemen richting de seminaries of de religieuze autoriteiten.
Zie voor meer informatie ons dossier Vaticaan.