Aanleiding is het door de Vrije Universiteit Amsterdam en COC Nederland opgestelde onderzoeksrapport Fleeing Homophobia, over LHBT-asielbeleid in de Europese Unie.
Recent verscheen ook het deelrapport over de situatie in Nederland.
Terug de kast in
In een brief aan minister en Kamer stelt het COC onder meer voor om expliciet in het Nederlands asielbeleid op te nemen dat ook asielzoekers die – bijvoorbeeld uit angst of schaamte – pas laat ‘uit de kast komen’, in Nederland recht hebben op asiel.
Ook wil het COC dat LHBT’s uit landen waar seksuele gerichtheid of genderidentiteit strafbaar zijn gesteld, in beginsel in aanmerking komen voor asiel in Nederland. In Italië wordt al op deze wijze gewerkt.
Hoewel in het Nederlands beleid is bepaald dat homoseksuele asielzoekers niet in hun land van herkomst terug de kast in mogen worden gestuurd, gebeurt dat in de huidige asielpraktijk nog wel. Het COC wil dat het beleid op dit punt correct wordt uitgevoerd.
Iran
In het bijzonder vraagt het COC aandacht voor een dreigend probleem voor LHBT-asielzoekers uit Iran. Sinds 2006 genieten zij in Nederland bijzondere bescherming, maar daaraan dreigt een einde te komen door een wetswijziging.
Het COC wil dat minister Leers garandeert dat aan LHBTs uit Iran, ook in het geval van nieuwe wetgeving, asiel verleend wordt, zolang de situatie voor LHBTs in Iran niet verbetert.
Minister Leers heeft al laten weten dat hij de Tweede Kamer een seperatie reactie zal doen toekomen op het rapport Fleeing Homophobia, waarin hij tevens zal aangeven of aan de conclusies uit het rapport nadere gevolgen verbonden moeten worden en zo ja, welke dat dan zijn. Dat blijkt uit het antwoord van de minister op Kamervragen van GroenLinks-Kamerleden Tofik Dibi en Ineke van Gent over het rapport.
Zie: Kamervragen en anwoorden minister Leers over rapport Fleeing Homophobia.
[Bron: COC NL]