Terug naar overzicht

Brede Kamersteun nota 'Gewoon Homo Zijn'

ChristenUnie, SGP en in mindere mate het CDA benadrukken vooral de bestrijding van homovijandigheid als hoofddoel van het beleid, maar dat wel met in achtneming van de grondwettelijke vrijheid van individuen en maatschappelijke en vooral godsdienstige organisaties om op grond daarvan vast te houden aan hun eigen (afwijzende) opvattingen over homoseksualiteit.

Diversiteit

CDA, ChristenUnie en SGP pleiten er daarom voor dat de minister in zijn beleid die diversiteit ook erkenning geeft, vooral als het gaat om het subsidiëren van zelforganisaties van christelijke homoseksuelen.

Minister Plasterk is van oordeel dat de bevordering van sociale acceptatie gestoeld is op de wettelijke norm van gelijke behandeling op grond van homoseksualiteit. Die norm verplicht niemand tot uniforme opvattingen en laat dus ruimte voor diversiteit, maar verplicht de overheid wel om discriminatie tegen te gaan. Het op gang brengen van een dialoog in orthodox-gelovige kringen is er volgens de minister op gericht dit te waarborgen, ondermeer door de positie van gelovige homoseksuelen te versterken en hen een open rol in dat debat te geven.

Minister Plasterk verzekerde CU-Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn opnieuw dat hij ook subsidies zal verstrekken aan projecten van christelijke holebi’s, maar de minister heeft een ‘zeer sterke voorkeur’ voor een ‘gezamenlijke aanvraag’ van organisaties als LKP, CHJC, ContrariO en RefoAnders. De minister dringt er daarom bij deze organisaties op aan dat ze elkaar niet uitsluiten – zoals RefoAnders per brief aan de Tweede Kamer wel gedaan heeft – maar met een ‘zoveel mogelijk samenhangend voorstel’ komen.

De Idylle verstoort

PVV-Kamerlid Martin Bosma kan zich niet vinden in de nota van Plasterk. Bosma vindt dat ‘de islamisering’ een ‘existentiële bedreiging is voor de positie van homoseksuelen’, maar dat Plasterk daaraan voorbijgaat. ‘Minister, doe u huiswerk over’, concludeerde Bosma.

In een motie stelt Bosma daarom voor de nota om te dopen in ‘De idylle verstoort’en in de nieuwe nota het geweld en de dreiging tegen homo’s vanuit allochtone kring centraal te stellen. In een tweede motie pleit de PVV ervoor ‘allochtone daders van homogeweld die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning onmiddellijk het land uit te zetten’. Dat zou ook moeten gelden voor daders met een dubbele nationaliteit door hun Nederlandse nationaliteit in te trekken.

Plasterk ontkent dat zijn nota niet ingaat op deze kwestie, wat trouwens ook blijkt uit de feitelijk gegevens die Bosma aandraagt om zijn motie te verantwoorden, want die baseert hij allemaal op gegevens uit de nota zelf.

De minister constateert dat de PVV ‘niet met nieuwe oplossingen komt, anders dan het stoppen van immigratie’. Maar de mogelijke daders uit allochtone kring zijn volgens de minister geen immigranten, maar ‘de kinderen en kleinkinderen van de immigranten van zestig jaar geleden’. Vandaar dat de minister stelt dat ‘binnen onze eigen samenleving een oplossing’ gevonden moet worden. ‘Die oplossing bestaat eruit dat de attitude van deze mensen verandert’, stelt de minister. De minister ontraadt daarom het aannemen van de PVV-moties.

Een nieuw geluid

VVD-Kamerlid Anouchka van Miltenburg liet daarop blijken ‘de behoefte’ te hebben ‘de heer Bosma te steunen’. ‘De minister voelt niet de urgentie die de heer Bosma en ik wel voelen’, stelde zij vast. Daarom wil ze van Plasterk weten wat zijn ‘top drie van de grootste bedreigingen van de positie van homo’s in Nederland’ is.

Verrast stelt Plasterk vast dat dit ‘een nieuw geluid van de VVD-fractie’ is. De minister heeft echter ‘niet de behoefte om een top drie op te stellen’. Wel noemt hij ‘psychische problemen en mensen die niet uit de kast durven te komen’ ook ‘grote problemen’ die in zijn nota aandacht krijgen.

D66-Kamerlid Boris van der Ham merkt op dat er een grote verscheidenheid aan moslims in ons land is. ‘Ik denk aan Turken, Marokkanen en Indonesiërs. U hebt tegen mevrouw Ortega-Martijn gezegd dat u met allerlei religieuze groepen gaat praten. Ik begrijp de overwegingen van de heer Bosma en daarom lijkt het mij een goed idee dat u de Kamer een brief stuurt over uw bevindingen in die gesprekken over religieuze conflicten. Naar aanleiding van die brief kunnen wij dan vervolgens met elkaar in debat’

Minister Plasterk vindt dat ‘een goed idee’ en zegt tot tezijnertijd met zo’n brief te komen om daarover een Kamerdebat te houden.

Toetsing

VVD-Kamerlid Van Miltenburg dient nog een motie in waarin zij pleit voor het toetsen van projecten gericht op sociale acceptatie om ‘de effectiviteit’ daarvan ‘te vergroten, te meten en te evalueren’ en de Kamer daarover te informeren.

Minister Plasterk ontraadt het aannemen van deze motie. De minister herhaalt zijn toezegging ‘over de hele linie’ te meten of er een attitudeverandering optreedt als gevolg van het totaal van het gevoerde beleid. Daarover zal de Kamer ook geïnformeerd worden. Maar de minister is ‘geen voorstander’ van effectmeting per subsidie, omdat dit kostbare bureaucratie zou betekenen voor vaak relatief kleine subsidies en bovendien is het volgens de minister ook een ‘illusie’ te denken dat effecten per project direct te meten zijn.

Yogygarta

Minister Plasterk liet weten wel positief te staan tegenover een motie van D66-Kamerlid Boris van der Ham. Die vraagt per motie een Kameruitspraak waarin ‘in het kader van de Internationale Dag tegen Homofobie bij andere parlementen de Yogyagarta Beginselen onder de aandacht’ gebracht wordt met een oproep ‘deze te onderschrijven’.

Deze motie – waarvan Van der Ham de symbolische waarde benadrukt – kreeg brede steun en zal waarschijnlijk aangenomen worden. Deze motie richt zich niet op de Kamer zelf, niet op het kabinet, want nog onlangs riep minister Verhagen in Génève tijdens een zitting van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties de daar verzamelde landen op de homomensenrechten zoals ze in de Yogyagarta Beginselen staan te onderschrijven.

Transgender

Afsluitend had minister Plasterk nog een belangrijke mededeling voor transgenders. De minister had toegezegd te gaan overleggen met Justitieminister Hirsch Ballin om te zien of de wettelijke plicht voor transgenders tot sterilisatie om in aanmerking te mogen komen voor het vermelden van hun geslachtsverandering in hun paspoort heroverwogen kan worden. Hirsch Ballin blijkt daarmee in te stemmen. De ministers Plasterk en Hirsch Ballin gaan daarover ‘om de tafel zitten met het TransGenderNetwerk Nederland en Humanitas om over dit onderwerp door te praten’.

Volgende week dinsdag wordt over de ingediende moties gestemd.

Zie voor meer informatie ons dossier Politieke Lobby.