Terug naar overzicht

COC eist einde aan afwijzing van LHBTI’s door scholen

Het moet afgelopen zijn met afwijzing van LHBTI’s door scholen. Die oproep doet COC Nederland met Rutgers in een brief aan de Kamer en het demissionaire kabinet. Aanleiding is de situatie op de reformatorische Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem, die leerlingen bijbrengt dat homoseksualiteit ‘een gruwel in de ogen van God’ zou zijn.

‘De berichten over de situatie op deze school zijn ronduit afschuwelijk, we willen dat de regering hier direct een einde aan maakt’, aldus COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. ‘Op elke school in Nederland moeten LHBTI-kinderen zich geaccepteerd en veilig voelen om zichzelf te zijn.’

In de brief roepen COC en Rutgers de regering op om per direct een einde te maken aan de LHBTI-vijandige situatie op de Gomarus Scholengemeenschap. Ook willen de organisaties dat de wet wordt aangescherpt zodat er een einde komt aan afwijzing van LHBTI’s door scholen. Acceptatie en diversiteit moeten in het onderwijs de norm worden en de Onderwijsinspectie moet hier strikt op toezien.

COC en Rutgers willen ook dat er een einde komt aan anti-LHBTI-verklaringen die reformatorische scholen gebruiken. Ook zou er een acceptatieplicht voor het bijzonder onderwijs moeten komen, zodat scholen leerlingen niet meer kunnen weigeren om bijvoorbeeld hun seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie, geslachtskenmerken, huidskleur of welke grond dan ook. 

NRC Handelsblad berichtte op 26 maart over de schokkende wijze waarop de reformatorische Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem met seksuele-, gender- en seksediversiteit omgaat.

Gedwongen coming out

Verschillende (ex) scholieren vertellen in de krant hoe de school hen dwong tot een coming out tegenover hun ouders en dat leerlingen daartoe zelfs zijn opgesloten. Volgens een lesmethode die de school gebruikt is het praktiseren van homoseksualiteit ‘een zonde tegen de natuur’ en ‘een gruwel in de ogen van God’. In diezelfde lesmethode staat: ‘anders geaard zijn is eventueel te veranderen,’ waarmee ten onrechte de illusie wordt gewekt dat LHBTI-zijn te ‘genezen’ zou zijn. Het leidt op het Gomarus tot een situatie die een leerling kenschetst als: ’Voor mij was het echt een no go om op de middelbare school uit de kast te komen. Het was geen veilige omgeving.’

Op de school gelden ook knellende normen rond genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken. Zo keurt de conciërge bij de ingang de roklengte van meisjes en staat in een lesmethode: ‘De man geeft leiding aan het gezin, hij heeft „het laatste woord.”’

De situatie op het Gomarus staat helaas niet op zichzelf. Er zijn reformatorische scholen die ouders en leerlingen identiteitsverklaringen laten tekenen waarin LHBTI’s worden afgewezen. Er zijn islamitische scholen die lesmethoden gebruiken waarin jonge leerlingen wordt voorgespiegeld dat hun God homoseksualiteit zou verafschuwen en ‘vrouwen die op mannen proberen te lijken’ zou vervloeken. En er zijn Joodse scholen die het onderwerp seksuele diversiteit uit de weg gaan.

Ook besteedt ongeveer14 procent van de scholen volgens de Onderwijsinspectie helemaal geen aandacht aan seksuele diversiteit, terwijl dat na aandringen van het COC sinds 2012 verplicht is. Het COC dringt daarom al langer aan op maatregelen.