Terug naar overzicht

COC-commentaar op bedreiging in Rembrandtpark

COC Nederland pleit voor hate-crime-wetgeving

Het COC signaleert een zorgelijke toename van geweld tegen homo’s. De mishandeling van de man in het Rembrandtpark in Amsterdam is geen incident.

COC-voorzitter Frank van Dalen: ‘Wij accepteren niet dat je bepaalde groepen in de samenleving aanvalt om wie ze zijn. Dat is het signaal wat je moet afgeven en dus ook zwaarder zult moeten straffen’.

Er moeten daarom zwaardere straffen komen op geweld tegen homo’s dan bij delicten waar discriminatie geen rol speelt. In navolging van landen als Engeland en Canada pleit het COC daarom voor zogenaamde hate-crime-wetgeving.

Dat is de belangrijkste aanbeveling uit een beleidsplan dat het COC op 1 juni a.s. aanbiedt aan het kabinet.

COC Amsterdam ongerust over mogelijke homodiscriminatie

_Aangevallen man in Rembrandtpark – is hier sprake van antihomoseksueel geweld?_

Drie Arabisch sprekende jongeren, waarschijnlijk van Marokkaanse afkomst, hebben een 38-jarige Amsterdammer in de nacht van donderdag 24 mei in elkaar geslagen en daarna onder dwang urenlang in het water van het

Rembrandtpark

laten zwemmen, terwijl ze stokken en takken naar hem gooiden.

Het feit dat zijn vriend de pers hierop geattendeerd heeft was aanleiding voor diezelfde pers om zijn homoseksualiteit als mogelijke aanleiding mee te nemen in de berichtgeving. Dat het hier om homodiscriminatie gaat is echter niet af te leiden uit de gebruikte taal tijdens het incident. Wel is het slachtoffer in het Nederlands onder bedreiging gedwongen tot zwijgen, om te voorkomen dat hij om hulp zou roepen.

Ook al is homodiscriminatie niet bewezen, toch maakt COC Amsterdam zich ernstig zorgen over dit incident, voornamelijk omdat het gewoon niet kan dat iemand, wie dan ook, in Amsterdam zo belaagd kan worden, maar ook omdat bij COC Amsterdam meerdere incidenten bekend zijn waarbij het wel expliciet over antihomoseksueel geweld gaat. Kort geleden nog heeft COC Amsterdam een homoseksuele man bijgestaan die in de omgeving van het Leidseplein in elkaar geslagen is door een jongere nadat hij uitgescholden werd vanwege zijn homo zijn.

Maar nog vaker bereiken COC Amsterdam berichten van mensen die vanuit de anonimiteit, uit angst voor represailles van daders, melden dat zij uitgescholden, beledigd, bespuugd of fysiek geïntimideerd zijn. Het beeld dat ontstaat is dat door toenemende confrontatie op straat in Amsterdam ook voor homo’s het antihomoseksueel geweld toeneemt. Belangrijk hierbij is of de dader de intentie heeft iemand vanwege vermeende homoseksualiteit fysiek geweld aan te doen.

Bij het incident in het Rembrandtpark is niet gescholden in het Nederlands, wel zijn in het Arabisch uitspraken gedaan, die voor het slachtoffer onverstaanbaar waren en hem onzeker maakten. Een andere reden, zoals mogelijk beroving, is ook niet voorhanden.

Fysiek geweld tegen homo’s is een uiting van toegenomen homofobisch gedrag in de hoofdstad. Jonge mannen, van diverse achtergronden, menen hun eigen agressie kwijt te kunnen op potentiële slachtoffers, zonder dat hier aanleiding voor wordt gegeven. Homoseksuele mannen worden hierdoor in de openbare ruimte geïntimideerd, waardoor sommigen zelfs bewust de keuze maken om uit Amsterdam weg te gaan.

COC Amsterdam ziet in de preventie van antihomoseksueel geweld een belangrijk taak in de veiligheidsverbetering van stadsdelen. Een veilige straat voorkomt veel persoonlijke ellende. Door homofobie bespreekbaar te maken onder de gehele Amsterdamse jeugd kan hier een eind aan gemaakt worden. Om de bevoegde autoriteiten hiertoe te stimuleren roept COC Amsterdam inwoners van Amsterdam op alle incidenten te blijven melden bij politie en Meldpunt Discriminatie.

Ahmed Marchouch

, voorzitter van het stadsdeel Amsterdam-Slotervaart, hoopt dat de daders worden opgespoord.

‘Wat me zo kwaad maakt, is dat ze deze man getreiterd en vernederd hebben’, aldus Marchouch. ‘En als het er inderdaad om gaat dat meneer een homo is en die Marokkaantjes daar moeite mee hebben, wordt ik nog kwader. Dit is Nederland: hier blijven we met onze poten ook van homo’s af’.

Volgens Marchouch is dit incident niet meer illustratief voor de probleemwijk Slotervaart. ‘De cijfers wijzen uit dat het hier langzaam prettiger wonen wordt’.

Desondanks moet Marchouch erkennen dat de overlast toeneemt: ‘We zitten nog wel met een groepje verschrikkelijke etterbakken dat af en toe voor dit soort drama’s zorgt. Wij krijgen koppijn van die jongens, maar we zorgen er nu ook voor dat hun ouders koppijn van ze krijgen. We kloppen bij ze aan, worden hartelijk ontvangen en soms wordt het iets minder gezellig, als die ouders onze klachten horen. Maar ze mogen niet wegkijken. Ze mogen zich niet verschuilen achter armoede, achter verpaupering van de huizen, de verloedering van de straten. Ze moeten beseffen dat het hun zoontjes zijn die de samenleving het bloed onder de nagels vandaan krabben’.

Verder kan gemeld worden dat de

PVV

over dit voorval Kamervragen gesteld heeft aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.