De Raad van State hebben zogenoemde prejudiciële vragen gesteld over de beoordeling van de seksuele gerichtheid van asielzoekers aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg. COC Nederland pleit ervoor dat de beoordeling uitgaat van de verklaring van de asielzoeker zelf. Ondermeer over deze kwestie heeft het COC deze week een overleg met staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in de hogerberoepszaken van drie asielzoekers zogenoemde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie in Luxemburg. De procedures hebben betrekking op de weigering door staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie om drie mannen uit Gambia, Afghanistan en Oeganda een asielvergunning te geven. De staatssecretaris heeft hun asielverzoek afgewezen, omdat hij bewering van de asielzoekers dat ze homoseksueel zijn ‘ongeloofwaardig’ vindt.
Beoordeling seksuele gerichtheid
De Raad van State wil nu uitleg van het Hof in Luxemburg over het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en de Europese Definitierichtlijn, waarin voor de lidstaten van de Europese Unie minimumnormen zijn opgenomen voor de bescherming van vluchtelingen.
De Raad van State constateert dat de EU-lidstaten de seksuele gerichtheid van asielzoekers op verschillende manieren beoordelen. Sommige EU-lidstaten onderzoeken de seksuele gerichtheid door het stellen van vragen, andere door het verrichten van medisch of wetenschappelijk onderzoek.
De Raad van State wil daarom van het Europees Hof uitleg over de manier waarop de seksuele gerichtheid moet worden beoordeeld en de grenzen die daarbij in acht moeten worden genomen, omdat die elementen ‘in belangrijke mate het nuttig effect van de Definitierichtlijn voor de vreemdeling en het niveau van de bescherming binnen Europese Unie als geheel bepalen’.
In de lopende rechtszaken van de drie LHBT-asielzoekers wordt meermaals verwezen naar het mede op initiatief van het COC opgestelde rapport Fleeing Homophobia*. Dit rapport bevat een inventarisatie van het asielbeleid van een groot aantal Europese landen als het gaat om LHBT-asielzoekers en wordt afgerond met een reeks aanbevelingen die ook door het COC worden gebruikt om het asielbeleid voor LHBT-asielzoekers te verbeteren.
Procedure
De behandeling van de drie hogerberoepszaken bij de Raad van State is geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Dit duurt over het algemeen ongeveer een tot anderhalf jaar. Daarna zal de Raad van State de behandeling voortzetten en uiteindelijk definitieve uitspraken doen in deze zaken.
De Raad van State heeft april 2012 ook al prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie gesteld over de zogenoemde discretie en over de strafbaarstelling van seksuele gerichtheid en genderidentiteit in het land van herkomst. Bij ‘discretie’ gaat het om de vraag of het asielverzoek van een LHBT’er mag worden geweigerd als vervolging in het land van herkomst mogelijk voorkomen kan worden als de seksuele gerichtheid (of genderidentiteit) verborgen gehouden wordt. Bij ‘strafbaarstelling’ gaat het om de vraag of een LHBT-asielzoeker altijd toegelaten moet worden als seksuele gerichtheid (of genderidentiteit) in het land van herkomst strafbaar is.
Die vragen van de Raad van State worden in april door het Europese Hof behandeld.
Verklaring asielzoeker uitgangspunt
COC Nederland heeft er steeds voor gepleit dat bij het beoordelen van de seksuele gerichtheid en genderidentiteit van de asielzoeker de verklaring van de betrokkene als uitgangspunt moet gelden. Het COC is er vooral op tegen dat in het nader verhoor gedetailleerde vragen over seksuele handelingen worden gesteld, omdat zulke vragen niet relevant zijn en bovendien in strijd met de privacy.
Bovendien dienen tolken gescreend te worden op homo-, bi- en transfobie. Daarnaast moet er de mogelijkheid zijn om het nader verhoor af te nemen met behulp van een tolk die niet afkomstig is uit het land van herkomst van de asielzoekers.
Om de procedure goed te laten verlopen dienen hoor- en beslismedewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) getraind te worden. Het COC is daarvoor inmiddels gestart met een proefproject.
Ondermeer over het asielbeleid heeft COC Nederland deze week een overleg met staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie.
* Sabine Jansen en Thomas Spijkerboer, Fleeing Homophia – Seeking Safety in Europe – Asylum Claims related tot Sexual Orientation and Gender Identity in Europe, COC Nederland en Vrije Universiteit Amsterdam, 2011
[Bron: COC NL – Foto: Zitting van het Hof van Justitie van de Europese Unie]