Terug naar overzicht

‘Onderzoek de vervolging van homo’s onder oude strafwet’

Onderzoek de vervolging van homo- en biseksuelen in Nederland onder het discriminerende oude Strafwetartikel 248bis. Die oproep doet het COC op vrijdag 5 oktober in een brief aan de Tweede Kamer.

UPDATEDe Tweede Kamer heeft op 11 oktober op voorstel van GroenLinks Kamerlid Nevin Özütok besloten om ons verzoek voor te leggen aan minister Ollogren van Binnenlandse Zaken.

“Het is tijd om schoon schip te maken”, zegt COC-voorzitter Tanja Ineke over de oproep. “Nederland zou deze episode uit de geschiedenis op waardige wijze moeten afsluiten, net zoals men dat in landen als het Verenigd Koninkrijk en Ierland probeert te doen.”

Duizenden homoseksuelen kwamen voor de rechter

Tussen 1911 en 1971 bepaalde het discriminerende artikel 248bis van het Wetboek van Strafrecht dat homoseksuele contacten met personen tussen de 16 en de 21 jaar strafbaar waren, terwijl heteroseksuele contacten met personen van die leeftijd wel waren toegestaan (en nog steeds zijn). Een vrouw van 21 jaar die haar eerste grote liefde van 20 ontmoette was dus potentieel strafbaar. In de periode dat het artikel bestond, zijn ruim vijfduizend homoseksuelen voor de rechter gebracht. Ruim de helft werd schuldig bevonden. Zij moesten gemiddeld voor drie tot zes maanden de gevangenis in.

Ook de zedenpolitie maakte lange tijd het leven moeilijk van personen die (mogelijk) homo- of biseksueel waren, terwijl deze mensen niets hadden misdaan. Zo legde de politie zonder rechtsgrond kaartsystemen en fotoalbums aan van vermoedelijke homoseksuelen. Werkgevers, ouders en verhuurders werden over iemands (vermoedelijke) homoseksualiteit geïnformeerd. De zedenpolitie postte bij urinoirs en voor huizen, won inlichtingen in bij familie of kennissen en viel huiskamerbijeenkomsten binnen. Het leidde tot persoonlijke drama’s in het leven van veel homoseksuelen: ontslag, opzegging van de huur, chantage of verstoorde familierelaties.

Minister Kajsa Ollongren (BZK) en minister Ingrid van Engelshoven (OCW) lieten de Tweede Kamer onlangs weten dat ze onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek laten doen naar de ‘homolijsten’ die bepaalde gemeenten in de vorige eeuw bijhielden. In november 2017 maakte dagblad Trouw bijvoorbeeld bekend dat de gemeente Amsterdam tussen 1950 en 1958 lijsten bijhield bij van sollicitanten die werden afgewezen voor een baan als ambtenaar omdat ze homoseksueel zouden zijn.

Het COC roept het kabinet met haar brief op om nu direct schoon schip te maken en ook de vervolging onder art. 248bis en de handelswijze van de zedenpolitie bij dit onderzoek te betrekken. De Tweede Kamer besluit naar verwachting op 11 oktober over het COC-voorstel – UPDATE: de Tweede Kamer heeft inmiddels op voorstel van GroenLinks Kamerlid Nevin Özütok besloten dit verzoek voor te leggen aan minister Ollongren.

Wat het COC betreft moeten de wensen van gedupeerde LHBTI’s in een onderzoek centraal staan. Er moet worden onderzocht of er nog gedupeerden in leven zijn en of zij of hun nabestaanden mogelijk een vorm van genoegdoening willen.

In het Verenigd Koninkrijk presenteerde de regering in 2017 een pardonregeling voor homo- en biseksuelen die in de afgelopen eeuw werden veroordeeld op grond van discriminerende wetten. Het Ierse parlement besloot in de zomer van 2018 dat de regering excuses zal aanbieden aan homo- en biseksuele mannen die op grond discriminerende strafwetgeving zijn veroordeeld.

[Bron: COC NL – Foto Activisten demonstreren op het Binnenhof in Den Haag tegen artikel 248bis: Andere Tijden]

Het COC steunt LHBTI’s – Steun jij het COC?