Terug naar overzicht

CGB buigt zich weer over weigerambtenaar

De laatste keer dat de CGB zich over een soortgelijke zaak boog, was in 2002 toen de commissie een oordeel uitspraak in de zaak van een solliciterende weigerambtenaar bij de gemeente Hattem.

De sollicitant had duidelijk gemaakt op godsdienstige gronden geen huwelijken van paren van gelijk geslacht te willen trouwen, waarop de gemeente had laten weten dat het dan geen zin had te solliciteren.

De CGB oordeelde dat de gemeente daarmee een ‘indirect onderscheid op grond van godsdienst’ had gemaakt. Dat standpunt van de gemeente werd door de CGB weliswaar ‘legitiem’ genoemd, maar niet ‘zwaarwegend’ genoeg voor de weigering van de sollicitant.

Het CGB kwam tot dit oordeel ‘gelet op de aanwezigheid van meerdere trouwambtenaren en het geringe aantal huwelijken tussen personen van gelijk geslacht’. Op grond daarvan oordeelde het CGB dat de gemeente het gemaakte indirecte onderscheid niet heeft kunnen rechtvaardigen en in strijd gehandeld heeft met de Algemene Wet Gelijke Behandeling.

De kritiek van het COC op deze uitspraak is, dat hier een niet ter zake doend praktisch uitgangpspunt voorrang krijgt boven de principiële gelijke behandeling die de wetgever met de openstelling van het huwelijk voor paren van gelijk geslacht beoogd heeft.

‘Het maatschappelijke signaal dat de wetgever daarmee heeft willen afgeven wordt door weigerambtenaren bewust teniet gedaan. Omdat weigerambtenaren zelf nadrukkelijk een tegengesteld maatschappelijk signaal afgeven met elk ‘heterohuwelijk’ dat zij wel willen sluiten – daarmee demonstreren zij immers dat enkel die huwelijken naar hun opvattingen geldig zijn’, zegt COC-voorzitter Van Dalen.

Van Dalen wijst er bovendien op dat de CGB in deze uitspraak geheel voorbij gaat aan het feit dat de wetgever bij de openstelling van het burgerlijk huwelijk bewust geen wettelijke regeling voor weigerambtenaren heeft gemaakt. ‘Er is slechts afgesproken dat met toen al in functionerende trouwambtenaren met gewetensbezwaren een ‘praktische regeling’ gemaakt mag worden om te voorkomen dat zij zich gedwongen zien ontslag te nemen’.

Vorig jaar werd de kwestie van de weigerambtenaren weer actueel door een passage in het regeerakkoord. Daarin is afgesproken dat er ‘maatregelen’ genomen zullen worden door het kabinet indien de juridische positie van weigerambtenaren in het geding komt.

Als onderdeel van acties tegen die passage sloot het COC op 1 april vorig jaar een convenant met een Kamermeerderheid waarin is afgesproken dat er geen wettelijke regeling voor weigerambtenaren zal komen en dat het aan gemeenten is te bepalen of zij wel of niet ruimte willen (blijven) geven aan weigerambtenaren.

Dat convenant is ook met de PvdA gesloten, ondanks die passage in het regeerakkoord. ‘Hamvraag is nu, wat er gebeurd als de CGB weer oordeelt dat gemeenten een sollicitant met gewetensbezwaren niet mogen weigeren’, stelt Van Dalen vast.

Uit een inventarisatie die het COC vorig jaar gehouden heeft blijkt dat inmiddels ruim tweehonderd gemeenten geen weigerambtenaren meer wilde benoemen.

Zie voor meer informatie ons dossier Homohuwelijk

Zie hier het eerdere oordeel van de CGB in de Hattemse zaak.

Zie verder de Inventarisatie Trouwbeleid van het COC.