Staatssecretaris Dijksma zei op 18 november jl. in haar toespraak Scholen voor morgen – elke school telt dat op school belangrijke waarden als vrijheid en gelijkheid hoog in het vaandel staan en dat ‘de rechtstaat er voor iedereen is en daarom zwaarder weegt dan enige geloofsopvatting’.
In die toespraak zei Dijksma verder dat je op school mag zijn wie je bent. ‘In die zin is de school niet alleen de plek die fysieke veiligheid biedt; ook de geestelijke vrijheid dient er te worden beschermd. Op alle scholen zeg ik daarbij. Ook de islamitische en streng christelijke. Als kinderen daar bijvoorbeeld te horen krijgen dat het niet goed is om vrienden te zijn met mensen die niet gelovig zijn, kan dat niet door de beugel’.
De SGP is niet te spreken over die toespraak en stelde daar Kamervragen over. Volgens SPG-fractievoorzitter Bas van der Vlies gedroeg de staatssecretaris zich daarin ‘dom, dwaas, kwalijk en ongepast’.
‘Met het op één hoop gooien van christelijke en islamitische scholen zet zij het christelijk onderwijs in een kwade reuk’, stelt Van der Vlies.
In haar antwoord op de kritiek van de SGP houdt Dijksma echter vast aan haar woorden. Volgens Dijksma is dat ‘geen kwestie van op één hoop vegen van orthodox-christelijke en islamitische scholen’.
De staatssecretaris zegt dat ze het christelijk onderwijs niet in een kwaad daglicht heeft willen stellen. Ze verwijt Van der Vlies juist dat hij op zijn beurt de islamitische scholen in het verdachtenbankje zet.
‘Voor mij staat als een paal boven water dat de geestelijke vrijheid op álle scholen beschermd dient te worden. Ik noem daarbij ook de islamitische en streng-christelijke scholen, omdat gezien vanuit het geestelijk gedachtegoed dat aan deze scholen ten grondslag ligt, de bevordering van actief burgerschap in de dagelijkse praktijk spanningen kan oproepen’.
Dijksma zei in haar toespraak ook dat de rechtstaat zwaarder weegt dan enige geloofsopvatting. ‘Dom, want de vrijheid van godsdienst staat niet tegenover de rechtstaat, maar is er onderdeel van’, aldus de SGP.
Maar volgens Dijksma plaats ze met haar uitspraak de onderwijsvrijheid juist in de context van de rechtstaat. De onderwijsvrijheid moet volgens de staatssecretaris gezien worden als een onderdeel van de rechtstaat, evenals de verantwoordelijkheid van iedereen wetten en regels van de rechtstaat na te leven.
De staatssecretaris zegt dat het voor haar als een paal boven staat dat de geestelijke vrijheid op alle scholen ‘ongeacht van welke denominatie dan ook’ beschermd dient te worden. Maar de kans op spanning tussen het beleven van die geestelijke vrijheid en het kerndoel van actief burgerschap is volgens Dijksma het grootst op scholen met een ‘orthodoxe geloofs- of levensbeschouwelijke opvatting’.
Dijksma noemt dat spanningsveld een ‘uitdaging’ voor die scholen. Daar heeft Dijksma in haar toespraak aandacht voor willen vragen – maar ze maakt in haar antwoord aan de SGP ook onomwonden duidelijk dat de ‘burgerschapsopdracht voor álle scholen geldt’. De Onderwijsinspectie ziet ‘scherp’ toe op naleving van ‘de wettelijke opdracht voor burgerschap en sociale integratie op een school’, schrijft Dijksma.
‘Het enige wat daarbij telt is dat alle scholen inhoud geven aan de normstelling die wij daarover met elkaar sinds 2005 hebben vastgelegd in de wet, de memorie van toelichting en het daarop gebaseerde toezichtkader van de inspectie. Een normstelling die ook ruimte laat om eigen levensbeschouwelijke uitgangspunten tot uitdrukking te brengen’, stelt Dijksma.
Ook SP-Kamerlid Jasper van Dijk heeft de toespraak van Dijksma aangekaart, maar hij wil weten of en zo ja wat de bewindsvrouw onderneemt tegen scholen waar bijvoorbeeld aan meisjes een mindere positie wordt toebedacht, die homo’s proberen te weren als leerkracht of die de evolutieleer negeren.
Ook heeft Van Dijk vragen aan minister Eberhard van der Laan van Integratie, in wiens naam op een congres werd gezegd dat de onderwijsvrijheid wel uitgangspunt blijft, maar dat die problemen voor onder meer de integratie meebrengt.
Zie ter informatie de Kamervragen van de:
– SGP – met de antwoorden van staatssecretaris Dijksma;
– SP.