Terug naar overzicht

Aanwijzingen erfelijkheid seksuele gerichtheid bij mannen

Nieuw Amerikaanse onderzoek wijst er op dat erfelijkheid een rol speelt als het gaat om de seksuele gerichtheid bij mannen. De onderzoekers beklemtonen dat hun onderzoek ‘geen sluitend bewijs’ vormt, maar wel ‘goede aanwijzingen biedt dat bepaalde genen’ een rol spelen bij het bepalen van iemands seksuele gerichtheid.

Het onderzoek werd deze week gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Psychological Medicine. Het werd uitgevoerd onder achthonderd homoseksuele broers. Van hun bloed en speeksel werden DNA-monsters genomen. Uit het onderzoek daarvan is gebleken dat er aanwijzingen zijn dat genen op Xq28-chromosoom en genen op het achtste chromosoom een rol spelen bij het ontwikkelen van de seksuele gerichtheid. Onduidelijk is echter nog om welke genen het precies gaat en welke rol die exact spelen. De onderzoeksresultaten bevestigen bevindingen uit studies naar het seksuele leven van dieren.

“De bevindingen vormen geen bewijs, maar wel een goede aanwijzing dat de genen op de twee chromosomen invloed hebben op de seksuele gerichtheid”, zegt onderzoeksleider dr. Alan Sanders van het Health System Research Institute van de North Shore University van Evanston (Illinois) in de Verenigde Staten.

Een van de betrokken onderzoekers dr. Chad Zawitz noemt het onderzoek ‘een gigantische stap vooruit’ als het gaat om de wetenschappelijke vraag naar de oorzaak van iemands seksuele gerichtheid. Hij verwacht dat dit ook bijdraagt aan het verminderen van het stigma rond homo- en biseksualiteit.

Onder vakgenoten stuit het onderzoek echter wel op enige scepsis. Zo vindt dr. Robert Green, een medisch geneticus van de Harvard Medical School, de studie ‘intrigerend, maar op geen afdoende bewijs’. Dr. Neil Risch, geneticus aan de Universiteit van California in San Francisco, vindt de statistische verbanden die gelegd worden te zwak om te concluderen dat er sprake is van een genetische correlatie tussen de genen en de seksuele gerichtheid van de onderzochte broers. Daarbij moet overigens wel opgemerkt worden, dat in onderzoek van Risch zelf geen genetisch bewijs voor seksuele gerichtheid gevonden werd.

De American Psychological Association (APA) gaat er vanuit dat er geen sluitend bewijs is voor de oorzaak van iemands hetero-, homo- en biseksualiteit. De APA gaat er daarom voorlopig vanuit dat seksuele gerichtheid wordt veroorzaakt door een ‘complex samenspel van natuurlijke en omgevingsfactoren’. Daarbij wordt overigens wel vermeld dat iemands seksuele gerichtheid ‘geen keuze is’ en ook niet door psychotherapie of enig andere behandeling verandert kan worden.

[Bron: Cambridge Journal Blog, Huffington Post – Foto ‘Homogen’: CC-Aaron Edwards]

Het COC vecht voor LHBT-rechten. Vecht mee!