Alle federale overheidsadministraties krijgen de kans om met de ‘homobarometer’ de graad van homofobie onder hun personeel na te gaan. De homobarometer is een vragenlijst waarin wordt gepeild naar clichés, vooroordelen, verbale discriminatie en een homofoob werkklimaat.
Defensie en Financiën weigeren medewerking
Minister Dupont had de bedoeling vijf overheidsadministraties in het pilootproject te betrekken, maar de overheidsdiensten Financiën en Defensie weigerden om de enquête onder de ambtenaren te verspreiden. De diensten Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, en Volksgezondheid deden wel mee.
Ondanks de tegenwerking van twee overheidsdiensten zegt
miniser Christian Dupont
de homobarometer in alle administraties te zullen lanceren, en moet volgens de minister homoseksualiteit als vierde pijler worden opgenomen in een diversiteitsbeleid, naast etnische afkomst, gender en handicap.
Onderzoeksresultaten
Van de 3.383 aangeschreven ambtenaren vulden er 853 de barometer in. Daaruit blijkt dat acht procent van de deelnemers verklaarde homo, lesbienne of biseksueel te zijn. Zowat de helft van de deelnemers stelde dat het voor een holebi moeilijk is om zijn of haar coming-out te maken op de werkvloer. Twee op de drie zeiden in de anonieme enquête geen coming-out aan te durven uit vrees voor schade. Iets minder dan de helft zegt op de werkvloer geconfronteerd te worden met opmerkingen en grappen over homo’s.
Volgens de onderzoekers van de UCL, die de barometer hebben opgesteld, scoren de drie overheidsdiensten goed op de homobarometer, met een gemiddeld eindresultaat van 27,06 op een schaal die varieert van tien (voor totaal geen homofobie) tot zeventig (zware homofobie).
Zie voor vergelijkbare informatie over arbeid/werkvloer ons dossier Bedrijfsleven