De Stichting HIV Monitoring (SHM) meldt in haar Monitoring Report 2012 dat het jaarlijkse aantal nieuwe HIV-diagnoses hoog blijft. In 2011 waren er naar schatting 1067 nieuw geregistreerde HIV diagnoses. Dit aantal neemt niet toe en is vergelijkbaar met de toename in 2009 en 2010. Het aantal nieuwe diagnoses bedroeg in die periode ongeveer 1100 per jaar. Onder mannen die seks hebben met mannen (MSM) werden in 2011 714 nieuwe HIV diagnoses geregistreerd, eveneens vergelijkbaar met voorgaande jaren. MSM vormen nog steeds de grootste risicogroep voor HIV in Nederland.
Er zijn momenteel naar schatting 25.000 mensen met HIV in Nederland. Ongeveer een derde is niet in zorg en veel van hen weten niet dat ze HIV bij zich dragen. Opgeteld bij de groep mensen die wel in zorg is, maar niet wordt behandeld of behandeling geen effect heeft, is HIV bij iets minder dan de helft van alle geïnfecteerde mensen in Nederland niet onderdrukt. Deze groep vormt de bron voor overdracht van HIV.
Frank de Wolf, Directeur van de Stichting HIV Monitoring: “Ik ben optimistisch over het effect van de behandeling op mensen met HIV. Die behandeling is goed voor de patiënt en heeft tegelijkertijd effect op de verspreiding van HIV. Aan de andere kant zien we dat de epidemie voortduurt. Prioriteit blijft dat mensen zich bewust zijn van de risico’s die ze lopen, zich geregeld laten testen en, als ze positief blijken, snel starten met behandeling.”
Epidemie nog niet onder controle
De HIV epidemie in Nederland is geconcentreerd in de groep mannen die seks hebben met mannen (MSM). In totaal neemt het aantal nieuw geregistreerde HIV infecties onder MSM niet toe, maar ook niet af. Er is een geleidelijke daling onder MSM in de leeftijd van 35 tot 44 jaar. Daar staat echter een toename onder jong volwassen MSM (tot 25 jaar) en onder MSM van 55 jaar en ouder tegenover.
Het aantal nieuwe diagnoses bij de groep patiënten met heteroseksuele contacten daalt geleidelijk, vermoedelijk als gevolg van afge
nomen immigratie uit regio’s waar HIV endemisch is, zoals Sub-Sahara Afrika. Het aantal geregistreerde HIV diagnoses onder Nederlandse hetero mannen en vrouwen is sinds 2009 hoger dan die onder mensen afkomstig uit endemische regio’s.
Late HIV diagnose
Het percentage mensen waarbij de diagnose HIV in een laat stadium van de infectie wordt gesteld is sinds 1996 gehalveerd, maar nog steeds wordt bij 43% de diagnose gesteld wanneer de afweer al sterk is verminderd of wanneer iemand al AIDS heeft. Late diagnose leidt er toe dat pas laat met HIV behandeling wordt begonnen en onvoldoende herstel van de afweer kan worden bereikt. Het hoge percentage late diagnoses toont aan, dat testen van mensen uit de risicogroep voor HIV nog in onvoldoende mate gebeurt.
Levensverwachting
Overlijden als gevolg van HIV en AIDS is sinds de introductie van HIV remmende behandeling sterk gedaald, maar mensen met HIV overlijden nog steeds eerder dan de algemene bevolking (gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht). Leven met HIV is in de afgelopen tien jaar door behandeling sterk verbeterd. Dit is te danken aan betere medicatie waarmee een hoog niveau van virusonderdrukking wordt bereikt. De huidige combinatiebehandeling (cART) is makkelijker te gebruiken, heeft minder bijwerkingen en mogelijk ook minder toxiciteit op lange termijn.
Resistentie tegen HIV-middelen
Bij circa 10% van de mensen onder behandeling werkt deze behandeling niet. Geschat wordt dat 30% van hen HIV-resistent is tegen ten minste één van de remmende middelen. Op dit moment vindt screening op resistentie slechts plaats bij ongeveer 30% van de patiënten waar de behandeling faalt. Het is belangrijk dat screening vaker geschiedt, zodat patiënten de best mogelijke behandeling kunnen krijgen.
[Bron: Stichting HIV Monitoring]