Een grote overwinning voor LHBTI personen waar het COC bijna 20 jaar voor heeft gestreden! De Eerste Kamer stemde op dinsdagmiddag 9 februari met een ruime twee-derde meerderheid voor een voorstel van D66, GroenLinks en PvdA om LHBTI-rechten te verankeren in artikel 1 van de Grondwet.
‘Een mooi en emotioneel moment voor LHBTI’s in Nederland’, aldus COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. ‘We zijn er nog niet, maar met de brede steun in de Eerste Kamer zien we de toekomst van dit voorstel met vertrouwen tegemoet. We zijn de indieners Vera Bergkamp (D66), Nevin Özütok (GroenLinks) en Kirsten van den Hul (PvdA) bijzonder dankbaar voor hun inzet en het vele werk aan dit wetsvoorstel. Het is bovendien een prachtig cadeau voor de vijfenzeventigste verjaardag van het COC, de oudste nog bestaande LHBTI-organisatie ter wereld.’
Om definitief van kracht te worden, moet de Grondwetswijziging na de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart met een twee-derde meerderheid opnieuw door Senaat en Tweede Kamer worden aangenomen. De samenstelling van de Senaat verandert naar verwachting niet meer voor de tweede lezing.
Op 9 februari stemde ruim twee derde (58 van de 75 senatoren) van de Eerste Kamer vóór de Grondwetswijziging: VVD, CDA, GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie, SP, Partij voor de Dieren, Fractie-Otten, 50PLUS en OSF. Tegen stemden PVV, SGP en de Fractie-Van Pareren. Forum voor Democratie was afwezig.
Garantie voor de toekomst
COC-voorzitter Oosenbrug noemt de Grondwetswijziging ‘een opdracht voor vandaag en een garantie voor de toekomst.’
‘Een opdracht voor vandaag, om te bevorderen dat de regering bijvoorbeeld het geweld tegen LHBTI personen aanpakt. En een garantie voor de toekomst, zodat we ook over 50 of 100 jaar nog steeds kunnen genieten van onze zwaar bevochten rechten zoals het opengestelde huwelijk.’
Het huwelijk dat dit jaar precies 20 jaar geleden werd opengesteld voor paren van gelijk geslacht, is één van de verworvenheden die volgens het COC Grondwettelijke bescherming verdient. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het einde van strafbaarheid (1971), het wettelijk discriminatieverbod (1994), de wet lesbisch ouderschap (2014) en de verplichting voor scholen om LHBTI-acceptatie te bevorderen (2012).
Het COC riep de Senaat de afgelopen weken in een brief en gesprekken op om snel met de Grondwetswijziging in te stemmen. De belangenorganisatie pleit al bijna twintig jaar voor de Grondwetswijziging. In 2017 beloofden acht politieke partijen in COC’s Regenboogakkoord om de verankering in de Grondwet te regelen. Die belofte werd overgenomen in het regeerakkoord van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Om aan te dringen op haast, voerde het COC actie tijdens Pride 2019. Bij COC’s verkiezingsdebat op 5 februari jl. beloofden o.a. de lijsttrekkers van CDA, VVD, D66, GroenLinks, SP, PvdA, Partij voor de Dieren en 50PLUS opnieuw om de Grondwetswijziging te regelen.
Het wetsvoorstel waar de Senaat op 9 februari mee instemde, werd op 30 juni 2020 in de eerste lezing door de Tweede Kamer aangenomen, met 124 van de 150 stemmen. Alleen PVV, SGP, Forum voor Democratie en het lid Van Haga stemden tegen. Tijdens de behandeling van de wet verduidelijkten de indieners en de minister van BZK, mede op aandringen van het COC, dat de reeds in de Grondwet verankerde non-discriminatiegrond geslacht ook beschermt tegen discriminatie op grond van geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie. Het wetsvoorstel verankert verder ook het verbod op discriminatie wegens handicap in de Grondwet.
De Grondwetswijziging is in 2010 oorspronkelijk ingediend door de voormalig Kamerleden Boris van der Ham (D66), Naïma Azough (GL) en Anja Timmer (PvdA). Het COC is hen dankbaar voor hun initiatief. Ook is het COC de LHBTI-netwerken van o.a. CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA en SP dankbaar voor hun inzet en steun voor dit voorstel.
Vera Bergkamp (D66), Nevin Özütok (GroenLinks) en Kirsten van den Hul (PvdA) tijdens de behandeling van hun wetsvoorstel in de Senaat:
[Bron: COC Nederland. Foto header: Tom Knoflook]