Terug naar overzicht

Onderzoek: seksuele oriëntatie is divers en niet met dna-test te voorspellen. “Jij mag zijn zoals je bent.”

Het homo-gen bestaat niet, maar het hetero-gen óók niet. Seksualiteit is divers en niet met een DNA-test te voorspellen. Dat laat een grote internationale studie zien, waarin de genetische opmaak van mensen die seks hebben met mensen van gelijk geslacht is onderzocht. COC-voorzitter Astrid Oosenbrug: “Het onderzoek bevestigt vooral: jij mag zijn zoals je bent!” Er is een breed scala van seksuele uitdrukkingen, waaronder ook homo- en biseksualiteit.

De resultaten van het onderzoek zijn deze week gepubliceerd in het gerenomeerde Amerikaanse tijdschrift Science. Het onderzoek is verricht door een internationaal team van onderzoekers, waaronder Karin Verweij en Abdel Abdellaoui van Amsterdam UMC en medewerkers van onderzoeksinstituten uit Boston, Brisbane en Cambridge. De onderzoekers wilden weten of mensen die ooit seks hebben gehad met iemand van gelijk geslacht een andere genetische opmaak hebben dan personen die alleen seks hebben met mensen van het andere geslacht. De genetici onderzochten daarvoor het DNA van meer dan 470 duizend Britten, Amerikanen en Zweden die eerder genetisch materiaal hadden afgestaan en vragen hadden beantwoord over hun seksueel gedrag.

Er werden door de onderzoekers vijf genen gevonden die voor een klein deel bepalen of iemand zich homoseksueel gedraagt, minder dan één procent van de individuele verschillen is hierop terug te voeren. De onderzoekers benadrukken dat er veel andere genen betrokken zijn bij homoseksueel gedrag, die bij elkaar tussen de 8 en 25 procent van de individuele verschillen verklaren.

“Er bestaat niet zoiets als een homogen”, zegt onderzoeker hoogleraar Genetics in Psychiatry Karin Verweij van Amsterdam UMC. “Er zijn waarschijnlijk duizenden genen betrokken bij homoseksueel gedrag, die allemaal kleine effecten en meerdere functies hebben. De genen spelen mogelijk ook een rol bij andere persoonlijkheidskenmerken zoals het openstaan voor nieuwe ervaringen.”

De onderzoekers maken duidelijk dat behalve genen ook omgevingsinvloeden – zoals bijv. de biochemische processen in de baarmoeder – individuele verschillen in seksueel gedrag verklaren. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat het onmogelijk is om op grond van DNA te voorspellen of iemand hetero-, homo- of biseksueel is.

“Dit onderzoek bevestigd dat genen een rol spelen bij seksuele oriëntatie. Dat is interessant, maar eigenlijk wisten we dat al wel. Dat was namelijk ook al gebleken uit kleinschaliger onderzoeken die de afgelopen jaren zijn gepubliceerd”, zegt COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. “Ons gaat het vooral om de strijd tegen geweld en discriminatie van LHBTI’s en het bevorderen van de acceptatie van seksuele en genderdiversiteit. Dat seksuele diversiteit een natuurlijke oorzaak heeft kan ons daar wel bij helpen – bijvoorbeeld bij het verbieden van homogenezingstherapieën”.

Website

Om zorgvuldig over de resultaten te communiceren naar het publiek hebben de onderzoekers een website gemaakt waarop de resultaten worden gepresenteerd: GeneticSexBehavior.info.

[Bron: COC NL, Science, Amsterdam UMC – Illustratie/Filmp: GeneticsSexBehavior.info]

Zie ook:

Het COC steunt LHBTI’s – Steun jij het COC?