Terug naar overzicht

VWS verlengt financiering proefproject mannenopvang

De vier grote steden zijn blij dat het ministerie van VWS geld beschikbaar stelt om de mannenopvang te kunnen voortzetten. Amsterdam, De Haag, Utrecht en Rotterdam hebben sinds 1 juli 2008 een opvang met in totaal 40 opvangplekken. Deze zijn bestemd voor slachtoffers van (dreigend) geweld in afhankelijkheidsrelaties en slachtoffers van mensenhandel.

In de afgelopen tweeënhalf jaar hebben de opvangvoorzieningen bijna 200 slachtoffers van geweld opgevangen. Dat staat in het evaluatierapport _Pionieren in de mannenopvang_. In dit verkennende onderzoek is aan de hand van een steekproef onder (ex)slachtoffers gekeken naar de ernst van de problematiek en naar het effect van de opvang.

Van de 677 mannen die zich tussen 1 juli 2008 en 31 december 2010 hebben aangemeld, zijn er 182 na beoordeling opgevangen. De mannen hebben diverse achtergronden en problemen. Een ruime meerderheid is tussen de 19 en 55 jaar. Meer dan de helft is Nederlands, daarnaast komen de Marokkaanse, Turkse en Chinese nationaliteit veel voor.

In de meeste gevallen (40 procent) gaat het om geweld door de (ex)partner, maar ook mensenhandel (15 procent) en eergerelateerd geweld (19 procent) – waaronder ook gevallen vanwege homoseksualiteit en huwelijksdwang – komen regelmatig voor. Homoseksualiteit als losstaand van eergerelateerd geweld komt in 3 procent van de gevallen voor als reden voor hulp.

Vaak gaat het om bedreigingen of mishandeling door familie of bekenden. Opvallend is, dat het bij het merendeel van de mannen gaat om meerdere of zelfs een netwerk van plegers, bijvoorbeeld de partner, familie en vrienden van de partner.

In 22 procent van de gevallen is een korte time-out voldoende. Daarna gaat de man weer terug naar huis. Nazorg met ambulante hulp kan dan een oplossing zijn. Doorstroom naar eigen woonruimte is een knelpunt, omdat er weinig woningen beschikbaar zijn.

De meeste opgevangen mannen hebben de opvang via internet gevonden. Het is dan ook belangrijk dat de mannenopvang, maar ook het ambulante hulpaanbod, op internet makkelijk te vinden zijn.

Er rust nog altijd een taboe rondom mannelijk slachtofferschap. Dit taboe moet verder worden doorbroken. Hierbij moet worden meegenomen dat meer bekendheid tot meer vraag kan leiden.