Iemand nodigt je uit op de koffie, maar als bij aankomst blijkt dat je homo bent, ben je ineens niet meer welkom. Zo voelde directeur van het Amnesty Filmfestival Taco Ruighaver zich eind maart toen zijn dagboekbijdrage voor het Nederlands Dagblad_, op uitnodiging geschreven, opeens niet meer op prijs werd gesteld. De reden: in de tekst had hij terloops vermeld dat hij een mannelijke partner heeft.
Ruighaver was gevraagd om een licht persoonlijk verhaal, gekoppeld aan werk. Dus had de festivaldirecteur geschreven: Zondag 23 maart. (…) Geen Johannes Passion deze Pasen. In de namiddag wel een optreden van ‘Soep’. Robert, mijn vriend en levenspartner, speelt in deze band van contrabassiste Kim Soepnel. (…) Ik vraag me af of ik eigenlijk wel over Robert en mij kan schrijven in het Nederlands Dagblad_. Zal toch wel? Die vraag doet me denken aan twee films van het komende festival.. (…).
‘Of het niet wat minder persoonlijk kon, vroeg de redacteur’, vertelt Ruighaver (44) een maand later. ‘Hij was in grote verlegenheid gebracht tegenover zijn lezers, zei hij. De lezers zouden het verkeerd interpreteren en denken dat dit iets is waar de redactie achter staat’ Toen Ruighaver daarop weigerde zijn stuk te censureren, liet de krant de rubriek ‘Vooruitblik’ liever vullen door iemand die meer in de lijn van de krant ligt.
Pas toen Ruighaver stennis maakte en de woorden discriminatie en Artikel 1 vielen, besloot adjunct-hoofdredacteur Koert van Bekkum van het Nederlands Dagblad het stuk toch te plaatsen. Er kwam wel een begeleidend kadertekstje bij. Daarin schreef de redactie dat Ruighavers bijdrage ‘ongemak en vervreemding’ opriep, omdat plaatsing ‘de suggestie wekt dat het ons om het even is wat voor ethische keuzes iemand maakt’.
Ruighaver: ‘Uit een gesprek met Van Bekkum bleek dat vooral de terloopsheid het bezwaar was. Zolang homoseksualiteit als probleem of zonde wordt besproken, is er niks aan de hand, dan is het duidelijk gelabeld voor de lezer. Maar juist de normaliteit en terloopsheid was onacceptabel’.
Ruighaver noemt de toegevoegde tekst ‘grievend’. ‘Helemaal als je weet dat er op de andere kant van de pagina een interview staat met een SGP-er die oproept homoseksualiteit weer strafbaar te stellen. Dat heeft kennelijk geen duiding nodig. (Bedoeld is het interview met Chris Janse, oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad_, die zegt daarin ronduit: ‘Ik vind inderdaad dat de strafbaarstelling van homoseksualiteit in Nederland doorgevoerd zou moeten worden…’).
‘Het is ook niet oprecht dat de krant schrijft dat ze het stuk niet in de prullenbak wilde gooien, terwijl dat wel zo was’, zegt Ruighaver.
Is hier sprake van discriminatie?
Jessica Silversmith van het
Meldpunt Discriminatie Amsterdam
: ‘Homoseksualiteit is geen ethische keuze. Het is uiterst pijnlijk, iemand wordt niet geaccepteerd zoals hij is. Juridisch kun je hier echter niet zo veel mee, daar zijn de uitlatingen van het Nederlands Dagblad niet grof genoeg voor. Dit is meer een ethisch-journalistieke kwestie, waarover ik de Raad voor de Journalistiek wel zou willen horen. En als ik Amnesty was, zou ik hier een reactie op sturen. Het is natuurlijk uitermate kwetsend dat iemand wordt gevraagd iets over mensenrechten te zeggen om vervolgens in zijn eigen mensenrechten te worden aangetast’.
Het _Nederlands Dagblad baseert zijn redactioneel beleid op de bijbel, zegt adjunct-hoofdredacteur Van Bekkum. ‘Die moeten mensen serieus nemen, en wat dat inhoudt, daarover lopen de meningen uiteen. De een ziet liefde als de boodschap, en heeft geen moeite met homoseksualiteit, voor de ander is het een zonde. Daar zit heel veel tussen. Je kunt niet op één pagina voorzichtig de discussie hierover voeren terwijl het op een andere pagina lijkt of het de redactie niets kan schelen hoe je daarmee omgaat. Juist het onschuldige karakter van Ruighavers tekst, juist dat hij niet op de barricades gaat staan, kan verkeerd overkomen op lezers die dat niet normaal vinden. Daarom hadden we in eerste instantie een ander gevraagd, tot Ruighaver aangaf zich gediscrimineerd te voelen’.
Van Bekkum bestrijdt dat er sprake is van discriminatie. ‘Met het duidende stukje geven we ruimte aan een bepaalde christelijke stem. We maken expliciet dat homoseksualiteit door een deel van de mensen ongewoon wordt gevonden. Dat zijn vanuit religie gefundeerde opvattingen, en dat mag’.
De
Raad voor de Journalistiek
kan desgevraagd op voorhand weinig zeggen over de kwestie. De Raad doet alleen uitspraak in formele klachten nadat alle partijen gehoord zijn.
‘Het is een interessante zaak’, zegt secretaris Daphne Koene: ‘Maar geen eenvoudige. Er liggen niet legio uitspraken in vergelijkbare zaken. Nederland heeft een pluriforme pers en het staat media vrij een bepaald beleid te voeren. Het _Nederlands Dagblad heeft een heel specifieke lezerskring, met opvattingen zoals de tekst in het kadertje. Wat de zaak wel interessant maakt is het feit dat Ruighaver op uitnodiging schreef. De vraag is wat je dan nog bij zo’n stuk mag plaatsen’.
Ruighaver: ‘Het was helemaal niet de bedoeling, maar uiteindelijk werd het een soort activistische daad om in de kolommen van het _Nederlands Dagblad terecht te komen, en zo een rolmodel te zijn voor dertien-, veertienjarigen op de Veluwe die erachter komen dat ze homoseksueel zijn. De één wil me van de toren, de ander weigert mijn stukje omdat ik homo ben. Er heerst op dit moment een sfeer in Nederland alsof alle gevaar van de islam komt, maar we moeten het hebben over alle ultra-orthodoxe uitspattingen’.
Zie ook:
De ultra-orthodoxe uitspattingen van de krant – de persverklaring van het Nederlands Dagblad vanwege de berichtgeving in Wordt Vervolgd over deze kwestie.
En:
‘Homoseksuele leefstijl is een keuze’ – een artikel over met een link naar de Anton de Kom-lezing van ND-hoofdredacteur Peter Bergwerff, september 2007.