Een nieuw rapport van kenniscentrum Movisie onderstreept het belang van een ambitieus LHBTI-beleid van de nieuwe regering. Dat stelt COC Nederland in reactie op Feiten en Cijfers, waarin het kenniscentrum actuele gegevens over LHBTI-acceptatie verzamelde.
‘Uit deze cijfers blijkt opnieuw dat er nog een wereld te winnen is als het gaat om acceptatie ongeacht seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie of geslachtskenmerken,’ aldus COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. ‘Een duidelijk signaal voor een nieuw kabinet om dit in het regeerakkoord tot prioriteit te maken.’
Uit het Movisierapport blijkt onder meer dat één op de tien lesbische, homoseksuele en biseksuele personen de afgelopen vijf jaar fysiek is aangevallen. Één op de vijf deed ooit aangifte van een aanval. Ook werd één op de vijf transgender personen de afgelopen vijf jaar aangevallen, een op de vier transgender personen deed aangifte van de laatste aanval. Bi+ vrouwen krijgen veel te maken met seksueel geweld, 36-52% vergeleken met 21% van de heteroseksuele vrouwen.
Ruim de helft (57%) van de LHBTI-personen loopt volgens het Movisierapport (bijna) nooit hand in hand met hun partner van hetzelfde geslacht. Bijna de helft (45%) van de Nederlandse transgender personen is nooit of zelden open over hun genderidentiteit. De helft (50%) van de bi+ mannen en 14% van de bi+ vrouwen is naar niemand open over hun seksuele oriëntatie. Van de 55-plussers die lesbisch, homoseksueel of bi+ zijn, is ongeveer een derde tegenover niemand open.
Lesbische, homoseksuele en bi+ personen hebben vaker last van psychische klachten zoals depressie, wat vaak gerelateerd is aan negatieve reacties. Negatieve bejegening leidt ook bij lesbische, homoseksuele en bi+ jongeren vaak tot een mindere psychische gezondheid, emotionele problemen en zelfs meer suïcidepogingen. Jeugdzorg heeft vaak geen oog voor de problemen van deze jongeren.
Meer informatie op de website van Movisie.