Van de 429 afgevaardigden op het Uniecongres in Zwolle stemde slechts een vijftal leden tegen de gedragscode.
Het Uniecongres neemt hiermee in grote lijnen de aanbevelingen over van de commissie-Cnosssen, die adviseerde dat homo’s weliswaar een bestuursfunctie mogen krijgen, maar dat het wel of niet hebben van een homoseksuele relatie wel een ‘relevant’ punt is te worden meegenomen in de selectieprocedure van partijvertegenwoordigers.
Het is aan die selectiecommissies om te bepalen of het gedrag van kandidaten voor partijfuncties in overeenstemming is met de bijbelse beginselen van de partij en daarmee of ‘praktiserende’ homoseksuelen ‘geloofwaardige’ vertegenwoordigers van de ChristenUnie kunnen zijn.
In de praktijk betekent dit dat de verantwoordelijkheid vaak bij plaatselijke partijafdelingen komt te liggen. Tijdens het Uniecongres was daarop kritiek omdat hierdoor het risico ontstaat dat verschillende standpunten worden ingenomen in het land en dat daardoor veel onduidelijkheid zal ontstaan over het partijstandpunt over huwelijk en (homo)seksualiteit.
Een aantal afdelingen lieten tijdens het congres blijken de gedragscode te algemeen te vinden. Zij dienden moties in waarin expliciter duidelijk gemaakt werd dat ‘praktiserende’ homoseksuelen op grond van de bijbelse uitgangspunten van de partij uitgesloten moeten worden van partijfuncties.
Een motie van de afdeling Schouwen-Duivenland die dit zou vastleggen, haalde het net niet. Er moest twee keer over worden gestemd.
Wel aanvaardde het Uniecongres een amendement op de gedragscode, ingediend door de kiesvereniging Nunspeet, om in de gedragscode te verwijzen naar de zogeheten Uniefundering en het Kernprogramma. In het Kernprogramma spreekt de partij uit dat het huwelijk tussen man en vrouw de norm is.
Om de ‘homokwestie’ indirect nog verder ‘dicht te timmeren’ nam het Uniecongres ook nog een motie van de kiesvereniging Barneveld aan, waarin een aanscherping wordt gevraagd van het Kernprogramma. Daarin moet komen te staan dat ‘seksuele omgang onlosmakelijk is verbonden met het huwelijk’.
Het Amsterdamse deelraadslid Yvette Lont, aanwezig op het Uniecongres, gaf na de stemming over de gedragscode aan dat zij de code met de daarop gemaakte amenderingen nog eens op zich wil laten inwerken. Maandag komt zij met een verklaring over haar al dan niet aanblijven bij de ChristenUnie.
‘In elk geval stel ik vast’, aldus Lont, dat de onzekerheid over wat nu de consequenties zijn van het rapport-Cnossen en van de nieuwe gedragscode, is gebleven. Niet alleen bij mij, maar ook bij andere leden en afgevaardigden van de partij. Dat merkte je in de discussie van vanmorgen. Dat vind ik jammer’.
Zie voor meer informatie ons dossier ChristenUnie.