De Raad pleit in haar advies zelfs voor méér ruimte voor de weigerambtenaar. De eis – die bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam stelt – dat elke nieuw aan te nemen trouwambtenaar ook homoparen trouwt, gaat de Raad te ver.
Bergkamp: ‘Hoe je het ook wendt of keert, uiteindelijk gaat het er om wat je zwaarder laat wegen: godsdienstvrijheid of het verbod om homo’s te discrimineren. Bij de Raad delven homo’s het onderspit. Gelukkig denken de Commissie Gelijke Behandeling en de Tweede Kamer daar anders over’.
Hand weigeren
Bergkamp wijst op de vergaande consequenties als het advies zou worden uitgevoerd: ‘Het hek is van de dam. Nu gaat het om homoparen, maar als je de lijn van de Raad doortrekt, krijgen ambtenaren ook de vrijheid om vrouwen een hand te weigeren of om moslimparen een huwelijk te weigeren’.
Verwijzend naar de discussie over de openstelling van het huwelijk in de Verenigde Staten stelt Bergkamp: ‘de Raad van State staat met dit gekleurde advies aan _the wrong side of history_’.
Goede voorbeeld
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) adviseerde de regering in 2008 precies het tegenovergestelde. Na een uitgebreide weging van grondrechten stelde de CGB voor om met een wettelijke regeling een einde te maken aan het fenomeen weigerambtenaar. Volgens de CGB moet de overheid het goede voorbeeld geven en voorkómen dat homoseksuelen worden gediscrimineerd. De Tweede Kamer vroeg in november 2011 om een spoedige uitvoering van dit advies.
In geen enkel ander land waar het burgerlijk huwelijk is opengesteld voor paren van gelijk geslacht wordt een uitzondering gemaakt voor weigerambtenaren.
In plaats van de principiële vraag te beantwoorden of discriminatie van homo’s door een neutrale overheid acceptabel is, kiest de Raad van State in haar advies voor een ‘pragmatische benadering’ en voor een ‘positieve grondhouding’ ten aanzien van gewetensbezwaarde ambtenaren. Omdat paren van gelijk geslacht in elke gemeente kunnen trouwen, zijn weigerambtenaren volgens de Raad geen probleem en is er geen sprake van discriminatie.
Het Raadsadvies leest als een rechtvaardiging voor het huidige regeringsbeleid, waarin weigerambtenaren de ruimte krijgen. Niet alleen zou het discriminatieverbod ‘niet in geding’ zijn, ook het recht van paren van gelijk geslacht om te trouwen is ‘niet doorslaggevend’. De voorbeeldfunctie die de overheid heeft bij het niet-discrimineren van homo’s noemt de Raad ‘onvoldoende zwaarwegend’. Dat weigerambtenaren homo’s in de uitoefening van hun functie discrimineren is volgens de Raad niet in strijd met de beginselen van de democratische rechtstaat.
Traditie
Verder spreekt de Raad van State over het ‘goede Nederlandse gebruik om aan gewetensbezwaren tegemoet te komen’ en verwijst de Raad naar de ‘in bepaalde geloofsovertuigingen en langdurige traditie gewortelde opvatting, dat het huwelijk slechts kan bestaan tussen en voorbehouden dient te zijn aan personen van verschillend geslacht’.
In het advies wordt nauwelijks verwezen naar de Nederlandse traditie van acceptatie en gelijke rechten voor homoseksuelen. Ook herinnert de Raad de lezers van het advies er aan dat internationale verdragen niet verplichten tot openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht.
Treuzelen
‘We rekenen er op dat dit gekleurde advies ter zijde wordt gelegd en dat de wens van een grote Kamermeerderheid om een eind te maken aan het fenomeen weigerambtenaar spoedig wordt uitgevoerd’, concludeert Bergkamp.
In reactie op het besluit van de ministerraad van vrijdag 8 juni 2012 om de kwestie van de weigerambtenaar over te laten aan een volgend kabinet stelt Bergkamp: ‘We beschouwen dit als de zoveelste ongewenste uitsteltactiek van het kabinet. De Kamer wilde voor 1 januari 2012 een einde aan het fenomeen weigerambtenaar. Laat het kabinet niet langer treuzelen en nog voor het zomerreces een einde aan dit fenomeen maken’.
Zie hier:
Raad van State – Voorlichting inzake gewetensbezwaarde trouwambtenaren.