Terug naar overzicht

Verhagen over homorechten bij VN-Mensenrechtenraad

Uit de toespraak van minister Verhagen.

Yogyagarta Principes

_Mensenrechten gelden ook voor lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgenders. In 85 landen is homoseksualiteit nog altijd strafbaar en mensen worden vervolgd vanwege hun seksuele gerichtheid. In vijf landen in de wereld – Afghanistan, Iran, Saoedi-Arabië, Soedan en Jemen – staat op vrijwillige seksuele contacten tussen personen van gelijk geslacht zelfs de doodstraf._

_Er bestaat geen rechtvaardiging voor de vernedering en uitsluiting van homoseksuelen – laat staan het opleggen van de doodstraf. Homoseksualiteit uit het strafrecht halen en de bestrijding van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid zijn prioriteiten in het Nederlandse mensenrechtenbeleid. De Nederlandse regering onderschrijft de zogenaamde Yogyagarta Principes als het gaat om internationale mensenrechten op grond van seksuele gerichtheid en genderidentiteit. Ik roep andere landen op deze principes eveneens te onderschrijven._

_Traditie, cultuur en godsdienst kan nooit een rechtvaardiging zijn voor het schenden van mensenrechten._

In deze pasage in de toespraak van de minister laat Nederland zich ondubbelzinnig als voorvechter van holebi- en transgenderrechten kennen. Belangrijk is vooral ook de oproep van de minister aan andere landen om de Yogyagarta Principes te onderschrijven, omdat daarin een totaalpakket voor gelijkberechting van holebi’s en transgenders is uitgewerkt. Wereldwijd ijvert de holebi/transgenderbeweging daarom voor steun van zoveel mogelijk landen voor de Yogyagarta Principes, omdat daarmee een internationaal referentiekader voor de toetsing van die rechten kan ontstaan.

Mensenrechtentoets

_Ik kijk uit naar de eerste Universal Periodic Review (UPR=mensenrechtentoetst) die komende april gehouden zal worden. Het is hele prestatie dat we er in geslaagd zijn om tot overeenstemming over de modaliteiten daarvan te komen, maar zoals altijd geldt dat ondervinding de beste leermeester is. De UPR is een buitengewoon belangrijk instrument, omdat het zonder onderscheid voor alle landen geldt en daarmee waarlijk universeel is! Wat in april gaat gebeuren, zal de standaard voor de toekomst zetten. Daarmee rust een grote verantwoordelijkheid op onze schouders om de UPR tot een effectief instrument te maken. Dat zijn we aan ons zelf verplicht._

_Nederland is één van de landen die in april als eerste deze toets ondergaan. Ik heb altijd verklaard dat we open staan voor de toetsing door anderen en dat we de aanbevelingen die daar uit resulteren serieus zullen nemen._

In de afgelopen maand zijn er twee bijeenkomsten gehouden op het ministerie van Buitenlandse Zaken ter voorbereiding op de UPR. Doel daarvan is het mensenrechtenbeleid in Nederland zelf te beschrijven. De Landelijke Werkgroep Internationaal Beleid (LWIB) van COC Nederland heeft kwesties betreffende homomensenrechten in ons land aangekaart.

Daarbij gaat het ondermeer om kwesties als het tekortschieten van onze Algemene Wet Gelijke Behandeling, om het ontbreken van homoseksualiteit in artikel 1 van onze Grondwet, de noodzaak om de juridische positie van de zogenaamde lesbische meemoeder te versterken, de voortdurende onwil van de Antillen en Aruba om in Nederland gesloten huwelijken van paren van gelijk geslacht te erkennen ondanks een vonnis van de Hoge Raad en vooralsnog ontoereikend concreet beleid om homovijandigheid op de werkvloer, in de sport, in het onderwijs en in de directe leefomgeving aan te pakken.

Zie de volledige toespraak van minister Verhagen.