Niet homofobie, maar de vele homograppen in de kleedkamer en op het veld zorgen ervoor dat uit de kast komen in de teamsport vaak moeilijk blijft. Dat staat in een onderzoek van het Mulier Instituut.
Waarom is in het homotolerante Nederland nog geen profvoetballer uit de kast gekomen? Komt dat omdat ze er niet zijn of omdat de acceptatie van homoseksualiteit onder mannelijke voetballers en andere teamsporters geringer is dan elders in de sport en samenleving? Het zijn terugkerende vragen die rond Coming Out Dag vaak worden gesteld.
Een representatieve meting onder de Nederlandse bevolking laat zien dat de algemene acceptatie van homoseksualiteit onder mannelijke teamsporters niet veel onderdoet in vergelijking met de rest van de bevolking. De meerderheid van de ondervraagden geeft bijvoorbeeld aan geen moeite te hebben om met een homoseksuele medesporter te douchen. In mannensportteams worden wel beduidend vaker homograppen gemaakt in vergelijking met andere sportgroepen.
De uitkomsten van het onderzoek bevestigen dat in mannensportteams vaker sprake is van een zekere machocultuur en van het ondersteunen van voortdurende beleidsaandacht voor homo-acceptatie in de sport. Het creëren van meer acceptatie en respect voor ‘anders-zijn’ maakt het veiliger voor reeds actieve homo/biseksuele mannen om ’uit de kast te komen’ en voor jonge homomannen om teamsporten te gaan en blijven beoefenen.
Klik HIER voor de volledige factsheet Homo-acceptatie in de sport (pdf) van het Mulier Instituut.
[Bron/Grafiek: Mulier Instituut]
Het COC vecht voor LHBT-rechten. Vecht mee!