COC Nederland betitelt de verklaring als ‘ongefundeerd, schadelijk en niet representatief voor hoe er in Joodse kring over homoseksualiteit gedacht wordt’.
Koen van Dijk (directeur COC Nederland): ‘Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat homoseksualiteit niet te ‘genezen’ is. Door te pretenderen dat dat wel zo is, wordt mensen een rad voor ogen gedraaid. Dat kan voor Joodse homoseksuelen schadelijke gevolgen hebben. Gelukkig zijn de opvattingen van opperrabijn Ralbag niet representatief voor de Joodse gemeenschap, waarin heel divers over homoseksualiteit gedacht wordt’.
Het COC heeft de NIHS om een reactie gevraagd. Het rabbinaat van de NIHS heeft nog niet gereageerd op het verzoek om commentaar, maar informeerde het COC wel dat de de opperrabbijn volgende week een bezoek aan Nederland brengt en dan kan reageren.
De Torah Declaration is eind december 2011 uitgebracht en opgesteld door ongeveer 25 personen die ‘succesvol hun homoseksuele gevoelens overwonnen hebben’ en een aantal rabbijnen en betrokken joden die ‘hun moedige weg ondersteunen’. Het motief voor het opstellen van de verklaring is het ‘bestrijden van de misleidende en vaak ook leugenachtige boodschap over homoseksualiteit in de media en van LHBT-activisten’. De voornaamste boodschap in de Torah Declaration is volgens de opstellers: ‘verandering is mogelijk en wordt ook ondersteund door de Torah’.
De verklaring is inmiddels door meer dan 160 personen ondertekent – vooral rabbijnen en enkele werkers in de geestelijke gezondheidszorg. Daaronder ook Arthur Goldberg, de oprichter en directeur van JONAH, de Amerikaanse organisatie van joodse ex-gays die reparatieve therapie aanbiedt om homoseksualiteit te genezen.
In de verklaring wordt gesteld dat homoseksualiteit niet aangeboren is, maar aangeleerd gedrag waarvan mensen kunnen genezen. Die visie staat haaks staat op de inzichten van de American Psychological Association (APA). Al in 1973 kwam de APA tot de slotsom dat homoseksualiteit geen geestesziekte is en een recent rapport maakt duidelijk dat pogingen om homoseksuelen te ‘genezen’ niet werkzaam zijn. In een toelichting bij de Torah Declaration wordt daarover gezegd dat deze inzichten van de APA geen wetenschappelijke gronden hebben, maar het gevolg zijn van ‘politiek correct denken’ en druk vanuit de LHBT-gemeenschap. De opstellers van de Torah Declaration verwijzen daarbij naar informatie van de National Association for Research and Therapy of Homosexuality (NARTH), een organisatie die berucht is vanwege het gebruik van quasi-wetenschappelijke inzichten om reperatieve therapie te promoten.
De joodse gemeenschap wordt in de verklaring opgeroepen barmhartig met homoseksuelen om te gaan op hun ‘weg naar heling’, omdat het gaat om ‘individuen die in de eerste plaats de onschuldige slachtoffers zijn van emotionele wonden die zij in hun kinderjaren hebben opgelopen’.
De meeste ondertekenaars zijn Amerikanen – en dat is ook rabbijn Aryeh Ralbag, maar die heeft zijn handtekening ook gezet als Opperrabbijn van Amsterdam.
Over homoseksualiteit wordt binnen de joodse gemeenschap verschillend gedacht. Orthodoxe joden wijzen homoseksualiteit af, maar in de liberale joodse gemeenschap is dit niet het geval. In de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam werd begin vorig jaar zelfs het eerste huwelijk van een paar van gelijk geslacht gesloten.
Zie ook: